Slovenië: ski- of citytrip?

10 minuten leestijd

Je familie wil skiën, jij zit eigenlijk alweer te verlangen naar een lekker mediterrane vakantie? Dé bestemming die al jullie wensen vervult, blijkt Slovenië. Want in Krvavec of Rogla ski je gemoedelijk met het hele gezin, in de Logar-vallei kraakt de sneeuw onder je schoenen en met een citytrip Ljubljana waan je je in… de lente.

reportage
  • Uitstappen en vakanties

Toen we tien waren en het IJzeren Gordijn nog niet knarste of piepte, reden we vanuit het Oostenrijkse Karinthië ooit de grens met Joegoslavië over. Een avontuur dat ons naar Ljubljana bracht, en diezelfde avond terug naar het ‘vrije Westen’ voerde. Vandaag is het noordelijke stuk van het voormalige Joegoslavië het meest verwesterde deel van Oost-Europa: welkom in Slovenië.

De Sloveense Alpen zijn alpien én mediterraan tegelijk.

Je wordt er ook tijdens de winter met open armen ontvangen. Op een zucht van bekende skiregio’s als Bad Kleinkirchheim en de Turracher Höhe liggen wintersportbestemmingen in Slovenië die het goede van Oostenrijk koppelen aan de bries die uit de Middellandse Zee waait: de Sloveense Alpen zijn alpien én mediterraan tegelijk. Dat merken we in Krvavec. Dat is het eerste skigebied dat we tijdens ons bezoek aan Slovenië onder de latten krijgen. Het ligt op een halfuurtje rijden van de luchthaven van Ljubljana.

Wat ons meteen opvalt, is hoe de zuidoostelijke Alpen hier ‘plots’ beginnen: terwijl de luchthaven op een stuk land ligt dat plat als een vijg is, rijden we plotsklaps bergop, om in Krvavec te belanden. Op 1.450 meter hoogte nemen we de kabelbaan naar het hoogste punt van Krvavec: 1.971 meter. Niet hoog? Neen, niet voor wie Zwitserland of Oostenrijk gewend is. Ook het hoogteverschil is daardoor relatief beperkt: je daalt nooit meer dan 500 meter. Maar het skiën is bijzonder fijn. We glijden over de harde voorjaarssneeuw gemoedelijk naar beneden.
We houden halt net onder een gigantische zendmast. Hier staat een hotel uit de jaren vijftig, midden op de piste. Josip Broz – beter bekend onder zijn titel ‘maarschalk Tito’ – wist waar hij het mooiste uitzicht had, denken we. Hij liet hier een ietwat pompeus aandoend betonnen gebouw neerpoten. Vandaag ligt het naar communisme ruikende hotel er wat verlaten bij. Je kan er een koffie drinken, maar de huidige uitbater van het skiresort van Krvavec – de industriële groep Unitur – vindt maar geen overnemer: de concurrentie van het wat dieper gelegen Hotel Krvavec is bikkelhard. Nu is het oude hotel niet meer dan een curiosum op de skipiste, waar iedereen voorbijglijdt.

Van puin naar barok

In de verte staren we over een bijna duizelig makende oneindige vlakte. Ver voorbij de luchthaven kijken we richting Sloveens binnenland. Nog wat verder ligt Triëste aan de Italiaanse Adriatische Zee. En ten noorden van ons flirten de Alpen met de Oostenrijkse grens. Duidelijk zichtbaar is de Triglav (letterlijk: de ‘driekoppige’): met zijn 2.864 meter de hoogste top van Slovenië, en meteen het nationaal symbool van het land. De drie toppen staan voor verleden, heden en toekomst.

Skiën in Krvavec is leuk, gemoedelijk, familiaal. Maar ook wie het wat sportiever wil, komt hier goed terecht. Het skigebied van oude opa Tito zou wat modernere liften kunnen gebruiken, maar op zich is dat niet erg. Te veel liften zouden ervoor zorgen dat het eerder kleine gebied overbelast wordt. Op zaterdagen met sneeuw en mooi weer komen hele horden Slovenen naar Krvavec om een dagje te skiën. En te druk willen ze het nu ook weer niet.

 

Maar laten we het wat minder ver zoeken. De 30 kilometer aan skipistes hebben we snel verorberd. We springen de auto in en rijden naar Ljubljana. We lopen het kleine, historische centrum binnen en zijn aangenaam verrast: de hoofdstad Ljubljana – ongeveer zo groot als Gent – is een verborgen parel. Nauwelijks bekend als citytripbestemming, en dat is helemaal ten onrechte.
Onze gids Martin spreekt alsof hij een Italiaan is: ratelend en zonder te pauzeren. Hij raakt nauwelijks uitgeput in zijn liefdesbetuigingen voor zijn stad. ‘Ljubljana kende een grote aardbeving in 1511. Daardoor zijn alle vroegere historische sporen uitgewist, en vind je hier geen gotiek maar wel enorm veel barokke gebouwen.’ De pompeuze maar uiterst mooie Sint-Niklaaskathedraal uit 1701 is daar een mooi voorbeeld van. In 1895 werd de stad een tweede keer getroffen door een aardbeving. ‘De wederopbouw gebeurde hoofdzakelijk in art nouveau, met veel gewapend beton om de stad beter te beschermen.’ Jože Plečnik (leerling van de bekende Otto Wagner uit Wenen) was daarbij de beroemde architect die de stad mee haar nieuwe vorm gaf.

Tonijn, wasabi en paardenbloemsla

We slenteren in de zon en snuiven een sfeer op die erg Oostenrijks aandoet, met veel koffiehuizen, studenten en een bijzonder grote autovrije voetgangerszone. Martin: ‘De gemiddelde leeftijd in Ljubljana is 35 jaar. Door de nabijheid van de bergen is dit een sportieve stad. Skiën is onze nationale sport.’ Boven ons hoofd waakt het middeleeuwse kasteel over de bewoners van de stad. Het werd gebouwd om de regio te beschermen tegen de oprukkende Ottomanen. Met succes. Vandaag is het kasteel een museum. En die Ottomanen hebben hier vandaag nog altijd geen al te beste reputatie. Slovenen zouden er prat op gaan dat er nauwelijks islamieten in hun land wonen. Het is een redenering die we voor hun rekening laten.

Net buiten het centrum – in het zakendistrict – lopen we Cubo binnen: zonder twijfel het beste restaurant van de stad én een van de beste van het hele land. Eigenaar en chef Bostjan Trstenjak is een man met flair, ambitie en goede smaak. Zijn kookboeken wonnen een Red Dot Design Award (een prestigieuze, jaarlijkse Duitse prijs voor ontwerp), en de gerechten die hij ons voorschotelt zijn zonder meer van topklasse. Tonijn met kokosmelk en wasabi en paardenbloemsla: verfijnde gastronomie in een land dat nog maar sinds 1991 zijn eigen vrije koers kan varen.
 

Terug de winter in. Slovenië telt een aantal bekende skigebieden. Krvavec is het grootste, maar anderen zijn minstens even bekend, vaak door internationale skiwedstrijden die er worden georganiseerd. Denk daarbij aan Kranjska Gora (op de grens met Oostenrijk en Italië), Maribor (aan de Oostelijke grens met Oostenrijk) of Rogla. Dat laatste skigebied is nog kleiner dan Krvavec en richt zich duidelijk op families met kinderen. Gezelligheid troef, met een barbecue die voor de sfeer zorgt en een houten speeldorpje waar kids ravotten terwijl de ouders een van de tien skipistes afdalen of een glas Sloveense rode wijn drinken. Voor het derde jaar op rij is dit het meest bezochte skigebied van het land. Vooral Slovenen zelf, maar ook Kroaten, Serviërs en Hongaren komen hier graag skiën.

En Belgen dan? Die zie je hier amper of niet. Terecht? Wel, daar moeten we even eerlijk op antwoorden. Moet je 1.200 kilometer rijden (en ondertussen Oostenrijk doorsteken) om in Slovenië een week skivakantie te nemen? Neen, zeker niet. De skidomeinen zijn naar onze normen te klein en liggen te laag (waardoor ze geen plezier beleven aan de opwarming van het klimaat). Het huurmateriaal is niet van de topkwaliteit die je in de andere Alpenlanden als evident mag beschouwen. En relatief gezien zijn de skipassen zelfs aan de dure kant: 32 euro voor 30 kilometer pistes is duur als je weet dat je in pakweg Zermatt voor 70 euro meer dan 300 kilometer krijgt. Opa Tito heeft plaats moeten maken voor onversneden kapitalisme, en op die manier dreigt Slovenië als wintersportbestemming zijn absolute troef – goedkoop – te verliezen.

Combineren

Maar kom wél naar Slovenië skiën als je je wintervakantie met andere activiteiten wil combineren. Die mix van wintersport met een mediterrane flair vinden we zelf heel aangenaam. Ski een dag in Krvavec en maak een uitstap naar Ljulbljana of het meer van Bled bijvoorbeeld. Zelf hangen we in Rogla onze huurski’s aan de haak en rijden we naar de rustige Logarvallei, helemaal in het noorden van het land. Het beschermde natuurdomein combineert lieflijke dalletjes met imposante bergtoppen die ontzag inboezemen. We wandelen door de sneeuw naar de Slap Rinka-waterval die na een val van 90 meter ondergronds verder door de kleine vallei loopt. IJzige sneeuw kraakt onder onze schoenen. De Logarvallei is een uitgelezen plaats voor een unieke winterwandeling.
Logeren doen we in de Lenarboerderij. Een met Europese steun gemoderniseerde boerderij die nu als B&B fungeert. Bazin Urska Lenar ontvangt ons met de steun van haar lieve ouders, en toont ons haar schattige hangbuikzwijn. ‘We wonen ver weg van de dagelijkse ratrace en dat willen we zo houden. Wie bij ons logeert – zomer of winter – komt hier om uit te rusten. Als er sneeuw ligt, is onze vallei een paradijs voor wie van langlaufen houdt.’ ’s Nachts heerst niets dan stilte. De maan schijnt bijna brutaal op de wit besneeuwde zuidelijke wanden van majestueuze Alpentoppen. ’s Zomers kan je langs deze bergkam Oostenrijk binnenwandelen. Tijdens de winter is de Logarvallei een doodlopend stukje verloren alpiene schoonheid. De volgende ochtend genieten we van Urska’s ontbijt, en drinken koffie met Mozart op de achtergrond. Absolute rust.

Stad van twee snelheden

Naast Rogla en Krvavec is ook Maribor een bekend oord voor wie van wintersportvakanties houdt. Zelf skiën we er niet, maar we nemen de avondlijke lift naar boven om te kijken hoe locals bij het licht van lantaarns na hun werk snel nog even komen skiën. De volgende dag duiken we de stad in. In 2012 was Maribor culturele hoofdstad van Europa. Maar dat heeft duidelijk niet voor blijvend succes gezorgd, verstaan we uit de soms naar sarcasme ruikende uitleg van de stadsgids. ‘Het gemiddelde netto-inkomen in Slovenië is 1.200 euro. In Maribor is dat amper 900 euro.’ Toch straalt zijn stad gezelligheid uit langs de oevers van de Drava. Hier, tegen de muur van wat ooit de stadswal was, groeit de oudste nog druiven voortbrengende wijnrank ter wereld. De Modra Kavčina is 375 jaar oud. Elk jaar levert dat nog 20 liter wijn op (Blaufränkische rosé), die alleen aan prominenten cadeau gedaan wordt. Maribor was ooit een bloeiende industriële stad, maar de economie ging stuk en nu zit 15 procent van de actieve bevolking zonder baan. ‘Met bussen rijden de anderen ’s ochtends de grens over, om in Graz te gaan werken.’

Maribor is een oxymoron: overdag wordt er duchtig gefeest op de pistes van het kleine skigebied en zitten de terrasjes in de binnenstad vol. Maar op de achtergrond sluimert een wereld van twee snelheden: opa Tito is niet meer, en dat vinden sommige ouderen een jammere zaak. De gids: ‘Toen had niemand iets te kort. Vandaag is dat even anders.’

Twee snelheden: het is ook op die manier dat je een winterse vakantie in Slovenië moet opvatten. Kom niet alleen om te skiën maar neem ook de natuur en de cultuur van het land mee. Tussen de Alpen en de Middellandse Zee, met de restanten van een oude geschiedenis als altijd aanwezig decor.

 

Tekst Aart De Zitter – Foto’s Thomas De Boever

Dit artikel is verschenen in december 2017. 

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer