In het spoor van de Romeinen

12 minuten leestijd

Belgisch-Lotharingen, in het zuiden van de provincie Luxemburg, was ooit een kruispunt van beschavingen én Romeinse heirbanen. Langs die snelwegen van toen is het nu fijn fietsen.  

reportage
  • Fietsen

Mijn trip start in Étalle. De gewestweg dwars door het dorp is van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat een blikken stroom van zwaar en forenzenverkeer naar en van het groothertogdom. En dat zonder enig fietspad! Rare jongens, die Étallais! Gelukkig klaart het op vanaf de rotonde ten westen van het dorp. Het gescheiden fietspad volgt de oude Romeinse heirbaan of via publica tussen Reims en Trier. Hier fiets ik op Boucle 4 van het Gallor-netwerk ten noorden en ten zuiden van de voormalige heirbaan, van Florenville in de Gaume tot provinciehoofdplaats Aarlen. ‘Gallor’ is een samentrekking die verwijst naar ‘Gallo-Romeins’ en naar Lorraine, Lotharingen. De Gaume en het Land van Aarlen, die samen Belgisch-Lotharingen vormen, zijn het toneel van 16 bewegwijzerde fietsroutes in het spoor van de Romeinen. Amateur-spoorzoekers als we zijn, fietsen we de Gallo-Romeinen achterna. Rijkelijk laat, zo’n tweeduizend jaar na datum, maar toch: hun sporen zijn nog overal in het landschap te zien.

Route 4: Étalle – Han – Villers-sur-Semois 

Over de heirbaan 

Langs de drukke N83 passeer ik al meteen de vijver van l’Ilé, een 4 ha groot natuurgebied in het bassin van de Semois. Het is een restant van een meer dat eeuwen geleden nog 15 keer groter was. De gemeente Étalle heeft het eind vorige eeuw op zich genomen het dichtgeslibde en beboste moerasgebied te rooien, zodat waterplanten en -vogels er zich weer thuis voelen. Je kan ze stiekem begluren door een vogelkijkhut. Met een visladder worden er ook karpers en baarzen naartoe gelokt om te paaien.  

Even verderop zeg ik de N83 ‘ave’ en draai ik de toepasselijke Chaussée Romaine in. Blijkbaar verkozen ook de Romeinen in hun tijd al een rustiger baantje langs velden en bossen. Geen plavuizen of kasseien op deze opmerkelijk kaarsrechte weg, al is de asfaltlaag in zo’n slechte staat dat het er wel op lijkt. Trouwens, de Romeinen verhardden de hun heirbanen ook niet altijd. De wegen werden wel degelijk geplaveid met grote, platte stenen, maar enkel bij de steden. Daarnaast waren er steenwegen van kasseien: minder prettig om reizen, maar toch nog stevig. Weer iets minder van kwaliteit waren wegen van keien. En tot slot had je nog talrijke wegen van grind en aangestampte aarde. De wegenbouwers waren afhankelijk van het materiaal dat in de omgeving beschikbaar was. 

Red de ringslang

Ik buig af naar het noorden, richting Han. Niet sur Lesse, maar sur Semois, of toch dichtbij. In het zacht glooiende landschap is het even schrikken. In het midden van de asfaltweg, open en bloot, ligt doodgemoedereerd een ringslang te zonnen. Keurig opgerold tot het formaat van een bescheiden koeienvlaai. Is de suïcidale slang haar leven beu of zich misschien niet bewust van het weliswaar schaarse, maar toch zware landbouwverkeer of van de cirkelende roofvogels? Ik zag net een rode wouw voorbij zweven. Bij de operatie ‘Red de Ringslang’ krijg ik hulp van twee dappere lokale fietsers. Meneer is niet bang om de slang vast te pakken – ‘ze is niet giftig, hoor’ – en in de grasberm te leggen. Ik schrik niettemin van de lengte van de Natrix natrix, zoals de Romeinen haar zouden noemen: ze is wel een meter lang! Dat is nog wat anders dan de hazelworm die je hier wel vaker tegenkomt. En dat is niet eens een slang. 

Pal op de Semois – hier nog maar een bescheiden beekje – ligt Villers-sur-Semois. Aan de ingang staat een flinke, achtiende-eeuwse Lotharingse herenhoeve die al jaren ligt te verkommeren. Projectje voor een rijke West-Vlaming? Ik wijk even af van de route naar de wat hoger gelegen kerk, aan het uiteinde van de brede Gaume-straat met huizen die tegen elkaar aan geleund van de helling schuiven. Voor de kerk staat een oude overdekte wasplaats, waar duidelijk al lang niet meer gewassen wordt. Het altaar van de kerk bestaat uit een doorgezaagd Romeins hoogreliëf. Het ara romana (Romeins altaar) is een stuk van een Jupiterzuil. De kerk is echter potdicht. En geen pastoor te bekennen als je hem nodig hebt. De enige zichtbaar Romeinse attractie van deze route en ze is ontoegankelijk! Dat wordt straks googelen.  

Ik daal terug af richting Étalle, tussen prachtige vergezichten: de panorama’s zijn de eigenlijke attractie van deze route. Ik ruik de stal al. ‘Étalle’ is afgeleid van stabulum, stal. Vroeger stond hier dus een herberg met stalling op de heirbaan. Zulke mansiones had je om de 30 à 50 km. Reizigers konden er eten en overnachten. Een smid onderhield hun paarden of voertuig. Een toepasselijke plek dus, voor m’n hotel en fietsenstalling.    

http://bit.do/GallorLus4 

Route 6: Étalle – Habay – Nobressart  

Vind de verborgen villa

Over rustig kronkelende wegen tussen de velden fiets ik richting Habay-la-Vieille. Ik heb er een afspraak met de geschiedenis aan een authentieke Romeinse villa. De Villa Mageroy ligt pal tussen de E25 en de spoorweg naar Aarlen. Toevallig heeft de moderne tijd de site gespaard. Ze ligt dan ook onzichtbaar in een dal, tot je er vlakbij bent. Ze werd ontdekt in het midden van de jaren 1980 door een plaatselijke amateur-archeoloog/onderwijzer, die met zijn leerlingen de eerste spadesteken zette. Sylvie Collignon, archeoloog van beheerder vzw Arc-Hab: ‘Er werden af en toe vondsten in de buurt gedaan. Habay betekent dan ook ‘oude muur’. Er waren vermoedens van een villa, tot een boer op iets stootte. Na prospectie werden daar keramiek en sporen van bewoning gevonden. Uiteindelijk werd een villa blootgelegd.’  

Rond het pars urbana (het huis) en het pars rustica (de boerderij) werden drie muren en een poortgebouw gevonden, bijgebouwen (ateliers en verblijven van bedienden en arbeiders) en een nu deels opengelegd bassin. In het water van vijver — de grootste ooit gevonden in Noord-Gallië — werden veel goed bewaarde objecten aangetroffen: schoenen, balken, een versierde loden kuip… Sylvie: ‘De villa ligt in een dal, dus er zijn veel waterbronnen, maar dat betekent ook gevaar voor overstroming. Daarom is de woning op een terras gebouwd.’ We zitten op de grens tussen de Ardennen en Lotharingen, dus werden zowel krijtsteen als leisteen gebruikt, maar ook gebakken dakpannen. 

Daar heb je de Germanen... 

De boerderij werd niet bewoond door Romeinen, maar geromaniseerde Galliërs. Dat bewijst een ring met ‘Micia’, een Gallische naam. De villa was best rijk: er werden glas en beschilderde muren gevonden. ‘In de voorspoedige tweede eeuw is ze uitgebreid – er woonden toen een 100-tal mensen – maar in 262 afgebrand. Dat weten we precies dankzij een gevonden muntschat. Mogelijk hadden ze toen last van binnenvallende Germanen. We zien dat de buitenmuur is verbreed en versterkt en dat er op het binnenplein een nieuwe waterput werd gegraven.’ In het woonhuis zijn de latrines, de keuken en de drie verwarmde baden goed zichtbaar. Verderop wordt een gebouw blootgelegd: ‘Het lijkt wel een villa in het klein’, zegt Sylvie. ‘Misschien zijn stenen hiervan gebruikt voor de versterking van de ommuring.’ Met jobstudenten en vrijwilligers probeert de bescheiden vzw te doen wat ze kan.  

Vanaf Habay-la-Neuve volg ik een netwerk van vijvers, een stukje N40 en krijg dan Nobressart in zicht. Als een van de Plus Beaux Villages van Wallonië steekt het met zijn kleurrijke gevels en pittoreske kasseien af tegen de groene omgeving, waar verscheidene Gallo-Romeinse graven zijn ontdekt. Aan de Letzeburger straatnamen kan je zien dat je in het Areler Land bent. Door dorpjes van de gemeente Attert beland ik in Sampont. Op een nabijgelegen heuvel, het Hunenknepchen, is bewoning van het begin van onze jaartelling gevonden. Ook de heirbaan zelf, die je hier weer treft, lijkt nog authentiek. Het is er eentje van de vierde categorie: een uitdaging van scherpe stenen en stof. Deze Gallor-route doe je het best met een gravelbike of alleterreinfiets. Gps heb je niet nodig: de weg gaat zo recht als een pilum op het doel, Étalle, af. Gelegenheid genoeg dus om van het uitzicht op het zuiden te genieten, in een landschap dat sinds het jaar nul niet veranderd is.  

http://bit.do/GallorLus6

Route 7: Aarlen  

Graven naar het verleden

‘Ville Gallo-Romaine’ staat te lezen op een bord langs de snelweg wanneer ik Aarlen nader. In de tijd van de Trevieren was de stad een kruispunt van wegen van Reims naar Trier en van Metz naar Tongeren. Het bescheiden, maar onlangs gerenoveerde Musée Archéo is uitsluitend gewijd aan Gallo-Romeinse vondsten uit de omgeving. Directrice Elodie Richard: ‘Aarlen was geen grote stad, maar wel een rijke – dankzij de handel over die wegen. We doen hier dan ook belangrijke vondsten, voornamelijk dure stenen grafmonumenten. In tegenstelling tot Tongeren, waar begraven werd in tumuli en waar dan ook minder stenen vondsten worden gedaan.’  

Wel net als in Tongeren: hier hoef je maar een spade in de grond te steken of er wordt iets gevonden. ‘Vroeger vooral door archeologen in de kelders van de huizen. Vandaag krijgen de archeologen korte tijd om bouwwerven te onderzoeken.’ Dat kan ik zelf zien op de Place Léopold, waar een ondergrondse parking gepland is. Er worden resten van de vijftiende-eeuwse wal en fundamenten uit die tijd blootgelegd.  

Meer kans op Romeinse vondsten heb je in de Grande Rue, die aangelegd is op de oude Romeinse wal. In deze winkelstraat staat een kopie van een Jupiterzuil. Halverwege een doorsteek naar de (bescheiden) Grand Place liep de Romeinse muur. Stadsgids Vincent Wattiez: ‘Die werd gebouwd eind derde, begin vierde eeuw, om de bewoners te beschermen tegen de Germanen. Hij was 4 m breed en 8 m hoog.’ Tenminste, boven de grond. Ik daal achter een café door een deur af onder de grond en sta oog in oog met de 4 m hoge fundamenten van de Neptunustoren, genoemd naar een beeltenis van de zeegod die in de fundamenten van de toren werd gevonden. Bij de muur staan nog een paar gerecycleerde stenen opgesteld. ‘Deze van een handelskar is wel drie keer gebruikt’, vertelt gids Vincent. ‘Hij is afkomstig uit een tempel of een ander openbaar gebouw, werd hergebruikt als grafmonument en daarna als fundering voor de muur. Romeinse muren waren nooit hol, maar altijd met stenen gevuld. Dit deel van de vermoedelijk 900 m lange muur werd in 1948 ontdekt, toen de buren hun kelder wilden uitbreiden. Heel wat gebouwen aan de Grand Rue staan met hun achtergevel tegen de muur.’ Vroeger kon je in het café hiernaast de sleutel vragen en was de toren vrij toegankelijk. Helaas: na vandalenstreken is die enkel via het Office du Tourisme en met een gids te bekijken.  

Thermen onder de trein 

Hetzelfde met de nog niet zo lang ontdekte Jupitertoren, enkele honderden meters verderop. ‘Bij nieuwbouwwerken aan het plaatselijke rusthuis in 2009 werd opnieuw een deel van de Romeinse muur ontdekt, mét alweer een toren. Een bas-reliëf met oppergod Jupiter, waarop zelfs nog rode en blauwe verfresten te zien zijn, gaf deze toren zijn naam. Hoewel op deze plek de nieuwe rusthuiskeuken moest komen, werd besloten de toren te bewaren.’ Ook hier werden bewerkte stenen gebruikt in de fundamenten: tussen de spleten zijn ze bij het licht van je smartphone goed zichtbaar. Ook ‘gewone’ kalkstenen werden gerecupereerd, te zien aan rode en zwarte exemplaren ertussen, allicht uit afgebrande gebouwen.  

Nog een zichtbaar spoor van de Gallo-Romeinen zijn de thermen aan de stadsrand. Het parkje en gewezen kerkhof bevat restanten van een zevende-eeuwse kerk, destijds opgericht op de Romeinse basiliek. Dat was geen kerk, maar een openbaar gebouw. Van de thermen ernaast zijn enkel nog de resten van de latrines en een bad bewaard, beschut onder een lelijk betonnen dak en achter tralies. Vincent: ‘Het grootste deel van de thermen is helaas verdwenen bij de aanleg van het spoorwegterrein er vlak achter.’ 

Ook Aarlen zit in Gallor-routes opgenomen. Omdat ik al door Nobressart fietste in route 6, kort ik route 7 in en doe ik die in de omgekeerde dan de bewegwijzerde richting. Slimme keuze, want nu geniet ik van een lange afdaling naar de Attertvallei. Zo ben ik al gauw in Metzert. Daar kruist deze lus een andere Chaussée Romaine. Ik verlaat lus 7 om ook de heirbaan van Metz naar Tongeren eens te proberen. Ze is alvast volledig geasfalteerd – die knappe Romeinen toch! – en loopt een stukje door het Parc Naturel de la Vallée de l'Attert, een 70 km² groot natuurpark tussen het Ardense Woud van Anlier en de cuesta’s van de Gaume. Ik fiets langs enkele indrukwekkende rotsformaties. Voor Viville, waar ik weer aansluit op de Gallor-route, geniet ik van het panoramisch zicht op Aarlen, waar mijn acta fabula est

http://bit.do/GallorLus7

Fietsen op het Gallor-netwerk

Rond 44-45 n.Chr., ten tijde van keizer Claudius, werd tussen Reims en Trier een 212 km lange via publica aangelegd, die over een lengte van 45 km Belgisch-Lotharingen doorkruist van Williers in de Gaume tot Sterpenich in het Land van Aarlen. 
Bijna alle 16 Gallor-fietsroutes raken of volgen deze oude heirbaan, met lussen ten noorden en zuiden ervan. De routes die dat niet doen, liggen wel in het verlengde van de andere routes. Je kan ze dus naar hartenlust combineren. 
De lussen variëren van 7 tot 46 km lengte en doen onder meer Florenville, Orval, Virton en Torgny aan in de Gaume en Nobressart, Aubange, Étalle en Musson in het Land van Aarlen.  
De routes zijn allemaal bewegwijzerd, met het nummer van de lus (niet met knooppuntaanduidingen). Sommige routes overlappen elkaar. Let op: ze zijn slechts in één richting bewegwijzerd.  
Handige kaartjes van elke route met tweetalige info over de Gallo-Romeinse bezienswaardigheden onderweg zijn verkrijgbaar bij de toeristische diensten van  

de Gaume: Rue des Grasses oies 2b, Virton – mtg@soleildegaume.be  
het Pays d’Arlon: Rue des Faubourgs 2, Aarlen – info@arlon-tourisme.be    

Of download ze via bit.do/gallor. 

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer