Pasar Actief: boogschieten

Ik breng de boog omhoog, duw de handgreep van me weg terwijl ik met mijn andere hand de pees naar me toe trek. Met mijn rechteroog volg ik de denkbeeldige lijn tot aan het gele cirkeltje in het midden van de schietschijf. Die lijkt nu heel ver weg.

Enkele seconden lang is er niets anders op de wereld dan mijn pijl, de schietschijf en ikzelf. Concentratie. Spanning. En loslaten. De pijl schiet kaarsrecht naar het doel en boort zich in de rode cirkel, net boven het geel.

‘Niet slecht’, vindt Stijn Waeijaert. Stijn is sporttechnisch coördinator van de Handboogliga. Op de gloednieuwe boogschietstand op het domein van Sport Vlaanderen in Herentals leert hij me de basiskneepjes.

Boogschieten is gevaarlijker dan pakweg tafeltennis. Een krachtig afgeschoten pijl gaat dwars door je lichaam. Daarom krijg ik een strenge veiligheidsbriefing van Stijn. ‘Achter de schutter blijven, en altijd naar het doel richten als je je boog spant.’

Dan zet hij mijn schiethouding op punt: de benen lichtjes uit elkaar, het gewicht naar voren. De handgreep van de boog in de ene hand tussen duim en wijsvinger, terwijl de andere hand de pees naar achter trekt met de bovenste vingerkootjes van drie vingers. De elleboog omhoog, in het verlengde van de pijl. En dan de achterzijde van die pijl tot vlak bij je oog brengen. Maar welk oog?

‘Naar je dominante oog’, zegt Stijn. ‘Of je links- of rechtshandig bent, maakt niet uit. Het is je dominante oog dat bepaalt of je een links- of rechtshandige boog nodig hebt. Een trucje om je dominante oog te weten te komen: strek je armen en leg je twee handen over elkaar zodat ze een driehoekje vormen waardoor je kan kijken. Kijk erdoor naar een ver punt en breng je handen dan naar je gezicht toe terwijl je naar dat punt blijft kijken. Het oog waar je handen eindigen, is je dominante oog. Is dat je rechtse oog, dan heb je een rechtshandige boog nodig.’

De ene pijl na de andere vertrekt richting schietschijf. Blazoen, heet die onder de boogschutters. Soms landt de pijl in het geel, al wat vaker in het rood en nog meer in het blauw. De puntentelling is eenvoudig. Er staan tien cirkels op de schietschijf, van groot naar klein. Een pijl in de kleinste cirkel levert me tien punten op, in de net iets grotere cirkel nog negen punten, en zo voort. Een pijl op de lijn? Dan krijg je de puntenscore van de kleinste cirkel van de twee.

Iedereen heeft wel een bal, een badmintonracket of een petanqueset in huis. Maar een boog? Nochtans is boogschieten een heel toegankelijke en recreatieve sport. De Handboogliga komt graag langs om het je te leren.

Ideaal als je… de rust koestert en je helemaal kan opgaan in het moment. Geduldig en geconcentreerd, zonder je zenuwen de kans te geven de boel over te nemen.

Beter niet doen… als je één brok oncontroleerbare energie bent. Boogschieten is een sport die geduld vraagt, zoals hengelen of schaken. Al is de kick bij boogschieten wel wat groter, lijkt me.

Voor de Olympische disciplines gebruiken schutters een ‘recurveboog’. Deze bogen maken gebruik van vizieren, stabilisatie en andere hulpmiddelen die de schutter helpen zo nauwkeurig mogelijk te schieten. De initiatieboog die ik gebruikte, had een trekkracht van 18 pond. Een wedstrijdboog haalt 40 tot 45 pond.

Een ‘compound boog’ is het hoogtechnologische broertje van de recurveboog. Deze boog is uitgerust met een systeem van katrollen die de pees meer kracht geven zonder dat je zelf extra kracht moet gebruiken.

Een ‘long bow’ is een traditionele houten boog, meestal uit één stuk hout gemaakt.

• Handboogschieten kan je het hele jaar door doen. Tijdens de winter worden er indoorwedstrijden georganiseerd over afstanden van 18 en 25 meter. Outdoor bestaan er veel verschillende soorten wedstrijden. Van korte afstand (25 meter) tot heel lange afstand (90 meter).
• En dan heb je de buitenbeentjes field archery, 3D archery, run archery en trap archery. Bij field archery leg je in peloton een parcours af in bossen en velden terwijl je doelen over verschillende afstanden en hoogtes moet raken. 3D archery is hetzelfde, maar dan moet je poppen of afbeeldingen van dieren raken. Bij run archery moet je in je eentje zo snel mogelijk een parcours afleggen en onderweg doelen raken. Trap archery kan je vergelijken met kleiduifschieten maar dan met pijl en boog in plaats van een geweer.
• Een heel speciale variant is clout archery. De schutters moeten daarbij over afstanden tot 185 meter een doel raken dat op de grond is geschilderd. Ze schieten in een hoge boog en trachten hun pijl zo dicht mogelijk bij het centrum van de horizontale schietschijf te doen belanden.
• En dan heb je nog disciplines die niet erkend zijn als Olympische sport, zoals wipschieten. Een traditie die stamt uit de periode van de schuttersgilden.

Tekst Bart Claes - Foto’s Siska Vandecasteele

Dit artikel is verschenen in februari 2018.