Uitstap: Waddeneiland Ameland

10 minuten leestijd

Waddeneiland Ameland is altijd een bezoek waard. Mooie commandeurshuizen herinneren aan de grote dagen van de walvisvaart, spannende demonstraties van de paarden reddingboot aan de eeuwige strijd met de zee. En lokale producenten lokken met zo veel lekkers dat zelfs een eigen kwaliteitslabel in het leven werd geroepen.

reportage
  • Uitstappen en vakanties

Wanneer de stoomfluit van de zuivelfabriek in Hollum haar schrille kreet over de velden joeg, betekende dat niets goeds. Dan was er weer een schip in nood voor de kust van Ameland, waarop voerlieden en paarden zich met de paardenreddingboot naar het strand repten.

Sinds 1988 behoort het redden van gestrande zeelui tot de taken van de modern geoutilleerde boot van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij. Maar de oude paardenreddingboot is nog intact.

Tijdens demonstraties, die steeds een massa volk trekken, dendert de bootwagen met het negen ton zware gevaarte, getrokken door tien paarden, van het Maritiem Centrum Abraham Fock door de velden naar het strand in het zuidwesten – een tocht van twee kilometer. Vier paarden aan weerszijden van het onderstel lanceren de boot. Dan worden de dieren losgekoppeld en lopen ze terug naar het strand, terwijl de reddingboot een rondje draait.

Wat vandaag een toeristische attractie is, was vroeger vaak een kwestie van leven en dood. Niet altijd kwam de reddingboot op tijd. Menig redder betaalde zijn inzet met zijn leven. In het geheugen gegrift is ook het drama van 14 augustus 1979, toen de wagen, waarop de reddingboot stond, in een diepe geul gleed en acht trekpaarden mee de diepte insleurde. Alle dieren verdronken jammerlijk.

 

De georganiseerde reddingwezens redden het leven van tientallen zeelui.

De aanzet tot de opbouw van een georganiseerd reddingwezen langs de Nederlandse kust werd gegeven door de tragische ondergang van het fregat De Vreede bij Huisduinen in 1824. In dat jaar werd in Nes een open roeiboot gestald, die in 1825 de eerste succesvolle redding volbracht. Zeven bemanningsleden van een Brits zeilschip werden door de redders aan land gezet. Maar al snel ontstond behoefte aan een tweede reddingboot, die in Hollum werd gestationeerd.

Ruim 150 jaar lang zouden de eilanders, eerst met roeiboten, later met motorstrandreddingboten, vele tientallen zeelui het leven redden. ‘De redding van zeelui was echter niet altijd van primair belang’, verraadt gids Bernard Kostwinner. ‘Vroeger werden gestrande zeelui door jutters soms zelfs gedood, om het wrak en de lading in te pikken.’

 

Welvaart dankzij walvisvaart

Met mijn partner Biggi en de kinderen Kimberli (13) en Maikel (14) loop ik door de steegjes van Hollum, het westelijkste van de vier Amelander dorpen.

Fraaie zeventiende- en achttiende-eeuwse commandeurshuizen, opgetrokken uit gele baksteen, zomen de straatjes af. Hier woonden ooit de kapiteins van de walvisvaart, die Ameland welvaart bracht.

Muizentanden, steenrichels in de gevel, gaven de rang van de zeevaarder aan die er woonde: ‘Twee richels met muizentanden betekenden dat er een commandeur woonde, één richel met muizentanden kenmerkte de woning van een stuurman.’

Een van de mooiste commandeurshuizen herbergt nu het Museum Sorgdrager, waarvan het interieur de woonomstandigheden van een walvisvaarder illustreert.

Walvissen belandden echter ook zonder toedoen van walvisvaarders op het eiland. Veel opzien baarde de stranding van vier potvissen in de herfst van 1997.

Het skelet van een ervan siert nu het Natuurcentrum in Nes. Een expositie verklaart wat mogelijk fout ging.

Normaliter gaan potvissen tijdens de jaarlijkse trek in de herfst rechts van de Britse eilanden richting het zuiden, maar dit viertal miste de afslag, boog naar het oosten af en belandde in de Noordzee, een doodlopende straat, die voor de potvis veel te ondiep is en amper voedsel biedt.

De kolossale pijlinktvis, het basisvoedsel van de potvis, komt er niet voor. De odyssee van de uitgeputte dieren eindigde op het strand van Ameland, waar vele eilanders een kijkje kwamen nemen.

En dat was niet ongevaarlijk, zoals blijkt uit videobeelden in de expositie. Bij de potvis begint de ontbinding immers zeer snel.

Hoewel het kadaver koud aanvoelt, gist en borrelt het in de ingewanden, waar de temperatuur snel tot vijftig of zestig graden oploopt en de ontstane gassen een geweldige druk opbouwen.

Een van de potvissen was al op zee geëxplodeerd, twee kadavers werden door specia listen ‘doorgeprikt’ om de gassen te laten ontsnappen.

Een video toont hoe het vierde exemplaar letterlijk op het strand ontplofte. Menig toeschouwer kreeg daarbij de volle laag.

Maikel, normaal van geen kleintje vervaard, deinst ontzet achteruit: ‘Bwaaah, wat een troep!’

Tragisch verhaal

Wat behalve walvissen nog zoal op het strand aanspoelt? Dat verraadt het Landbouw- en Juttersmuseum Swartwoude. Het is ondergebracht in een knus, gerestaureerd negentiende-eeuws boerderijtje in Buren en tekent onder meer ook een goed beeld van de vroegere woon- en leefomstandigheden van een eenvoudig boerengezin.

Kimberli en Maikel hebben vooral oog voor de geiten, ganzen en konijnen die het boerderijtje bevolken. Diverse eilanders doen er bovendien hun verhaal.

Vooral het verhaal van Rixt van het Oerd laat op de kids een diepe indruk achter. Deze arme vissersweduwe leefde met haar zoon Sjoerd teruggetrokken in een schamele hut op het Oerd, de oostpunt van het eiland.

Sjoerd was de armoede zat en vertrok op een dag om zijn geluk als zeeman te beproeven. Rixt bleef alleen achter en leefde van het jutten, waarbij zij het noodlot al eens een handje toestak.

Tijdens een stormachtige, donkere nacht joeg ze een koe met een brandende lantaarn tussen de hoorns de duinen in. Een misleide schipper strandde met zijn zeilboot op een zandbank, waar het schip al snel uiteenviel. Alle opvarenden verdronken.

Toen de vissersweduwe het strand afspeurde, vond ze het lijk van… Sjoerd. Daarop viel Rixt dood neer en werd samen met haar zoon door de golven weggevoerd. Bij stormachtige noordwestenwind zou je haar geweeklaag nog op het strand horen: Sjoeoeoerd... Sjoeoeoerd...

 

Te paard door de duinen

Het is half oktober, een van de laatste mooie herfstdagen van het jaar. Grote wolken schuiven traag boven de zee, gouden bladeren ritselen onder een zacht briesje. Een ideaal weertje om het eiland te verkennen. En dat doe je bij voorkeur te paard. Dat vinden in elk geval onze amazones, Biggi en dochter Kimberli.

Bij Rijstal Nella Dorien in Hollum worden ze opgewacht door Lineke Blokker, een plaatselijke amazone die het eiland als haar broekzak kent. Biggi zadelt Nynke, een donkere Fries. Kimberli krijgt Toike toegewezen, een imposante bruine Gelderse merrie met een witte bles.

‘Wat een kanjer’, roept ze verbaasd uit. ‘Deze paarden hebben een zeer lief karakter’, stelt Lineke haar meteen op haar gemak. Vanuit het dorp sjokt het trio eerst gezapig door het bos, dat na de regenbui van deze ochtend heerlijk fris geurt. Dan gaat het door de duinen, waar de fameuze vuurtoren van Ameland de amazones op hun tocht begeleidt.

Maar het hoogtepunt is natuurlijk de rit over het strand, waar de dieren naar hartenlust kunnen galopperen. De tijd vliegt. Twee uur zijn zo voorbij. Wanneer ze hoort dat we de volgende dag gaan fietsen, heeft Lineke bij het afscheid nog een gouden tip: de Fietsroute Amelands Produkt.

 

Forel, worst en koekjes

Deze ‘culinaire’ fietsroute heeft alles te maken met de vele specialiteiten van het eiland, die bezoekers het water in de mond laten lopen. Om ze te promoten werd zelfs een eigen label gecreëerd: Amelands Produkt. De Fietsroute Amelands Produkt verbindt de belangrijkste producenten. Dat vraagt om een test…

We steken van wal in Hollum. Van daar leidt een leuk fietspad door de duinen naar het oosten. De rugwind stuwt ons vooruit. Na tien kilometer gaan we linksaf naar Buren en smullen in de Amelander Meervalkwekerij gerookte forel.

 

Een straat verder gaan de remmen dicht voor het uitstalraam van Slagerij Ytsma. Laat maar komen, die bekroonde worst... We swingen ons weer in het zadel, maar komen niet ver. In het buurdorp Nes zwichten we voor de heerlijke geuren die door de openstaande deur van Bakkerij de Jong naar buiten waaien. Nu goed, een paar platte koeken en een portie Amelander duumkes (amandelkoekjes) gaan er nog wel in.

De terugweg gaat al wat moeizamer. Zou het aan de tegenwind liggen of misschien toch aan die volle pens? Buitendijks trappen we over het fietspad langs de Ballumerbocht en genieten van een weids uitzicht over drooggevallen zandplaten, waar scholeksters en strandlopers op hun beurt aanschuiven voor een maaltje ‘Amelands Produkt’.

(Onderstaande foto's: amelandsprodukt.nl )

Uit de hand gelopen grap De strijd met de wind maakt dorstig, maar geen nood: op weg naar Ballum komt de Amelander Bierbrouwerij in zicht. ‘Het begon eigenlijk als een uit de hand gelopen grap’, lachen Doeke en Eva Visser. Hij kreeg van haar voor z’n verjaardag een bierpakket cadeau: water toevoegen, wat roeren en klaar was Kees. Maar Doeke had de smaak te pakken, vroeg zich af hoe het zou zijn om ‘echt’ bier te gaan brouwen. Met gerst van het eiland.

In de omgebouwde boerderij worden intussen zeven soorten gebrouwen: zes vaste (streekbier, blond bier, amberbier, stoutbier, licht en donker tarwebier), aangevuld met een seizoensbier. We moeten ze allemaal proeven en stappen redelijk vrolijk weer op de fiets. Voor de ‘honger na de dorst’ komt de Kaas- en IJsboerderij Ameland wel gelegen.

De keuze is niet gemakkelijk: jong, belegen, oud, overjarig, met tuinkruiden of rode peper, met bieslook of daslook… Biggi zweert bij de kaas met brandnetel en selderij, ik ga voor de kaas met fenegriek, een jonge, romige kaas waarvan de smaak aan walnoten herinnert. Kim en Maikel houden het bij een stevige portie boerenijs met bosbessen- en chocoladesmaak.

De namiddag is intussen al een eind gevorderd, maar we zijn nog niet klaar. De laatste etappe voert ons naar de koren- en mosterdmolen De Verwachting in Hollum.

De wieken van de achtkante bovenkruier draaien vrolijk in het rond, de zware molenstenen ratelen. Het is Molendag en dus staat de molen de hele dag open voor bezoekers.

Beneden wordt mosterd gemalen, boven tarwe en rogge. Met diverse soorten Amelander mosterd in de fietstassen zetten we koers richting het terras van Beachclub The Sunset, volgens insiders de mooiste plek om te genieten van de zonsondergang in Nederland.

Onderweg passeren we eens te meer de vuurtoren van Ameland. Een enorme rood-witte kaars, die zo uit de duinen lijkt te verrijzen. De beklimming van de 236 treden zou worden beloond met een schitterend uitzicht over het eiland. Maar net nu zie ik dat even niet zitten…

Amelands Produkt

De stichting Amelands Produkt, opgericht in 2010, houdt zich bezig met de promotie van amelander producten: van lamsvlees en meerval over honing en mosterd tot boerenkaas en bier.

Het label Amelands Produkt is vergelijkbaar met het keurmerk Waddengoud, dat garandeert dat de betreffende producten uit het waddengebied afkomstig en op duurzame wijze vervaardigd zijn.

Het keurmerk Amelands Produkt geldt echter specifiek voor producten van het eiland Ameland. Meer info en een routebeschrijving van de gelijknamige fietstocht vind je op www.amelandsprodukt.nl.

Tekst Erik Van de Perre - Foto’s Erik Van de Perre & amelandsprodukt.nl

Dit artikel is verschenen in oktober 2015.

 

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer