Balorig en bekoorlijk Belgrado

11 minuten leestijd

Tourists, go home? Belgrado ziet je twintig jaar na de Kosovo-oorlog graag komen, maar is niet de back-up voor Barcelona of Berlijn. Volg onze reporters langs vijftien bijzondere plekken, van partyboot tot geheime jazzclub, van citadel op de heuvel tot fietspad langs de rivier, en ontdek het ongepolijste, soms nukkige karakter van de Servische hoofdstad.

Tekst Gert Corremans – Foto’s Michaël Dehaspe

reportage
  • Uitstappen en vakanties

Geschiedenis, geschiedenis… alles is geschiedenis in Belgrado. Na een dag tuiten mijn oren ervan! Vooral omdat de gids geregeld controversiële uitspraken doet. Dat het Ottomaanse Rijk niets heeft bijgedragen aan de menselijke ontwikkeling. (De rivier de Sava stroomt opeens minder fotogeniek voorbij.) En of ik de Vlaming etnisch kan definiëren? (Zonsondergang boven de Donau verpest.) Je kan dan in het aas bijten en verstrikt raken in uitzichtloze discussies over de juiste en de verkeerde kant van de geschiedenis, maar dat drukt de pret die er in Belgrado te beleven is, onder meer op deze vijftien plekken.

1. Walsen op de keien

Mijn eerste stappen zet ik strompelend over ruwe kasseien. Kinderkopjes? Nee, kanjers van keikoppen. Oud-Belgrado is een klein, lief stadje op een rots, dat bijna verpletterd wordt door een machtige citadel. De oudste wijk, Kosancicev Venac, ligt hoog boven de rivier de Sava. Verkeer komt er niet. De eerste koffiebars, galeries en conceptstores hebben hun intrek genomen in de oude panden. Bij een terras waait een wals van Leonard Cohen naar buiten. Dit had het vooroorlogse Wenen kunnen zijn, of een Pools of Hongaars provinciestadje dat zijn beste tijd heeft gehad, een plek ver weg in Europa waar de uren traag wegtikken in een decor van gedateerde pracht.

2. Niet zo orthodoxe kroeg

In taverne ‘?’ is de tijd opzettelijk stilgezet. Het vraagteken siert sinds 1892 de gevel en vervangt de naam ‘Onder de kerktoren’. De toren in kwestie, met zo’n vergulde ui in Oostenrijkse stijl erop, hoort bij de kathedraal waar de patriarch van de Servisch-Orthodoxe kerk zetelt. Die wou in 1892 niet dat een oord van verderf zijn naam ontleende aan zijn kerk. Belgrado erfde zijn kafana’s, tavernes waar mannen fruitbrandewijn of koffie kwamen drinken, van het Ottomaanse Rijk. Ze hadden een slechte reputatie. Er werden fortuinen vergokt en opgezopen. De stokoude houten tafeltjes van ‘?’ hebben familieruzies veroorzaakt, maar vandaag kan je er heel behoorlijk eten.

3. Zoete ufo’s

Schattig en ouderwets dus, dat oude Belgrado. Tot je op de winkels van Dechko Tzar en Mandarina Cake stoot. Ze huizen in dezelfde straat, achter historische etalages met een bankje ervoor. In een stad die zweert bij croissants, baklava en grote slagroomtaarten lijkt de koeltoog van Mandarina Cake op een vliegdekschip voor blitse, zoete ufo’s. Dechko Tzar is het eerste Servische T-shirtmerk dat Europa verovert, en de T-shirts in de reeks ‘Beograd’ zijn het leukste souvenir. Uitbaters Camelija en Niko zijn niet gevlucht voor de hoge jeugdwerkloosheid, ze nemen hun toekomst zelf in handen (zie kader).

4. Heuvel der mijmeringen

Alle straten leiden in Oud-Belgrado naar de Kalemegdancitadel. In zijn tweeduizendjarige geschiedenis is Beograd, de ‘witte vesting’, 44 keer verwoest. Vandaag treffen alleen nog verdwaalde basketballen de vestingmuren. Jongeren trainen op het sportveld bij de citadelpoort en in het Dino-Park staat een komische T-Rex te reutelen. Voorbij de poort bots je op het wapentuig van het Militair Museum. Bezoekers maken selfies bij het luchtafweergeschut dat tijdens de Kosovo-oorlog een Amerikaanse Stealth-bommenwerper neerhaalde.

5. Kijk uit voor de naakte man!

Kalemegdan is vandaag ingericht als stadspark. Je wandelt er langs torens, bastions en omwallingen uit alle tijdperken. De orthodoxe kapel bestaat er naast een oud Ottomaans mausoleum. Bewoners komen flaneren, lezen, met hun lief naar de zonsondergang kijken. In de diepte stroomt de Sava in de Donau en begint een vlakte die pas ophoudt voorbij Wenen. In vredestijd noemden de Ottomanen Belgrado de Heuvel der Mijmeringen. Op het hoogste uitkijkpunt, waar half Midden-Europa aan je voeten ligt, herdenkt het standbeeld van Victor de verjaging van de Ottomanen in 1912, de enige overwinning die Servië ooit behaalde. De stoere held is even iconisch voor Belgrado als Manneken Pis voor Brussel en even naakt. Omdat deftige dames daar aanstoot aan namen, werd Victor op een hoge zuil gezet.

6. Vergeten Akropolis

De hoofdstraat Kneza Mihaila is een Meir in het klein. Ze loopt langs de universiteit, waar studenten tegen Milosevic protesteerden, en de Servische Academie voor Wetenschappen en Kunst, waarvan uitvinder Nikola Tesla erelid was. De piramide voor de Academie symboliseert de meridiaan van Belgrado. Ik sta halfweg tussen Wenen en Athene of tussen Rome en Istanbul op de eerste heuvel van de Balkan. Hij had een grandioze Akropolis kunnen dragen. De wieg kunnen zijn van een wereldstad. Liep dat even anders!

7. Uit eten chez Edith Piaf

De illusie dat vroeger alles beter was, leeft sterk in Belgrado. Als levenshouding schiet je met nostalgie weinig op, maar op vakantie mag je erin zwelgen. Wat dacht je van een terras in een oud zigeuner- en artiestenstraatje waar volksmuzikanten je belagen met violen en de lokale Edith Piaf luidkeels in je oren zingt? Zowel Jimi Hendrix als Margaret Thatcher bezochten de kafana’s van Skadarlija. Je hoort me niet mopperen over de traditionele vleesgerechten en gepekelde groenten bij Sesir Moj (‘Mijn hoed’), maar hoe bizar om in de Balkan een Montmartre te vinden dat in Parijs niet meer bestaat.

8. Op het dak bij de vakbond

Naast Skadarlija strekt zich de oude Cetinjskabrouwerij uit. Het gebouwencomplex had allang gesloopt moeten zijn. Maar het herbestemmingsplan mislukte, en clubs, koffiehuizen en bistro’s namen de binnenpleinen in, en zelfs de oude bierkelders. Spring zeker binnen bij Polet, een bar en galerie met een passie voor stripverhalen in een ruig betonnen pand. Dat Belgrado soms het nieuwe Berlijn wordt genoemd, is te danken aan culturele centra als Polet. Nog een geheimtip? Keer de spandoeken tegen de NAVO bij het Servische parlement de rug toe en ga naar het gebouw met het Samsungbillboard op het dak. Ga binnen, druk op de meest versleten knop in de lift en zeven verdiepingen hoger kom je uit bij de jazzclub Sinnerman. Tijd voor een biertje op het dak van het vakbondsgebouw!

9. Te orthodoxe kerk

Kleine landen willen soms groot zijn. Als dat in het basketbal is: prima. Maar de superlatieven van de Sint-Savakerk wekken vooral onbehagen. In 1985 werd de draad van een oud project weer opgepikt: de patroonheilige van de Servisch-Orthodoxe kerk moest en zou een gigantische koepelkerk krijgen op de plek waar zijn stoffelijke resten in 1595 op de brandstapel werden gezet. Een Ottomaanse grootvizier van Albanese afkomst liet toen de relieken opgraven nadat Servische opstandelingen ten strijde waren getrokken met Sint-Sava op hun banieren. Provocatie, reactie, eeuwige rancune: de helse dynamiek van de Balkan. De kerk voedt de vijandschap tegen de Albanezen met goudfresco’s en mozaïeken.

10. Toekomst op twee wielen

Ralph Van Der Zijden, een Nederlander die al zeven jaar in Belgrado woont, ziet de toekomst op twee wielen. Zijn bedrijf iBikeBelgrade organiseert fietstours en houdt een jaarlijks fietsfestival. ‘Meer fietsen maakt de stad schoner’, zegt Ralph. ‘Ik wil jongeren bovendien aanmoedigen om te ondernemen en in Servië te blijven. De braindrain is niet gestopt na de Kosovo-oorlog.’ De stad heeft de jongste jaren in fietspaden geïnvesteerd en bovendien is Nieuw-Belgrado, met zijn communistische architectuur, biljartvlak.

11. Bewoond concentratiekamp

Dusan, een van Ralphs jonge fietsgidsen, neemt ons mee op tocht. We steken de rivier de Sava over via de Brankowbrug en buigen meteen rechtsaf. Sjofele rijhuizen met venstertralies staan tussen het onkruid, kleren wapperen aan de wasdraad. ‘Dit is het oude beursterrein’, zegt Dusan. ‘De woningen zijn voormalige paviljoenen. Toen de nazi’s Belgrado binnenvielen, vestigden ze hier het concentratiekamp van Sajmiste. Ze brachten er twintigduizend mensen om. Belgrado werd Jodenvrij verklaard.’ In de oude paviljoenen wonen kansarmen. Brandnetels versperren de doorgang naar een klein monumentje.

12. Vijf miljard dinar

Maarschalk Tito, de halfbakken communist die Joegoslavië 35 jaar bestuurde, stampte Nieuw-Belgrado uit de grond als zijn heerlijke nieuwe hoofdstad. We fietsen door een schaakbord van genummerde woonblokken naar zijn presidentieel paleis, vandaag het Paleis van Servië. De zes deelstaten hadden er elk hun eigen salon, versierd met etnische motieven, en kwamen bijeen in het centrale salon met de gigantische kroonluchter. Staatshoofden en filmsterren verbleven in Hotel Jugoslavija, volgens Tito het meest luxueuze hotel ter wereld. Genex, of General Export, maakte genoeg fortuin om tweelingtorens te kunnen bouwen, één met kantoren, de andere met woningen, verbonden door een restaurant in een soort ufo. De firma ging bankroet en de kantoren staan leeg. De jaren 70 leken zo mooi, elk gezin reed in een Yugo en kon op vakantie aan zee. Je zou voor minder aan Joegostalgie lijden. Maar het regime kocht de welvaart van toen op krediet, te veel krediet. Dusan toont een benzinebon en een bankbriefje van 5 miljard dinar uit 1993. De hyperinflatie bedroeg dat jaar één miljoen procent en kostte de Serviërs hun spaarcenten.

13. Belgrado-aan-Zee

Op vakantie gaan kan in Belgrado gewoon met de fiets. Omdat de zee op vijfhonderd kilometer ligt, heeft de stad haar eigen kust aangelegd op een kunstmatig schiereiland in de Sava. Stap, zoals wij, in Nieuw-Belgrado op het veerpontje en keer daarna terug naar de oude stad via het fietspad langs de Sava. Zo maak je een mooie, vlakke rondrit. Het meer van Ada Ciganlija is even schattig als Oud-Belgrado. Mensen baden in het ondiepe, lauwwarme water, zonnen op het kiezelstrand, drinken bier bij een houten chaletje. Het naaktstrandje is afgeschermd door hagen, waarschijnlijk om deftige dames niet te choqueren.

14. Kameraad Tito, ons wit viooltje

Over Tito valt iets positiefs te zeggen: hij bemoeide zich weinig met kunst en liet beter bouwen dan de doorsnee Oostblokdespoot. Hét architectuurjuweel uit zijn tijd, het Museum of Contemporary Art, is vorig jaar heropend na tien jaar renovatie. Stel je betonnen kristallen voor, gestut door glazen wanden. Het gebouw staat in Nieuw-Belgrado, aan de oever van de Sava. Tot januari 2020 houdt de wereldberoemde Servische kunstenares Marina Abramovic er haar eerste expo in haar geboortestad sinds 44 jaar. Ook de vaste collectie is ijzersterk. De blikvanger is Comrade Tito, white violet, our youth loves you, een grappige popartparodie op het portret van Tito dat in elk openbaar gebouw hing.

15. Is de stad ooit af?

De beste bezigheid in Belgrado blijft naar het water kijken. Mijmeren, flaneren, tafelen, dansen, je kiest maar. Aan de museumkade kan je op de splavs, rivierboten, een cocktail drinken met uitzicht op de citadel. Na zonsondergang veranderen ze in hedonistische dansclubs, een Ibiza op zoet water. Aan de overkant, in Oud-Belgrado, vullen chique eettenten geleidelijk de hallen van het oude douanewarenhuis op. Elk nieuw restaurant dat zich in de Beton Hala vestigt, verft de gevel en de kadereling helwit. Naar verluidt zal Belgrado, de witte vestingstad, af zijn als de hele reling geverfd is.

 

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer