De Far West van Frankrijk

9 minuten leestijd

Ook na anderhalve eeuw toerisme blijft de Gorges du Tarn een stukje Far West verdwaald in Zuid-Frankrijk, gieren inbegrepen. Vervang je mustang door een mountainbike en buffels door schapen, en de graslanden van Les Causses veranderen in een eindeloze prairie. Stap na zonsondergang op een supboard en je bent alleen op de wereld in de canyon.

 

reportage
  • Uitstappen en vakanties

Bootsman Jean-Paul Froment duwt onze platbodem met een lange stok door de ondiepe stroomversnelling. Vijfhonderd meter hoge kalksteenwanden schuiven voorbij. Witte uitwerpselen verraden de uitkijkpunten waar gieren de canyon afspeuren naar dode dieren. De vier soorten die in de Gorges du Tarn voorkomen, verdelen netjes het werk. De vale gier stopt zijn kale kop in het kadaver om spieren en ingewanden weg te vreten. De monniksgier verslindt de taaie huid, de pezen en het kraakbeen, de aasgier pikt de laatste vleesrestjes van het karkas en tot slot verbrijzelt de lammergier de botten. In een uurtje is het kadaver opgeruimd. Wat is de natuur bloedstollend mooi! Onze bootsman dankt zijn baan aan haar huiveringwekkende pracht. Vijf generaties geleden vervoerden de Bateliers des Gorges du Tarn al toeristen door de nauwe kloof. De Franse spoorwegen hadden de ruige, afgelegen streek vlot bereikbaar gemaakt en promootten haar als de plek waar je het Wilde Westen kan beleven zonder gevaar te lopen. Sinds de opkomst van het moderne reizen dromen we allemaal van grote avonturen met kleine risico’s.

Memorabele snor

Op mijn tienerkamer hing een affiche van de Franse spoorwegen over de Gorges du Tarn. Als een soort Alice ben ik dat woeste wonderland binnengestapt, of eigenlijk gereden. De weg loopt op de bodem van de kloof, langs middeleeuwse dorpen met stenen bruggen. Alle tunnels zijn nauw, alle overhangende rotsen beklemmend. Over een afstand van 52 kilometer ben je afgesloten van de buitenwereld. Tot 1904 verplaatsten de bewoners zich over het water met platbodems. Toen liet ene Jean Monestier het dynamiet en de houwelen aanrukken. In het dorp Les Vignes kreeg hij een monumentje langs ‘zijn’ weg. Ook zijn snor was zo te zien memorabel.

In elk dorp kan je ontsnappen uit het ravijn. Slingerende wegen klimmen naar de Causses, de kalksteenplateaus waar schaapskuddes grazen. Achter elke haarspeldbocht wacht een nieuw duizelingwekkend panorama. Bij het Maison des Vautours staan verrekijkers gericht op de gierennesten tegen de rotswand. Bij het Point Sublime kijk je zelfs neer op de boven de kloof zwevende aaseters. De naam verwijst naar een uitkijkpunt bij de Grand Canyon waar Buffalo Bill nog heeft geposeerd. Zijn rondreizende Wild West Show deed Europa honderd jaar geleden dromen van prairies en canyons. In Frankrijk kon je er gewoon met de trein heen.

Gondelier in de canyon

Jean-Paul staat rechtop als een gondelier, maar roeit niet. Hij laat de boot meedrijven met de stroom en stuurt bij met de lange stok. Intussen vertelt hij verhalen over al wat we zien. Ondanks de felle zon blijft de bodem van de boot koud. De eerste Bateliers namen in 1875 keukenstoelen aan boord. Daarop namen deftige dames en heren in stadskledij plaats. Zouden ze vaak overboord gekiept zijn?

Kajaks steken voorbij. Mensen zwemmen in het heldere water of zonnen op een kiezelstrand onder de rotsen. ‘De Bateliers zijn blijven bestaan omdat je de rotsformaties van Les Détroits alleen vanuit een boot kan zien’, zegt Jean-Paul. ‘Op die plek is de kloof op haar smalst.’ Wat heeft die middeleeuwers bezield om zich in een ruig ravijn te vestigen waar het water in een uur tijd een meter kon stijgen? ‘Je kon hier beter overleven dan op het kalksteenplateau. Op de rivier draaiden watermolens en tegen de hellingen groeiden druiven en peulvruchten op terrassen. De grote schaapskuddes, die elke lente en herfst voorbijtrokken, zorgden voor handelsinkomsten. Kijk naar de dorpsnamen. De bewoners van Les Vignes verhuurden zich als wijnarbeiders. La Malène, waar we vertrokken zijn, betekent gevaarlijke waadplaats.’

Suppen bij zonsondergang

Het is niet de enige keer dat we in La Malène te water gaan. De stroomversnellingen die Jean-Paul deskundig neemt met zijn stuurstok, kan je rechtstaand trotseren op een stand-up paddle board. Sébastien Guillot van Tanara Aventure biedt nachtelijke suptochten aan, met vertrek bij zonsondergang. Ik wurm me in een wetsuit, zoek mijn balans op de wankele plank en leer de basistechniek aan. ‘Kniel bij de moeilijkste passages’, adviseert Sébastien. Kan ik als beginner die stroomversnellingen wel aan?

Water schuimt witter dan wit in het avondlicht. En waar de rivier ons niet waarschuwt, kunnen we rekenen op Sébastien. Ik blijf verrassend gemakkelijk overeind, zeker als ik op de knieën ga. Na de eerste kilometer komen we in rustiger vaarwater. Dit is een veilig en klassiek traject. Muriel Simon van Canoë Blanc, die met fotografe Siska volgt in een kano, verhuurt in La Malène maar liefst driehonderd kano’s en kajaks. De firma bestaat al sinds 1973. Kanoën en kajakken is al jaren de populairste activiteit in de canyon.

Jaws, of toch bijna

De diepblauwe hemel geraakt besmeurd met roze vegen. Reigers komen op visjes loeren, vleermuizen en zwaluwen scheren langs de rotsen. Waar de rivier de rotswand raakt, lijkt het gladde, smaragdgroene water onpeilbaar diep. Ons groepje veroorzaakt amper een rimpeling. Jonas werd opgeslokt door de walvis, wij door deze besloten stenen wereld. Honderd meter hogerop, op de weg, rijden sporadisch auto’s voorbij. Hun koplampen schijnen over de rand.

In onze peddels zijn lampjes verwerkt. Ik knip ze uit, ga op mijn plank liggen en kijk naar de hemel. De rivier weerkaatst het koude blauwe licht van de sterren. Sébastien heeft de groep naar een met struikgewas begroeide oever geleid. Er is iets gaande. Ik nader voorzichtig, nu zie ik het ook. Onder onze boards cirkelen schimmen rond. Nog twee dreigende muzieknoten en dit is Jaws. ‘Stil’, fluistert Sébastien. ‘Als je er eentje opschrikt, klapt hij met zijn platte staart op het water en vluchten ze allemaal.’ Nooit gedacht dat bevers aan waterballet deden. Hun dikke lijven klieven gestroomlijnd door het water.

Gieren als huisdieren

Winter en zomer volgen elkaar niet op in de canyon, ze wonen het hele jaar samen. De dorpen op de westoever koesteren zich al in de ochtendzon terwijl de onbewoonde oostoever nog klappertandt in de schaduw. De bevers, die door het koude water glijden, komen meestal noordelijker voor. De gieren, die op de warme lucht boven de kloof zeilen, leven doorgaans zuidelijker. Het Maison des Vautours vertelt hun geschiedenis en kleeft als een gierennest boven de Gorges de la Jonte, een zijkloof van de Tarn. De echte nesten begluur je door de verrekijkers op het uitkijkplatform. In de filmzaal brengt ornitholoog Constant Bagnolini enthousiast verslag uit over het wel en wee van de gierenpopulatie. De reusachtige aaseters waren uit de streek verdwenen en werden in de jaren 80 opnieuw uitgezet. Intussen zijn er zeshonderd paren. Verrassend genoeg zijn ze even afhankelijk van de mens als een huisdier. ‘Onze natuur produceert te weinig krengen om gieren in leven te houden,’ vertelt Constant. ‘Daarom zijn er voerplaatsen ingericht, waar dode schapen of ander vee worden achtergelaten. Zonder veeteelt overleven de gieren niet.’

Draaimolen voor schapen

Na de canyon wenkt de prairie. De schapen van herder Anaïs begrazen het dunne laagje aarde dat de Causse Méjean bedekt. Daaronder schuilt een poreus kalksteenplateau dat de neerslag laat doorsijpelen naar de weelderig begroeide Gorges du Tarn. De prairie blijft schraal, maar biedt ruimte, want er wonen minder dan vijfhonderd mensen op 340 vierkante kilometer. Anaïs’ dorp telt slechts een paar huizen. Ze levert melk aan de kaasmakerij om de hoek en heeft het familiebedrijf veranderd in een levend museum. Je kan de historische boerderij bezichtigen en Anaïs opzoeken bij haar kudde. Vandaag staan de schapen op stal. Anaïs start een lopende band en schept er hooibalen op. In de stal ontstaat opgewonden geblaat. Ze stapt over de omheining om de dieren in de gaten te houden. ‘Ik controleer hun eetlust en gezondheid’, zegt ze. ‘Ze zien me als een lid van de kudde. Het lid dat ze eten geeft.’ De melkmachine is opgevat als een draaimolen. Om de schapen naar hun plekje te lokken, beloont Anaïs ze met Franse soya. ‘Een snoepje. Ze zijn er dol op. Om melk te krijgen, moet je iets teruggeven. We zetten in op kwaliteit. Daarom zijn we lief voor de schapen. Een dier geeft alleen het beste van zichzelf als je het goed behandelt.’

Fietsen op de prairie

Het landbouwerfgoed van de Causses en de Cévennes is door de Unesco erkend als werelderfgoed. We huren elektrische mountainbikes bij Mellow Vélos in Prades om oeroude kuddepaden te verkennen en af te dalen in de canyon. Verhuurders Geoff en Tessa, die de streek al twintig jaar kennen, hebben routes voor alle niveaus uitgestippeld. Ze hebben me gerustgesteld: de afdaling is slechts slightly technical.

Onze rit van dertig kilometer start in Mas Saint-Chély, nog zo’n groepje huisjes op de prairie. We verlaten het dorp en klimmen naar de eenzame middeleeuwse kapel op de heuvel. In de graslanden ontspint zich een web van boerenwegeltjes. Vanuit de auto gezien lijkt het plateau gezapig te golven. Als je fietst, rijst achter elke heuvel een nieuwe heuvel op. De zon schroeit, de wind waait, altijd hier. Droge stenen zijn in een ver verleden tot muurtjes gestapeld.

Afdalen in de canyon

Het landschap gonst en tsjirpt, zoals dat hoort in Zuid-Frankrijk. Schaduw ontbreekt, op wat plukjes pijnbomen na. De batterijen stuwen ons steile, stoffige hellingen op. Na een lus op het plateau komen we bij de Gorges du Tarn. Het ezelspad dat afdaalt naar Saint-Chély-du-Tarn, vierhonderd meter dieper, stevent recht op het ravijn af en begint dan haarspeldbochten te beschrijven. We stuiven naar beneden over glibberig grind, wegspringende keien, soms een drempel. Slightly technical betekent: je hoeft geen ervaren mountainbiker te zijn om hier je adrenalinekick te halen. Tegen de steile flank naast het pad groeit kreupelhout. Op een paar verbaasde wandelaars na kruisen we niemand. De canyon is van ons! In Saint-Chély moeten we hem opnieuw delen. Toeristen doen terrasjes, zonnen op het strandje onder de brug, bezichtigen de kleine waterval die in de Tarn sijpelt. Sainte-Enimie, vijf kilometer verderop, hoort met zijn oude stegen bij de mooiste dorpen van Frankrijk. Na de stoffige fietstocht voelt het als aankomen in een drukke oase. Van Saint-Enimie bestaan vast mooie oude affiches.

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer