Het mooiste van het Land van Herve

11 minuten leestijd

Verstopt tussen de Voerstreek en de Oostkantons ligt het pastorale Land van Herve. Tussen met hagen omzoomde weilanden en boomgaarden liggen ingeslapen dorpjes die de stempel van Les plus beaux villages de Wallonie kregen. Je kan ze alleen op ’t gemakje savoureren, net als de kaas en andere streekproducten.

Tekst Frederic Eelbode - Foto’s Thomas De Boever

praktisch
  • Uitstappen en vakanties

In het oude treinstation van het marktstadje Herve staan de houten banken van de wachtzaal nog op hun plaats van weleer. Het zijn robuuste, massieve meubelen die de tand des tijds zonder kleerscheuren hebben doorstaan. Ze getuigen van de ontluikende industrialisering tussen Luik en Aken. Herve ligt op het traject met Blieberg – Plombières in het Frans, genoemd naar de loodertswinning. De ijzeren weg is er al vele jaren verdwenen, maar de spoorwegbedding ligt er nog altijd. Zoals op zovele plekken in Wallonië kwam er een RAVeL in de plaats, het bekroonde fietspadennetwerk op de vroegere spoorwegbermen.

Stinkkaas

Voor we de fiets nemen, om het Plateau van Herve zonder al te veel hoogtemeters te overbruggen, bezoeken we de Espace Saveurs in het oude treinstation. De tafel is alvast gedekt. De lichten gaan uit en dan vertelt een historische figuur het verhaal van het vruchtbare Land van Herve. Op enkele industriegebieden aan de snelweg E40 na, is dit vooral een landbouwgebied. In het groene, flink glooiende landschap zie je niet veel bos, maar vooral weiden en boomgaarden, omzoomd door de typische hagen. Een coulisselandschap. Als je hier wandelt of fietst, zie je afwisselend beplanting en bebouwing verdwijnen en weer opduiken.

Het Land van Herve is een boerenstreek met intensieve veeteelt. Koeien dus. Die produceren melk. En van die rauwe melk maken ze de Europees beschermde Hervekaas. Een echte stinkkaas. Al zou je het ook gewoon een indringende geur kunnen noemen en de smaak lekker pittig. Judith snijdt enkele stukjes af zodat we kunnen proeven. ‘We hebben een zachte en een pikante variant’, legt ze uit. ‘De specifieke smaak komt van de zoutkorst. We laten de kaasjes – allemaal in kubusvorm – lang rijpen waardoor ze lang goed blijven. Dat was vroeger belangrijk om ze te kunnen transporteren.’

De Hervekaas staat op elke menukaart in het gelijknamige Land. En ook thuis heeft iedereen altijd een blokje liggen. ‘Voor bij de boterham, in een slaatje, om er een romige saus van te maken of gewoon om de maaltijd mee af te sluiten’, tipt Judith, terwijl ze een glas cider van de streek uitschenkt, een mousserende appelwijn. Overal in het Land van Herve zie je hoogstammige appel- en perenbomen. Waarvan de oogst heel vaak in de Luikse stroop terechtkomt. Ook al een streekproduct. ‘Heerlijk in combinatie met de Hervekaas, op de boterham of om gewoon naar binnen te lepelen om je vertering een handje te helpen’, geeft Judith nog mee.

Charmant Clermont-sur-Berwinne

Allerlei beken en waterloopjes hebben het Land van Herve geboetseerd tot een feeërieke opeenvolging van plateaus en dalen. Vanop de hooggelegen RAVeL 38 zien we mijlenver een groen, weids panorama vol weilanden, hoeves en dorpjes. Op weg naar Aubel botsen we nogal snel op het Fort van Battice. Een gigantisch betonnen bouwwerk met ondergrondse bunkers dat de stad Luik tegen de vijand moest beschermen. Het fort hield in 1940 twaalf dagen stand. We laten de oorlog aan ons voorbijgaan en fietsen voort.

De volgende stop is Clermont-sur-Berwinne, een van de vier dorpen in het Land van Herve die in de lijst staan van Les plus beaux villages de Wallonie. De Place de Halle bestaat uit een hobbelig tapijt van grijze kasseien, op de elegante gevels met afwisselend de typisch donkerrode baksteen en grijze zandsteen kan je de opeenvolgende bouwstijlen aflezen. Het vroegere gemeentehuis met zijn peperbusvormige toren is de blikvanger van het plein, net als de grootse zeventiende-eeuwse Saint-Jacques le Majeurkerk – een halte op de pelgrimsroute van Keulen naar Santiago de Compostela. De vele windvaantjes wensen hen een behouden tocht toe.

Twintig jaar houdbaar

In Aubel komen we weer in een levendig marktstadje terecht, letterlijk. Zowel op dinsdag- als zondagochtend houden ze hier markt en die lokt bezoekers uit de hele streek, ook uit de Vlaamse Voerstreek, Nederlands Limburg en het Duitse Rijnland-Westfalen. Het drielandenpunt ligt maar even verderop. Op de gezellige markt hoor je zowel Frans, Nederlands, Duits en iets wat op de drie talen lijkt. Hier wordt in het Plat-Diets gekaljd. Ze konden eeuwenlang niet kiezen tussen Nederlands of Duits en cultiveerden dan maar hun eigen taaltje, dat nog het meest aan het Lëtzebuergs doet denken. Uiteindelijk kwamen ze in de jaren 60 bij het Franstalige Wallonië terecht.

‘Ach, taalissues, daar doe ik niet aan mee’, bromt Claudy Nyssen van de Siroperie artisanale d’Aubel. Hij hoort tot de twaalfde generatie stroopmakers, vertelt hij trots tijdens de rondleiding in het ambachtelijke familiebedrijf. ‘Stroop is een natuurlijk product dat je verkrijgt als je het sap van peren en appels op hoge temperatuur kookt. De kunst bestaat erin de koperen potten op het juiste ogenblik van het vuur te halen zodat de stroop niet te lopend en niet te vast is. Dat leerde ik van mijn vader en ik geef de kennis door aan mijn zoon Antoine, die ondertussen ook al een paar jaar in het bedrijf werkt.’

Het geheim van de ambachtelijke stroop van Aubel? ‘Zowat elke boer heeft hier vanouds een hoogstamboomgaard waar hij traditionele zoete en zure appel- en perenrassen kweekt, het groene goud van het Land van Herve. De mix van kwalitatieve vruchten geeft elke ketel stroop weer een eigen smaak, in tegenstelling tot de industriële stroop die altijd hetzelfde smaakt en waar ze vaak dadels of suiker aan toevoegen. Wij voegen niets toe. Geen suiker, geen kleurstoffen en geen bewaarmiddelen. Toch blijft de stroop tien tot twintig jaar houdbaar.’

Verzonken landschap

Nog een langere traditie kent de abdij van Godsdal (Val Dieu). In 1216 vestigden cisterciënzermonniken zich in de dunbevolkte vallei van de Berwijn. In de daaropvolgende eeuwen cultiveerden ze de onherbergzame bossen en begonnen met de ontwikkeling van de sappige weilanden die het uitzicht van het Land van Herve bepalen. Van de dertiende-eeuwse gebouwen staan er niet veel meer overeind, maar uit later eeuwen dateren het fraaie kasteel, de kloostergangen en de werkplaatsen. Geheel naar de monastieke traditie – en misschien een beetje om toeristen te plezieren – wordt in de historische gebouwen weer bier gebrouwen.

Minstens even sereen als de abdij in haar dal, ligt op het plateau van Hendrik-Kapelle (Henri-Chapelle) het Amerikaans soldatenkerkhof. Op een uitgestrekte grasvlakte van 23 hectare staan achtduizend opstaande kruisen en enkele davidsterren uit wit carraramarmer. Hier zijn de militairen begraven die sneuvelden toen de Amerikanen van september tot december 1944 richting Duitsland oprukten, en vooral tijdens het Ardennenoffensief, de tegenaanval van de nazi’s in december 1944. ‘Silence please’, staat er op een groot bord als je de begraafplaats betreedt. Zelden is een waarschuwing zo overbodig. Je wordt vanzelf stil. Helemaal koud krijg je het als je de graven van de drie broers Glenn, Robert en James Tester naast elkaar ziet liggen.

Twee voor de prijs van één: Olne en Soiron

Om te bekomen van zoveel oorlogsleed gaan we wandelen. Langs de eindeloze hagen en rijen knotwilgen, op de vele holle wegen en kerkwegels die het Land van Herve rijk is. Op slechts enkele kilometers van elkaar liggen les plus beaux villages Olne en Soiron. Als je door het verzonken landschap stapt, zie je de leistenen spits van de beschermde Sint-Sebastiaanskerk van Olne liggen. Ze is opgetrokken in Maaslandse renaissance. Gegoede burgers en rijke boeren lieten zich door die bouwstijl inspireren waardoor de kalkstenen gebouwen in het dorp een harmonieus geheel vormen. Ze getuigen van een nijver verleden met onder meer kalksteengroeves, lakenfabrikanten en spijkersmeden.

In het groene dal van het heldere Bola-riviertje ligt Soiron, met zijn traditionele woningen uit de zeventiende en achttiende eeuw. In de schaduw van de Sint-Rochuskerk ontdek je in de schilderachtige steegjes kruisen, niskapelletjes, de oude pastorie, twee kastelen en een openbare wasplaats. Een constructie met 160 gaten is een droogast. In het verleden teelden de inwoners hier kaardenbol. Ze hingen de distels te drogen in dit bouwwerk en verkochten de droge planten aan wevers zodat die hun stoffen konden kaarden, zeg maar ontwarren.

Schilderachtig Limbourg

Een stukje verderop, richting Ardennen, ligt Limbourg, de vroegere hoofdstad van het hertogdom Limburg. Dit was ooit een oninneembare vesting op een steile rots. Ze onderging talloze belegeringen, maar de afgelopen 200 jaar leek het stadje immuun voor de trein der vooruitgang. Om het dorp binnen te rijden, moet je doorheen de middeleeuwse vestingmuur. Binnen de omwalling word je terug in de tijd gekatapulteerd. De gotische kerk, de stille straatjes en het geplaveide plein, omzoomd met lindebomen, geven Limbourg een schilderachtig karakter. Het is terecht een van de mooiste dorpen van Wallonië. De luiken en deuren zijn in een Provençaals blauw geschilderd, de kleuren van het dorp. Je kan haast niet geloven dat dit ooit de hoofdstad van een machtig hertogdom was.

Helemaal anders is het gesteld met de Gileppe, een zijrivier van de Vesder. Ze viel in het oog van ingenieurs om er een stuwmeer aan te leggen. Koning Leopold II huldigde de stuwdam in 1876 in. Een zandstenen leeuw van 300 ton op de dammuur vereeuwigde de inhuldiging. Vanaf de uitkijktoren van 77 meter hoog krijg je een adembenemend uitzicht op de beboste vallei, de leeuw en het meer. Om veiligheidsredenen is watersport op het meer verboden, maar het is wel een populaire uitvalsbasis voor wandel- en fietstochten.

Sinds kort kan je er ook tochten maken op een trottinette électrique, een elektrische step met dikke mountainbikebanden. Wij kiezen voor deze nieuwigheid om een rondje om het meer te maken. Voor we vertrekken, krijgen we een helm en een rugzak. De batterij om de step van stroom te voorzien zit de hele weg op je rug, maar dat stoort niet. Het is wel wennen om rechtstaand door een bos te scheuren, zeker omdat je behoorlijk wat kracht op je voeten zet. Maar het is simpel en plezant. Nog een tip: doe een waterdichte broek aan. Als je door plassen rijdt, krijg je nogal gauw modderspatten op je benen. En de tocht is bijzonder mooi. Je voelt en ruikt in de dichte sparrenbossen dat de Ardennen hier vlakbij zijn.

Les plus beaux villages de Wallonie, c’est quoi?

In Wallonië zijn er talloze mooie dorpen, maar niet allemaal staan ze op de lijst van de vereniging van Les plus beaux villages de Wallonie.

De officiële Mooiste Dorpen moeten aan enkele basisvoorwaarden voldoen:

  • Ze vertonen een landelijk karakter
  • Ze beschikken over minstens één beschermd monument
  • Het gemeentebestuur of het verenigingsleven moet concrete acties ondernemen om het dorpspatrimonium in stand te houden.

Oorspronkelijk stonden 12 dorpen op de lijst, ondertussen zijn het er 30. Het Land van Herve is ruim bedeeld met 4 Mooiste Dorpen: Clermont-sur-Berwinne, Limbourg, Olne en Soiron.

De vereniging van Les plus beaux villages heeft ook 2 gratis brochures uitgebracht. In de ene staan alle dorpen opgelijst samen met een woordje uitleg en een plattegrond met de belangrijkste bezienswaardigheden van elk dorp. In de andere brochure staan uitgestippelde wandelingen van rond de 10 kilometer in de buurt, ook weer met plannetjes, uitleg en mooie foto’s.

www.beauxvillages.be

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer