Langs sloten, dijken en zeven steden

10 minuten leestijd

Het is al 24 jaar geleden dat hij nog eens geschaatst werd, maar de Elfstedentocht blijft tot de verbeelding spreken. Gelukkig kan je ook zonder bevroren waterlopen van de mythische route genieten. Neem je fiets en ga de schaatsers achterna die Friesland beroemd maakten.

reportage
  • Fietsen

Overheerlijk zijn ze, de wentelteefjes van Fries suikerbrood. Ik werk er drie naar binnen, onder het motto - of excuus - ‘we moeten goed eten, want we zullen het nodig hebben’. We zitten aan tafel in hotel Post Plaza in Leeuwarden. Straks, na een stevig ontbijt, zullen we de fiets op springen voor onze eigen winterse versie van de Elfstedentocht. Dat we in Leeuwarden vertrekken, is niet toevallig. De hoofdstad van Friesland is van oudsher de start- en aankomstplaats van de Elfstedentocht. Meer dan honderd jaar geleden, op 2 januari 1909, werd hier het startschot gegeven van de allereerste officiële Elfstedentocht. Op één dag al schaatsend de elf Friese steden aandoen, dat was het opzet. Een heroïsche tocht van 200 kilometer over bevroren sloten en rivieren, door vrieskou en wind. De Nederlandse dominee en schaatsenmakerszoon Minne Hoekstra kwam als eerste winnaar ooit over de finish, na een schaatstocht van dertien uur en vijftig minuten. Dat is flink doorgeschaatst van de man.

Hollandse huisjes

Aan de héle Elfstedentocht wagen we ons niet. Ook al snoeren we geen schaatsen aan en hebben we de luxe van elektrische fietsen, wij zullen het bij zeven steden houden. Snelheidsrecords breken staat niet op ons lijstje, wél tijd nemen om te proeven van het Friese platteland met zijn charmante stadjes, kilometerslange dijken en weidse polders. En zijn regenbuien, dat ook. We zijn Leeuwarden nog niet uit of we moeten al stoppen om in allerijl onze regenbroek aan te trekken. Stevig ingepakt fietsen we langs de grachten in de binnenstad, op zoek naar een bordje met ‘Elfstedenroute’ erop. Het duurt even voor we de juiste knooppunten vinden, maar een halfuur later zijn we dan toch goed op weg. Onder een dreigende lucht doorkruisen we dorpjes met namen als Ritsumazijl en Dronryp, met Hollandse huisjes en wuivend riet langs de waterkant. In Ritsumazijl branden nog kerstlichtjes achter de ramen, en ligt in elke tuin wel een bootje of kano klaar. We zien opa’s de krant lezen en thuiswerkers achter hun laptop zitten, terwijl we zelf de Friese wind trotseren.

18de-eeuws planetarium

De ‘Tocht der Tochten’, zoals ze de Elfstedentocht hier noemen, is al meer dan een eeuw onlosmakelijk verbonden met Friesland. Toch werden in al die tijd slechts vijftien officiële Elfstedentochten geschaatst. De wedstrijd kan enkel doorgaan wanneer er voldoende natuurijs ligt. Daarvoor moet het minstens een week flink vriezen, en dat gebeurt niet zomaar elk jaar. De langste periode tussen twee edities duurde maar liefst 22 jaar: van 1963 tot 1985. Vandaag heerst een nieuw record: 2020 was voor Friesland de 23ste winter zonder Elfstedentocht. Ook tijdens onze fietstocht lijken schaatssporen en ijskristallen ver weg. Het fietspad onder onze banden glinstert van de regen. Op de modderige akkers strijken honderden meeuwen neer, krijsend en druk in de weer. Achter de dikke, grijze wolken zien we een streepje blauw - denken we. We hebben twintig kilometer op onze teller staan wanneer we aankomen in Franeker, na Leeuwarden de eerste Elfstedenstad die we tegenkomen. Tijdens de wedstrijd ligt hier een officiële stempelpost waar de schaatsers hun stempelkaart moeten laten afstempelen. Franeker is met 13.000 inwoners één van de grotere steden in Friesland, en was ooit een beroemde universiteitsstad. Vandaag is het vooral het Eise Eisinga Planetarium dat bezoekers lokt. Dit kleine museum herbergt het oudste, nog werkende planetarium ter wereld, gebouwd tussen 1774 en 1781 door de Friese amateur-astronoom Eise Eisinga. Door onze trage start vanmorgen blijft ons bezoek aan Franeker beperkt tot een toiletstop in de Hema, maar Tripadvisor is duidelijk: het planetarium is een unieke verrassing.

In volle zon langs weilanden

Op naar de volgende stempelpost op onze ‘Alvestêdetocht’, zoals een echte Fries zou zeggen. Dat is Harlingen, een havenstadje aan de waddenkust. Op naar de zee dus. Onderweg breekt de zon door, eerst wat schuchter, niet veel later met volle kracht. We durfden het vanmorgen niet te geloven toen we de weersvoorspelling lazen, maar dat van die opklaringen blijkt dan toch te kloppen. De miezerige ochtend lijkt plots ver weg wanneer we in volle zon langs weilanden en boerderijen fietsen. Het is al ver over lunchtijd wanneer we in Harlingen aankomen bij Nooitgedagt, een eetcafé in één van de oudste en best bewaarde pakhuizen van de stad. We zijn moe en hongerig, en dat heeft gastheer Anthony goed gezien. Met de glimlach voorziet hij ons van water, koekjes, hete soep en een stevig stuk taart. Anthony weet ons te vertellen dat de Elfstedentocht in 2012 bíjna doorgegaan was. Een koudegolf leverde een eerste ijslaag op, maar zon en dooi gooiden roet in het eten, tot grote teleurstelling van schaatsminnend Friesland. We fietsen verder langs de haven, waar veerboten naar waddeneilanden Vlieland en Terschelling vertrekken. De late namiddagzon geeft zand en zee een warme gloed, en doet ons stoppen om stilzwijgend in de verte te staren. Van het strand gaan we opnieuw de polders in, terwijl het daglicht in sneltempo verdwijnt. Samen met de avond komt een schitterende zonsondergang, maar ook de koude. Totaal verkleumd komen we aan in Bolsward, waar we helemaal blij worden van de warme douche in het hotel. Want winterse Elfstedentochten kunnen best pittig zijn - zelfs al fiets je elektrisch en vriest het geen stenen uit de grond.

Fries boerengezin

Bolsward, de vierde Elfstedenstad op onze route, is net als Harlingen een prachtig historisch stadje, met een parel van een stadhuis en charmante stadsgrachten. Met nieuwe energie en extra laagjes kleren aan fietsen we langs het water de stad uit, waar een prille ochtendzon en uitgestrekte velden op ons liggen te wachten. Geen regen vandaag, wél een ijzige, harde wind. Zonder elektrische fiets - en zonder de benen van Remco Evenepoel - zouden we hier meer achteruit dan vooruit fietsen. Met wind op kop ploeteren we ons door een lappendeken van akkers, sloten en weides. We rijden door Allingawier, een schattig terpdorp waar je in het Fries Museumdorp kan kennismaken met het leven van een Fries boerengezin in de afgelopen eeuwen. Buiten het dorp blaast de wind ons haast van onze pedalen, en duiken we nog dieper in onze muts en sjaal. Wie het woord ‘guur’ tot in zijn kleine teen wil voelen, moet gewoon even naar Friesland komen.

Ommetje langs Hindeloopen

We nemen een korte opwarmstop met thee en chocolademelk in Workum, onze vijfde Elfstedenstad. In de zomer moet het hier gezellig druk zijn, aan de vele winkeltjes, bakkers en slagers in de lange hoofdstraat te zien, maar op een winterse zaterdag is het vooral heel stil. We vervolgen onze weg langs de pittoreske havenkom en een eeuwenoude scheepstimmerwerf, ‘De Hoop’. We zijn, net als in Harlingen, weer vlak bij het water. Workum was ooit een stadje aan de Zuiderzee, een woeste watermassa die door de bouw van de beroemde Afsluitdijk in het veel kalmere IJsselmeer veranderde. Ook onze volgende stop ligt aan de Friese IJsselmeerkust. Hindeloopen is - volgens een onbekende wandelaar waar we gisteren mee aan de praat raakten - één van de mooiste plekjes van Friesland, zelfs van Nederland. Onze geplande route loopt niet langs Hindeloopen, maar door zijn lovende woorden hebben we onze weg lichtjes gewijzigd. Een beslissing waar we geen spijt van hebben. Hindeloopen is het soort stadje - het telt nog geen duizend inwoners, maar heeft wél stadsrechten - dat zo uit een prentenboek lijkt te komen, met schilderachtige steegjes, bruggetjes en bootjes. En het Eerste Friese schaatsmuseum, waar we op onze pelgrimstocht wel binnen móéten. Het museum werd in 1983 opgericht door Gretha en Gauke Bootsma, een koppel schaatsliefhebbers wiens eigen zolder te klein werd voor alle schaatsen, sleeën, boekjes en foto’s die ze verzameld hadden. Ze begonnen dan maar een museum, dat ze vandaag nog steeds zelf openhouden, samen met hun kinderen. Naast de grootste collectie schaatsen en sleeën ter wereld vind je er ook een Elfstedenzaal, met unieke foto’s, verhalen en attributen. Het is Gretha zelf die ons ontvangt, en ons bij ons vertrek de weg wijst naar de brug waarop ze vroeger bij elke Elfstedentocht de schaatsers van ver zag aankomen.

Geharde Friese fietsers

De lucht is volledig opgeklaard wanneer we Hindeloopen achter ons laten en naar het station fietsen. We spelen een klein beetje vals, en stappen met onze fiets de trein op - dunbevolkt Friesland heeft een veelgebruikte spoorlijn tussen kustplaatsje Stavoren en Leeuwarden - voor een lunchpauze in Sneek, de laatste Elfstedenstad op onze tocht. Door het raampje zien we een prachtig stukje natuur: we rijden dwars door de Friese Meren, een waterrijk gebied met meer dan twintig meren. Daar middenin ligt Sneek, de derde grote stad van Friesland, met een gezellig drukke binnenstad vol monumenten, musea, koffiehuizen en cafés. We eten een snelle hap en zijn weer weg, want we hebben nog wat kilometers te gaan. De zon is intussen alweer verdwenen, de wind is terug van nooit weggeweest. Een oude man die we aanspreken wanneer we de weg even kwijt zijn, vertelt met heimwee in zijn ogen dat hij de Elfstedentocht ooit nog gewandeld heeft. Overnachten deed hij op schepen langs de kant van het water. We fietsen langs onbevroren sloten, zwermen spreeuwen en een echte Amerikaanse windmotor: een stalen windmolen die al vanaf 1900 populair was in het winderige Friesland. We trappen goed door, want het is al laat en we bibberen bijna uit ons vel, ondanks ons arsenaal aan winterproof kleding. Dwaze toeristen, zie je de échte Friezen denken, die ons doodleuk zonder handschoenen of muts voorbij fietsen. Met fiets en klapperende tanden springen we in het dorpje Mantgum op de trein naar Leeuwarden, waar we ons elektrisch stalen ros weer inleveren. Nog één nachtje blijven we op Friese bodem, in Weidum. Daar slapen we vannacht in één van de ‘hotelrooms with a view’ van WeidumerHout: luxueuze houten kubussen in het veld. Op enkele meters van het raam ligt de sloot waar ooit, in koudere tijden, duizenden schaatsers over zoefden, vastberaden om de eindmeet te halen. We kijken ernaar, kruipen warm onder de wol en dromen van de geharde, Friese fietser of schaatser die we zouden willen zijn, maar vast nooit zullen worden.

 

Verschillende fietsroutes leiden langs de 11 Friese steden. Volg de zeshoekige bordjes van de Elfstedentocht (de ‘snelle’ route langs meer doorgaande wegen) of stippel je eigen weg uit aan de hand van fietsknooppunten. Neem zeker een kaart of gps mee. Er zijn ook wandel- en vaarroutes langs de elf steden. Fietsen huren kan bij Fietsstation 058 in Leeuwarden.

www.friesland.nl/nl/ontdek/de-elf-steden

www.buijten.nl/elfsteden

www.fietsstation058.nl

Verschillende organisaties, zoals Friesland Travel (www.frieslandtravel.com) bieden arrangementen met bagagevervoer aan voor wie (een stukje van) de Elfstedentocht wil fietsen.

Friesland Beweegt organiseert elk jaar de Winterfiets Elfstedentocht. Keuze uit verschillende afstanden. Meer informatie over volgende editie op www.frieslandbeweegt.frl

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer