Provençaalse western in de Camargue

12 minuten leestijd

Steek in Arles de Rhône over en je bent in het Parc naturel régional de Camargue. Je kan hier roze flamingo’s spotten, witte paarden berijden en wilde stranden opzoeken. Er zijn cowboys, farmers en zwarte stieren. In de Provençaalse Far West geldt maar één wet: verlaat de grote weg en vreet zand, zout en grind. Je bent pas echt in de Camargue geweest als je kan tekenen in het stof op je auto.

 

reportage
  • Uitstappen en vakanties

1. A man with no name

Ik duw de slepende deur van mijn kamer open en word verblind door het licht. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes zoals Clint Eastwood in een spaghettiwestern en tuur over de prairie. Is er een buffel of cowboy in zicht? Nee, het is Guillaume Linsolas, manadier van beroep. Of, zoals hij het uitdrukt, een herder te paard. Zijn kudde bestaat uit zwarte stieren. De sterkste en slimste traint hij voor de stierenrennen. Ze zullen lang leven, misschien zelfs beroemd worden. Ik heb overnacht op zijn farm, de Manade des Baumelles.

Er is geen tussenweg: je houdt van de Camargue of niet.

Me verbaasd over de ruwe, rare meubels. ‘Getimmerd met aangespoeld hout’, vertelt hij. Daarom heet de gastenkamer ‘Entre mer et marées.’ Zo kan je dit ruige, vlakke land ook typeren. Het stukje Provence tussen de zee en het vasteland, gevoed door de zoete Rhône en bedreigd door de zoute Méditerranée. ‘Je houdt van de Camargue of niet’, zegt Guillaume.

‘Je hebt hier muggen, hitte, stof en wind. Ik hou ervan.’ En hij geeft zijn paard de sporen. Ik tuur naar de horizon, zoals de man with no name uit de spaghettiwestern. Ik ben welkom. Elke toerist is dat. De unieke cultuur van de Camargue overleeft bij gratie van het toerisme. Maar zonder compromissen. Je kan je helemaal onderdompelen in de streek en toch blijf je een buitenstaander.

2. Eeuwige rijstvelden

Uit de kapeltoren hangen ruwe touwen. Tien minuten voor de mis komt een monnik de klok luiden. De laatste graaf, een vrijgezel, schonk het Domaine de Bouchaud aan een kloosterorde. De vijftien paters wonen in de herenboerderij met klapluiken en de familie van Stépan Bonistalli bewerkt hun land al vijftig jaar. ‘Kijk’, zegt hij, ‘deze plataan dateert van honderd jaar voor de Franse revolutie.’ Het lijkt alsof de jaartelling hier 1789 heeft overgeslagen.

Een paar kilometer verderop raast het verkeer aan negentig per uur van Arles naar Saintes Maries de la Mer. Hier, tussen de wijngaarden en rijstvelden, komt haast alleen voor als een pater zich naar de mis rept. Stéphan laat ons zijn bekroonde wijnen proeven in de oude proefruimte. 1690, staat op de sluitsteen van de poort waar vroeger koetsen doorheen reden. Het is het rijstveld dat de wijngaard mogelijk maakt.

Hoe dat zit, legt hij uit tussen de groene halmen. De bodem van het rijstveld is biljartvlak want elke plant moet even diep in het water staan. ‘De rijst regelt de waterhuishouding in de Camargue’, zegt Stéphan. ‘De velden liggen maar een meter boven het zeeniveau. We bevloeien ze met rivierwater en dat ontzilt de bodem. Zonder rijst stijgt het zout en wordt de landbouw onmogelijk.'

3. Een tafel in de Camargue

Opeens landt er een sprinkhaan op de tafel. Hij hopt over twee glinsterende keramieken schotels. De ene bevat inktvis met wortels en sinaasappelzeste, de andere plakjes van stierenvlees met prei. We scheppen onze porties op.

De met passiebloem begroeide pergola zoemt van de bijen. De moestuin waarop we uitkijken, zindert van de hitte. Ondanks de Michelinster past een deftig pak niet bij La Chassagnette. Het restaurant huist in een oude schaapskooi, hartje Camargue. Waar de herder zijn kudde hoedde, strekt zich de grootste gastronomische tuin van de Provence uit.

Tuinman Claude wroet in de zware kleibodem. Voor de Rhônedelta was ingedijkt, wandelden de rivierarmen door de Camargue. Eetbare bloemen, kruiden, fruit, groenten, ze groeien als kool.

‘Onze tuin dicteert de keuken’, vertelt chef­kok Armand Arnal. ‘We starten met de groenten en voegen dan de proteïnen toe. Wat niet uit de tuin komt, komt uit de streek. Ik hou van het helle licht, de ruimte en het ruige landschap. Aan tafel moet je de Camargue zien, horen en proeven.’ Voor één keer is het niet erg als er een sprinkhaan in je bord landt.

 

4. Scène uit een huwelijk

Hélène en Patrick Michel proeven druiven in hun wijngaard.
Zij: ‘C’est sucré quand-même.’
Hij: ‘De schil is al goed maar nog te weinig geparfumeerd.’
Zij: ‘Ik proef alleen suiker en wrangheid.’
Hij: ‘Ja, de fruitsmaak ontbreekt nog.’
Zij: ‘Om maandag te plukken, ça va.’ (Proeft nog eens). ‘Ze gaan heel goed worden.’
 

 

De boerderij wordt van generatie op generatie doorgegeven. Er is altijd werk.

Het tafereel had zich drie generaties geleden kunnen afspelen, toen de familie Michel zich op de Mas de Valériole vestigde. Irrigatiekanalen bakenen het domein af. Patricks broer kan de sluizen openzetten om de rijst, tarwe of zonnebloemen te bevloeien. De druiven krijgen minder hulp. Ze moeten met hun wortels de zanderige leemkalkbodem aftasten naar water. De wijnbouw gebeurt hier biologisch; bescherming tegen ziektes komt van koperpoeder, zwavel en de Mistral.

Vandaag is de wind vriendelijk, hij waait hard genoeg om de muggen te verjagen. De rijst ritselt, de pijnbomen langs de stoffige oprijlaan wiegen, de oude plataan op het erf maakt muziek. Toen we aankwamen, was Hélène vijgen aan het snijden om confituur te maken. ‘Ik ben altijd in de weer’, zegt ze, ‘ik draag altijd een schort.’ Drie gezinnen, ook Patricks ouders, leven van de zes eeuwen oude boerderij. De volgende generatie staat klaar. Allemaal jongens! Dagen, seizoenen en jaren drijven hier voorbij. Het leven in de biologische wijngaard is een kringloop.

5. Pioniersstad op de prairie

Arles by night. Wat een drukte! Het is na negenen, ik prik mijn vork in een gezond biologisch gerecht bij Chez Fred en zie de wereld langs het terras wandelen. De Rue des Porcelets waar we eten hecht la Cité, het stadscentrum met de Romeinse monumenten, aan la Roquette, de artistieke wijk waar vroeger de scheepsbouwers werkten. Arles bestrijkt een kwart van een doorsnee Belgische provincie.

De Rhône scheidt de verlichte stad van de duistere Camargue. Overdag zoeken de verweerde huizen in de stegen elkaars schaduw op. Na zonsondergang vult de spookstad zich met leven. Ontzettend veel mensen gaan uit op een kleine ruimte. De pionierssteden van de Far West vormden oases van vermaak op de prairie. We moeten de bars vervangen door saloons en de pastis door whisky!

Patrick's wijnen zijn revolutionair. Zijn wijn zonder bewaarmiddel kan je 2 jaar houden.

Rond elf uur ’s morgens wordt het te warm om te werken. Patrick neemt een pauze en kijkt uit over zeventien hectare wijngaard. Dit gedeelte van zijn domein grenst aan de Rhône. Arles ligt aan de overkant. ‘Soms vinden we hier Romeinse munten of aardewerk’, zegt hij. De wijn gist in oude betonnen vaten. Hij schuimt door de CO2 die vrijkomt.

Ouderwets, zoals druiven proeven om hun rijpheid te testen? Nee hoor. De nieuwe wijnboeren zien meetinstrumenten als hulpmiddelen voor hun zintuigen. Het suikerpeil kan je meten, de rijpheid moet je proeven. Patrick is een bescheiden revolutionair. Dat ontdekten we de vorige dag tijdens de wijnproeverij. Hij probeert altijd nieuwe dingen uit. Een wijn zonder sulfieten, bijvoorbeeld. Dat betekent: zonder bewaarmiddel. En toch is hij twee jaar houdbaar. ‘Het komt erop aan om kraaknet te werken.’

De nieuwe aanwinst is de krachtige rode wijn Cham Cham. Welke prijs ik daar zou op plakken? Dat heeft een wijnboer me nog nooit gevraagd! De wijn dankt zijn naam aan een liedje uit de spaghettiwestern A fistful of Dynamite. De Franse titel is Il était une fois… la révolution.

 

6. Wijnen en spaghettiwesterns

7. De stier bijt in het stof

Vandaag worden twee jonge stieren gebrandmerkt in La Manade Jacques Bon met het embleem van de farm. Vijftig bezoekers komen kijken naar deze ferrade. Zonder toerisme kunnen de honderd stierenfarms op de Camargue niet overleven. Vijf gardians zitten fier in het zadel. Ze dragen kleurrijke hemden. Met een staf die uitloopt in een drietand, zullen ze de zwarte stieren in toom houden. De kudde graast in de verte op het vijfhonderd hectare groot domein.

De ruiters stuiven weg in galop. Ze scheiden de jonge stier van de kudde en brengen hem naar het stukje zanderige prairie waar het brandmerken gebeurt. Ze overmeesteren de stier, dwingen hem tegen de grond. Hij hijgt, zweet, briest, blaast en schuimbekt. Toeristen maken foto’s. Het brandijzer doet zijn vacht vuur vatten. De stier wordt bevrijd, loeit van ontevredenheid, schiet weg en voegt zich weer bij de kudde. Over anderhalve maand is er alleen nog het litteken en de herinnering aan de enige dag in zijn leven dat hij in het stof bijt.

 

8. Zoute bloemen voor Carmen

De ouverture uit de opera Carmen schalt door de houten arena. De gardians die zojuist de stieren brandmerkten, groeten de toeschouwers. Stierenfarms trainen hun stieren. In deze kleine arena leren jonge dieren de bewegingen die ze later gebruiken in de prestigieuze arena’s van Arles of Saintes Maries de la Mer. Voor de stierenrennen beginnen, tonen de gardians hun rijkunsten. Jeannot is tachtig en komt al veertig jaar helpen op de Manade Jacques Bon, uit passie voor paard en stier.

Vanuit het zadel moet hij een boeket uit het zand grissen en het naar zijn Carmen brengen zonder dat de andere ruiters het afpakken. Bij winst mag hij Carmen een kus geven, bij verlies… zijn paard. De bloempjes in het boeket heten saladelle. Ze overleven op de zoute bodem omdat ze zout kunnen uitstoten via hun bladeren.

9. Hef het heilig glas! (En zing.)

La Manade Jacques Bon kweekt stieren voor de stierenrennen. In de kudde van 220 dieren worden elk jaar vijftig kalveren geboren. Vandaag worden twee jonge stieren gebrandmerkt met het embleem van de farm. Vijftig bezoekers komen kijken naar deze ferrade. Zonder toerisme kunnen de honderd stierenfarms op de Camargue niet overleven. In de grote haard gaart de vis boven het houtvuur. We delen de lange gastentafel met toeristen en mensen uit de streek.

Lou Mas Doù Juge was vroeger farm én vredegerecht. De rechter kon elke dag een zitting bijeenroepen, ook op zondag. Vandaag kom je hier uit vrije wil om de beste traditionele streekkeuken te proeven en ben je waarschijnlijk even verbaasd als ik dat de maaltijd begint met een welkomstlied. La Salve del Olé Olé is een liedje uit Sevilla. Na het dessert zingt de hele tafel La Coupo Santo. Opgelet, voor de Provençaalse hymne mag je niet applaudisseren.

De Camargue is een hutspot met vele ingrediënten.

Ik heb intussen begrepen dat de Camargue een hutspot is. Een vissersvolk dat stieren hoedt. Cowboys die tellines, lekkere schelpjes, rapen in ondiep water. Provençalen beïnvloed door de Spaanse zigeunercultuur. De Gipsy Kings komen uit Arles en hun muziek teistert de streek erger dan de muggen.

10. Zout op mijn huid

Ik sta op blote voeten op de onverharde weg tussen de zoutmeren en kijk naar de flamingo’s. De strakke wind koelt de hete namiddagzon af. Hij heeft zand en zout in mijn haar geblazen, het zweet op mijn slapen gedroogd en mijn voeten bedekt met stof. Ik pas helemaal bij het landschap. Auto’s keren behoedzaam terug van het strand. Tien kilometer kuilen en duinzand moet je trotseren om de mythische Plage de Beauduc te bereiken.

In een gewone auto, want betonblokken versperren de doorgang voor brede terreinwagens. Je rijdt het brede harde strand op, parkeert, kijkt naar de kitesurfers, gaat zwemmen, houdt een barbecue, slaapt onder de sterren. Oude hippiedromen leven hier nog. Op de terugweg stop je voor foto’s van een buitenaards landschap waarin het onderscheid tussen zout en zand vervaagt. Zoals op je huid.

De eerste stier komt van Manade des Baumelles. Guillaume hoopt dat hij na zijn kwartier in de arena nog veel linten draagt. Dat hij het slim speelt en de razeteurs de stuipen op het lijf jaagt. Ze lokken de stier, graaien naar de linten, rennen weg, springen over de rode balustrade. Oh jee, de stier wipt er mee over. Dat is niet dom van hem. De arena houdt haar adem in zoals ze dat sinds de Romeinse tijd niet meer heeft gedaan. Na tien jaar carrière mag de stier op pensioen. Uiteindelijk zal Guillaume hem rechtopstaand begraven, met zijn hoofd naar de zee. Zijn portret hangt hij aan de muur, bij de andere grote stieren die zijn farm heeft voortgebracht. Nog jaren zal hij bezoekers verhalen vertellen over zijn stier die schitterde in de arena van Arles.

 

Tekst Gert Corremans - Foto’s Michaël Dehaspe

Dit artikel is verschenen in juni 2016.

 

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer