Good morning, Vienna!

11 minuten leestijd

Sinds een dikke maand rijden er tweemaal per week rechtstreeks treinen van Brussel naar Wenen. De comeback van de nachttrein past in het momentum dat duurzaam reizen kent. Pasar nam de kans én de trein om het keizerlijke Wenen van een alternatieve en zijn groenste kant te gaan bekijken.

reportage
  • Uitstappen en vakanties

Ik ben een fan van treinen: de ideale manier om zonder veel inspanning te reizen en tegelijk een boek te lezen of te werken, of gewoon naar de voorbijglijdende landschappen te staren. En van nachttreinen: mijn huwelijksreis was met de nachttrein naar Milaan, als student reisde ik al door Scandinavië in nachttreinen (vooral om af en toe een overnachting uit te sparen), maar ook per nachttrein reisde ik ooit tussen Berlijn en Wenen, over Praag, en kreeg ik mijn eerste, nachtelijke glimp achter het IJzeren Gordijn. Hoewel de grenzen opengingen en we mobieler werden dan ooit, begonnen de nachttreinen minder vaak te rijden. In 2003 stopte de NMBS ermee. Erger nog, het is vandaag lastig na halfelf nog een trein naar Limburg te vinden…

De Oostenrijkse spoorwegmaatschappij ÖBB sprong in het gat dat de Deutsche Bahn in 2016 liet om de grootste aanbieder van nachttreinen in Europa te worden, met verbindingen tot Warschau en Rome, en nu tot Brussel. Door de toenemende bekommernis om onze ecologische voetafdruk en het groeiende inzicht dat reizen per vliegtuig geen zegen voor het klimaat is, lijkt er nu een momentum te zijn voor het internationale treinverkeer.

Wien 18.04 u

De Nightjet is keurig op tijd in vertrekstation Brussel-Zuid, met een Belgische locomotief tot het station van Aken. Nogal wat reizigers nemen foto’s van de aankondigingsborden met ‘Wien 18.04 u’ en van de nachthemelsblauwe trein. Hij rijdt nog maar een dikke week: voor iedereen is deze rit nieuw. We komen enkele minuten voor vertrek aan en stappen gewoon in. Wat een verschil met dat gedoe van aanschuiven, inchecken, bagage- en identiteitscontrole op luchthavens en zelfs met de hogesnelheidstreinen, waar je je tijdig moet melden alvorens te boarden. De slaapcabine is snel gevonden: drie zetels met een smal, wegneembaar tafeltje ervoor en een ingebouwde lavabo. Krap, maar gerieflijk genoeg. Er staat water, een tasje met een handdoekje, slippers, aperitiefkoekjes en oordopjes. De steward komt het ticket halen en geeft een woordje uitleg: waar de lichtknoppen en stopcontacten zitten. Toiletten en een douche zijn er aan het uiteinde van de wagon. Straks komt hij het bed uit de muur trekken en opmaken, de bestelling voor het ontbijt opnemen en het uur dat we gewekt willen worden – je wil niet om halfnegen wakker schrikken als de trein het Hauptbahnhof van Wenen al binnenrijdt.

De couchettes zijn wat minder luxueus (minder service bij het ontbijt, hardere bunks die je zelf moet opmaken, geen kaartsleutel), maar wat ruimer, als je er tenminste niet met zes personen in terechtkomt. Wat je kan vermijden met een toeslag van 20 euro. Alleszins comfortabeler dan de coupés met zetels, waar vooral jongelui languit of dwars over de banken een slaaphouding proberen te vinden. Het wordt een hete nacht. De amper regelbare verwarming rekent blijkbaar op vrieskou, maar begin februari is het 10 graden warmer dan normaal. En met het raampje op een kier buldert de wind naar binnen. De oordopjes zijn geen overbodige luxe. Midden in de nacht snijdt een ijselijk gekrijs door de coupéwanden. Moord in de Wiener Express? Nee, buren met een peuter… Toch verbindt de nachttrein medereizigers met elkaar: er wordt kennisgemaakt, gebabbeld, verbroederd. Een bus of vliegtuig kan niet op tegen deze mix van avontuurlijk reizen en kamperen in hetzelfde schuitje.

Actief passiefhotel

Met een lichte Nightjetlag worden we wakker met zicht op de Alpen in de verte. Tot Wenen rijden we ontbijtend door het vlakke landschap. Na aankomst in het Hauptbahnhof in een nieuw stadsdeel met veel glas en hoogbouw sporen we per metro verder naar het Boutiquehotel Stadthalle. Dat werkt actief aan de realisatie van een passiefhotel, met ruim 120 m² zonnepanelen en een warmtepomp, ledverlichting en ecodoucheknoppen, maar ook met krantenpapier als koffieonderzetters en de upcycling van stoffen in de meubels of van fietssturen in kapstokken. Marketingverantwoordelijke Maria Leifer: ‘Zo doen onze gasten ideeën op om zelf met afgeschreven producten aan de slag te gaan of om inspanningen te doen voor een duurzame levenswijze. Eigenaresse Michaela Reitterer, de tweede generatie van dit familiebedrijf, past zo haar persoonlijke filosofie toe op het hotel. ‘Het niet aanbieden van minibars alleen al bespaart 21 ton CO2 per jaar.’ Prettig voor ons is dat wie met de trein komt, meteen 10% korting krijgt.

‘We dromen van windturbines op het dak. Voorlopig blijft het bij lavendel en bijenkasten. Bij het ontbijt bieden we onze eigen honing aan. Naast andere louter biologische en regionale producten. Het enige dat niet regionaal is, is de koffie. En die wordt via een zeilschip, de Brigantes, uit Zuid-Amerika aangevoerd. Om verspilling van voedsel te vermijden, passen we ons ontbijtbuffet aan het aantal aanwezige gasten aan. Ook voor het personeel (dat, uitzonderlijk voor de horeca, vast en trouw in dienst is) maken we het zo aangenaam mogelijk: na de gasten ontbijten we samen. Het is een familiebedrijf, maar we voelen ons ook een familie.’

Gekweekt op koffiedik

Uiteraard doet het hotel ook 100% aan afvalrecyclage. In een stad als Wenen, die bekend staat om haar koffiehuizen, wordt dagelijks 80 tot 100 ton koffiedrab geproduceerd. Voor de vele toeristen in de koffiehuizen is het koffiedik kijken waar dat afval naartoe gaat, maar een 2,5 à 3 ton daarvan wordt wekelijks opgehaald – vooral bij grote hotels, bedrijven en ziekenhuizen – door een elektrische auto van een kleinschalige onderneming op Die Kleine Stadtfarm, een door de stad opgezet sociaal project aan de overkant van de Donau, op het terrein van een voormalige bioboerderij. ‘15 sociale projecten, waarin jongeren met problemen aan het werk gezet worden in onder meer groenteteelt en tuinverzorging, zijn hier aanwezig’, vertelt Manuel Bornbaum, zaakvoerder van Hut & Stiel (hoed en steel), een bedrijfje dat sinds vijf jaar oesterzwammen kweekt op koffiegruis.

‘Paddenstoelen groeien op hout. Koffiedik heeft zowat dezelfde chemische eigenschappen hiervoor en is – in tegenstelling tot hout – een zuiver afvalproduct, waar de producenten graag vanaf zijn en wij blij mee zijn.’ Vermengd met o.m. kalk en paddenstoelsporen wordt de drab in plastic zakken gestoken, die drie weken in een ruimte van 21 °C blijven liggen tot zich schimmel vormt. De zakken verhuizen naar een voormalige wijnkelder met een constante koele temperatuur, waar uit snedes trossen oesterzwammen komen, die per zak tot drie keer geoogst worden. ‘Uit 100 kg koffiedik komt zo’n 20 kg oesterzwammen voort. Die worden dan weer verkocht aan restaurants of verwerkt in pesto of goulash. Met de winst houden we vijf medewerkers aan het werk.’ De onderneming is niet louter commercieel: ‘We promoten zo het gebruik van oesterzwammen, een veel voedzamere paddenstoel dan de klassieke champignon, waarmee je je vleesverbruik kan verminderen.’  

Ook midden in de stad zijn er (openbare) tuintjes waar de Weners aangemoedigd worden te tuinieren. Op de enorme Karlsplatz – tegelijk park en verkeersknooppunt – is een hoek voorzien voor een eerste openbare onderzoekstuin voor stadstuinbouw. In Karls Garten wordt geëxperimenteerd met het cultiveren van groenten, kruiden en fruit in een stadsomgeving, onder meer in palletmeubels en gestapelde kistjes. In dit seizoen hangen er echter vooral zwervers rond.

Honing uit het museum

Wenen telt heel wat parken, 53% van het grondgebied is letterlijk groen: een pretpark voor bijen. Wenen heeft iets met bijen: de stad telt 600 imkers en 5.000 bijenkolonies, goed voor 200 miljoen bijen. De Wener Karl von Frisch kreeg in 1973 de Nobelprijs voor Fysiologie of Geneeskunde voor de ontdekking van de bijendans. 200 jaar tevoren stichtte keizerin Maria-Theresia in Wenen ’s werelds eerste imkersschool. Wereldbijendag (20 mei) valt jaarlijks op de verjaardag van Anton Janša, rector van die school. In het Bürgerpark liggen op deze onnatuurlijk warme februaridag al zonnekloppers op het gras. In de sierlijke serres van het park zitten een koffiehuis (uiteraard) en een vlindertuin, maar bijen zoeken het hogerop. Niet enkel op het dak van ons hotel: ook op de daken van de opera, het Secession-gebouw, het Hundertwasserhaus, de universiteit, het stadhuis en zelfs het centrale kerkhof. In de museumshops van de Hofburg, het natuurhistorisch museum en het Kunsthistorisches Museum wordt honing verkocht van de bijenkorven op de eigen daken.

’s Winters zoemen niet zozeer de bijen als wel de schaatsers over het enorme schaatsparcours voor het stadhuis. Ook de circa duizend openbare Weense drankfonteinen zijn in de winter niet in gebruik, maar ’s zomers voeren ze, gevoed door twee pijpleidingen met bergwater, dagelijks 400.000 m² vers water aan, met dubbel profijt: gratis zuiver drinkwater dat bovendien onderweg passeert door waterkrachtcentrales en 65 miljoen kW aan elektriciteit oplevert.

Wenen doet best wat inspanningen voor groene energie, en pakt ermee uit. Zo kan je achter de schermen kijken van de afvalverbrandingsoven van Spittelau, die ook aan de buitenkant de moeite van een bezoek waard is. Dankzij de kleurrijke aankleding door schilder/kunstenaar Friedensreich Regentag Dunkelbunt Hundertwasser (1928-2000, echte naam Friedrich Stowasser) lijkt het wel een Efteling-paleis. Hundertwasser is uiteraard beroemd om het grillige Hundertwasserhaus, een appartementsblok achter het station/winkelcentrum Wien-Mitte, goed voor wel hundert selfies per minuut.

Shoppen met zuiver geweten

Nog drukker kan het zijn in de Weense winkelstraten. De groene shopper kent echter ook daar zijn adresjes, waar ecologisch verantwoorde productie en fair trade centraal staan, zoals bij Grüne Erde, een interieurshop met schone kleren, regionaal gemaakte meubels en organische cosmetica. ‘Natuurlijk is dat duurder, maar wie betaalt er écht voor die 5 euro die je in sommige winkels aan een shirt geeft, denk je?’ is de retorische vraag van zaakvoerster Gabriele Kuntner. ‘Onze klanten weten dat ze hier niet enkel een uniek, verantwoord en eerlijk product kopen, maar ook kwaliteit die tientallen jaren meegaat. We willen de mensen bewust maken dat onze grondstoffen niet oneindig zijn en dat we er daarom zuinig en duurzaam mee moeten omgaan.’

Nog wat nadenkend over of we bereid zijn 30 euro te geven aan een T-shirt, lopen we tussen de Gucci’s, Chanels en Versaces in de drukke Innere Stadt naar de rust van de zaterdagse boerenmarkt op het stemmige plein Freyung. Er is keuze in alle mogelijke biologische producten: groenten, kaas, honing, vlees, wijn, vis… Samuel van Biofisch: ‘Onze karpers en zeelt worden lokaal in het Waldviertel in Niederösterreich gekweekt, met organische voedingsmiddelen, zonder antibiotica en op het ritme van de natuur, en pas vlak voor de verkoop geslacht.’

We ontvluchten de massa rond de Stephansdom en de warmte ondergronds. Boven ons hoofd horen we de paardenkoetsen met toeristen over de kasseien van de Hoher Markt kletteren, terwijl we tussen de resten van een Romeinse villa staan. Het kleine, maar moderne Romeins museumpje aan het plein toont niet enkel opgegraven voorwerpen uit 350 jaar Vindabona, de in de eerste eeuw aan de Donau gestichte legioenstad, maar ook de opgravingen die er in 1948 gedaan zijn. De vloerverwarming van de tribuun die er leefde, is nog deels intact. Is hij het die de stad zo warm stookt? Buiten is het inmiddels donker. De merels fluiten hun avondlied. De nachttrein wacht.

Nightjet naar Wenen

Op 20 januari 2020 kwam voor het eerst in 17 jaar weer een nachttrein aan in ons land.

  • Tweemaal per week rijdt de Nightjet heen en terug tussen Brussel-Luik en München-Innsbruck en Linz-Wenen (splitsing in Nürnberg).
  • De Oostenrijkse spoorwegmaatschappij ÖBB is met 27 reistrajecten (1,6 miljoen reizigers in 2018) de grootste Europese aanbieder van nachttreinen.
  • Dit netwerk van nachttreinen vervangt vandaag 12.000 korteafstandsvluchten.
  • Een reiziger Wenen-Brussel veroorzaakt per treinreis 10 keer minder CO2-uitstoot: 410 kg (vliegtuig) vs. 40 kg (trein).
  • De stroomvoorziening van de ÖBB-treinen is 100% afkomstig van hernieuwbare energie.
  • In Europa is het internationale treinverkeer goed voor slechts 9% van het totale personenverkeer.
  • Zitplaatsen vanaf € 29; couchettes (€ 79) en slaapcabines (€ 139) zijn incl. ontbijt. Lakens, dekens en kussens worden voorzien.
  • Het loont de moeite prijzen te vergelijken op de sites van NMBS (belgiantrain.be), ÖBB (oebb.at) en Nightjet.
  •  Er is geen restauratiewagen, maar je kan broodjes, soep, cheeseburgers e.d. kopen.
  • Je kan je vrij bewegen door de trein, waarin ook douches aanwezig zijn.

www.nightjet.com

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer