Compostela is (weer) hip!

10 minuten leestijd

Te voet naar Compostela: is dat iets waar jij ook van droomt? Vele wegen leiden naar deze plekdit populaire bedevaartsoord : Pasar’s  Kris Clerckx Sterckx koos – net als Intersoc –  voor de nog rustige  Caminho Português.  

reportage
  • Wandelen

Al eeuwenlang trekken pelgrims naar Compostela, naar het graf van Jakobus de Meerdere, een van de eerste apostelen. De middeleeuwers trokken op pad om boete te doen, om hun zonden vergeven te krijgen, om een gunst van God af te smeken of Hem te bedanken. Tegenwoordig is die oude bedevaartsroute weer hip. Moderne pelgrims reizen minder uit religieuze motieven. Waarom dan wel? Zin in avontuur, tijd voor bezinning, pure nieuwsgierigheid, een sportieve uitdaging... Check, check, check! Ik vink ze allemaal aan en ga met enorm veel goesting op pad.  

Voor ik in tien dagen ga wandelen naar Compostela, heb ik een dagje om Porto te verkennen. Het is een schitterend startdecor, het oude stadje aan de Douro, met een gezellig centrum vol rijkelijk gedecoreerde monumenten... Tussen alle citytrippers vallen de reizigers met bestemming Compostela niet meteen op. Pas in de buurt van de Albergue de Peregrinos do Porto spot ik pelgrims. ‘Porto is een gemakkelijk bereikbaar vertrekpunt voor de Caminho Português’, vertelt Oscar Miguel. Sinds 2016 runt hij deze pelgrimsherberg. ‘Dat plan om een albergue in Porto te beginnen, kreeg ik toen ik de Camino Francés aan het afwandelen was. Ik was toen net ontslagen bij een grote multinational. Als veertigplusser was het niet evident om weer aan de bak te komen. Vandaag ben ik zó blij met deze albergue in mijn eigen stad. In coronavrije tijden kunnen hier tot 48 pelgrims verblijven. Het is zo verrijkend om mensen uit heel de wereld over de vloer te krijgen!’   

  Volg de gele pijlen  

  Hoe boeiend mijn eerste kennismaking met Porto ook was, mijn vertrek is er eentje in mineur. In de gietende regen, onder een afgebroken paraplu en met een te zware rugzak van meer dan 15 kg meld ik me op maandagochtend aan de kathedraal, waar ik mijn credencial of stempelboekje een eerste keer tevoorschijn haal. Eén stempel per dag is nodig – en vanaf het Spaanse Tui best twee per dag – om bij aankomst in Compostela je pelgrimsdiploma te krijgen. In tijden van apps en whereabouts komt een stempelboekje misschien oubollig over, maar nee: het is de traditie. Bovendien krijg je er altijd nog een vriendelijke aanmoediging bij: ‘Bom Caminho’ in Portugal, ‘Buen Camino’ in Spanje. En weg ben ik!   

Na twee uur stappen ben ik in Matosinhos. In de Rother-reisgids over de Caminho Português lees ik een eerste Jakobuslegende: in deze havenstad zou in de eerste eeuw een Romeinse edelman met zijn paard in zee zijn verdwenen om even later weer op te duiken, volledig bedekt met sint-jakobsschelpen. Echt?! De surfers die er vandaag de golven trotseren, stappen toch zonder schelpen uit het water.  

Voorbij het centrum van Matosinhos loopt de Caminho nog een tijdje langs weinig opbeurende installaties van een raffinaderij, maar de rest van de dag is het genieten van ongerepte en uitgestrekte stranden. Je hoeft niet de hele tijd door het losse zand te zwoegen: op veel plaatsen zijn houten loopbruggetjes aangebracht óf ze zijn volop in aanbouw. Pas op het terras van strandbar Acqua Caffé bots ik op andere pelgrims. Onder hen de Nederlander Frans, die goede herinneringen overhoudt aan een eerdere tocht naar Compostela. ‘Ik leerde toen Joan uit Canada kennen’, blikt Frans terug. ‘Na bijna vijf jaar samen wilde ik met haar trouwen en zelfs naar Canada emigreren, maar dat is misgelopen. Om het allemaal te verwerken en over het leven na te denken, ben ik opnieuw onderweg.’ Het verrast me dat iemand bij een eerste ontmoeting al meteen zo openhartig is. Is dit wat een pelgrimstocht met je doet? Met een knipoog geeft Frans me bij ons afscheid nog een goeie tip mee om veilig in Compostela te raken: ‘Volg de gele pijlen.’   

 Is het nog ver?  

 Op dag twee gaat het landinwaarts. Met een minimum aan wegwijzers volg ik de verbindingsroute over asfaltwegen van Vila do Conde op de Caminho Português da Costa naar Arcos op de Caminho Português Central. 

De enige pelgrims die ik op dit tussenstuk tegenkom, zijn twee Amerikanen. Ik spreek het koppel aan als we de gevel van het Mosteiro de São Simão da Junqueira bewonderen. ‘Wat een prachtige architectuur hebben jullie hier in Europa’, reageert Adam enthousiast. ‘Veel van onze vrienden hebben de Caminho al gedaan. Mijn vrouw ook, maar voor mij is het de allereerste keer. Ik ben extreem gemotiveerd om Compostela te bereiken, al is het fysiek wel zwaarder dan ik dacht. Vandaag is onze langste dag. We proberen Barcelos te bereiken.’  

Bij het binnenwandelen van Arcos, een dorpje boven op een kleine heuvel, zie ik voor het eerst een officieel informatiebord van de Caminho Português met de bezienswaardigheden en de afstanden naar de volgende dorpen en tot de eerstvolgende albergues erop. Hoe ver is het nog tot Compostela? Niet veel later, op een klein landweggetje, passeer ik een stenen kilometerpaal: nog 209 km te gaan. Dat is nog ver, maar die kilometerpalen inspireren je wel. Veel pelgrims leggen er steentjes op. Die zijn vaak het symbool van de intenties waarmee iemand op pelgrimstocht vertrokken is.  

Het wordt me meteen duidelijk dat op deze Caminho Português Central meer pelgrims voorbijkomen dan op de kustroute. Daar spelen plaatselijke hoteluitbaters handig op in. Zo tel ik tussen Arcos en São Pedro de Rates tientallen reclamebordjes van onder andere het Sãofélix Hotel: ‘Free pickups to hotel and back. Whatsapp us your location.’  

 Pech onderweg 

 Mijn laatste stop op Portugese bodem is Valença aan de Rio Minho, de natuurlijke grens tussen Portugal en Spanje. Valença is een versterkte stad. Vanaf de citadel geniet ik van een prachtig uitzicht over de vallei van de Rio Minho en het Spaanse vestingstadje Tui. Die grenssteden zijn met elkaar verbonden door de 300 meter lange Puente Internacional, die eind 19de eeuw door een Belgisch bedrijf werd gebouwd. In de openbare aanbesteding voor de brug klopten onze landgenoten niemand minder dan Gustave Eiffel!  

In het Spaanse Tui is het klimmen geblazen. De gele pijlen leiden me door smalle straatjes naar het plein voor de kathedraal. Daar ontmoet ik de deelnemers aan de  Intersoc inspired by Pasar-groepsreis, op hun mountainbike onderweg naar Compostela. Met zestien zijn ze in Lissabon vertrokken en Tui is het eindpunt van hun zesde etappe. Er resten hen nog twee fietsdagen tot in Compostela, goed voor 110 km. ‘De vliegende brigade’, zoals de snelste fietsers zich grappend voorstellen, is er al vroeg bij. Ze zetten zich gezellig met een pintje op het terras. Geleidelijk sijpelen de anderen binnen, alleen, met z’n tweeën of drieën. Het weerzien zorgt voor gelach, sportieve vuistjes en enthousiaste commentaren. ‘Iedereen fietst op eigen tempo’, zegt begeleider Yves Van Hulsel. ‘Dat kan omdat we allemaal met een gps fietsen. Bij twijfel of problemen whatsappen we elkaar. ‘s Middags komen we samen op een vooraf vastgelegde bevoorradingsplek, waar Rik op ons wacht met zijn camionette en picknick. Hij is onze reddende engel. Bij fietspech kan hij ons altijd uit de nood helpen, een grote meerwaarde als je in groep reist.’    

Compostela community  

 Tui is de laatste startplaats om in Compostela als pelgrim erkend te worden, daarom is het er ‘s ochtends bij vertrek opvallend drukker. Vanaf Tui is het zelfs niet meer nodig om die gele pijlen in het oog te houden: je ziet bijna altijd iemand voor je uit wandelen of fietsen. Tussen Tui en Compostela houden veel pelgrims zich aan de traditionele etappes, daardoor kom je onderweg vaak dezelfde mensen tegen. En dat schept dag na dag een hechtere band. Op exact 100 km van Compostela kom ik zo opnieuw Ieva uit Letland tegen. Ik ontmoette haar al op mijn eerste stapdag, toen ze samen met Frans onderweg was. Nu wandelt ze in het gezelschap van Bastian, een Duitse twintiger die zich duidelijk vergaloppeerd heeft. Hij is een paar dagen na Ieva uit Porto vertrokken. Hij liep op een dag zelfs 50 km, maar sukkelt daardoor nu met een blessure aan zijn been. We spreken hem moed in en beslissen om de rest van de dag bij hem te blijven.  

Verder op de Camino stap ik dan weer een hele tijd met Carlos, die speciaal uit Paraguay is overgevlogen. ‘Vijf jaar geleden volgde ik de Camino Francés’, kijkt Carlos terug. ‘Dat was een onvergetelijke ervaring, maar intussen ziet mijn leven er helemaal anders uit. Nu heb ik een familie en een job met veel verantwoordelijkheid. Ik wou er even uit en ben naar Europa gekomen.’  

Het leuke aan al die ontmoetingen? Het is allemaal los en ongedwongen. Je loopt vijf minuten, een halfuurtje of langer samen, maar niets of niemand verplicht je om samen te blijven. Heb je zin om ergens te pauzeren of om te versnellen, dan doe je dat gewoon. Een dag later wandel je weer een tijdje samen of je belandt op het eind van de dag gezellig op een terrasje.  

Hou vol en ga verder!   

 Hou je van cultuur en geschiedenis? Er valt op het Spaanse gedeelte van de Camino Portugues veel te beleven. In het gezellige Pontevedra bezoek ik de opvallende Capela da Virxe Peregrina, een kerk in de vorm van een sint-jakobsschelp, compleet met Mariabeeld in pelgrimsoutfit. Een tip: trek hier zeker wat tijd uit voor een bezoek aan het Museo Provincial de Pontevedra, waarvan de gevarieerde collectie – van Keltisch aardewerk tot Galicische muziekinstrumenten – over zes gebouwen is verdeeld.  

Toe aan een spa-momentje? Dan kies je het kuuroord Caldas de Reis als halte. Een paar hotels gaan er prat op een lange traditie van warmwaterbaden en bijbehorende heilzame therapieën. Een bescheidener alternatief is het kleine openbare warmwaterbad, waarin je na een dag stappen maar wat graag je voeten laat weken. Héél laat op de avond wagen sommige pelgrims er zich zelfs van top tot teen in!  

De kortste etappe van mijn tocht is die van Caldas de Reis naar Padron: amper 18 km over een licht heuvelend parcours. Lekker relax, dus kan ik in Padron nog wat sightseeing doen op de plek waar volgens de overlevering het bootje met het lichaam van de apostel Jakobus zou zijn aangekomen...   

Na een nachtje goed uitrusten in Padron is het tijd voor de finale. Nog 25 km en ik ben er! Met gemengde gevoelens vertrek ik bij zonsopgang. Ja, ik kijk ongeduldig uit naar Compostela om het Praza do Obradoiro en de kathedraal te zien. Het doel is dan bereikt, maar dat betekent ook het einde van een zorgeloze en ontspannen tiendaagse. Van de vrijheid om te stappen in de openlucht, met tijd om na te denken over het leven, midden in de mooie landschappen, geprikkeld door de geschiedenis en alle verhalen, gekleurd door tientallen ontmoetingen met mensen van over de hele wereld... Ultreia et Suseia! Of vrij vertaald: ‘Hou vol en ga verder!’   

Met Intersoc inspired by Pasar naar Compostella

De komende maanden organiseert Intersoc inspired by Pasar vijf groepsreizen naar Compostella.
• Eind juni kunnen recreatieve fietsers mee naar Compostela fietsen via de Camino Francés. In elf etappes met afstanden tussen 50 en 105 km gaat het van Roncesvalles in de Pyreneeën naar Compostela.
• Nog ambitieuzer is de fietsreis voor sportieve fietsers met vertrek in Leuven waar je in vijftien dagen tijd heel Frankrijk en het noorden van Spanje doorkruist.
• Wie liever wandelt op de Camino Francés kan in juli aansluiten bij een groep die start in Astorga en elf stapdagen later aankomt.  
• De Camino Portugués staat twee keer op het programma in september 2022. Fietsers kunnen mee op een mountainbiketrip met vertrek in Lissabon en wandelaars beginnen hun tocht in Porto.
Begeleider van de wandelreis op de Caminho Português is Yves Van Hulsel, die al meer dan tien tochten naar Compostela op zijn palmares heeft: ‘De Caminho heeft veel authenticiteit weten te bewaren. Porto en Compostela zijn natuurlijk klassiekers, maar voor de rest reis je door minder bekende steden en regio’s. Pontevedra is daar een mooi voorbeeld van. Bij onze groepsreizen zoeken we een goede balans tussen een hecht groepsgevoel en de individuele interesses. Dat levert een sociale, sportieve en spirituele mix op.’  
www.intersoc.be/compostela
 

4 x onderweg

De Caminho Português? Da’s één naam voor vier routes.  

Volg de traditie...  

1. De Caminho Português por Braga loopt oostwaarts naar Braga, een van de belangrijkste religieuze centra van Portugal. Dit is de oudste route en valt vanaf Ponte de Lima in Barcelos samen met het traject van de Caminho Português Central. 

2. Sinds de bouw van de brug over de Rio Cavado in de 14de eeuw groeide de Caminho Português Central uit tot de belangrijkste route van Porto naar Compostela. Hier leeft de pelgrimstraditie het sterkst en accommodatie is gemakkelijk te vinden.  

... of de kustlijn 

3. De Caminho Português da Costa volgt vanaf het badplaatsje Caminha de loop van de Rio Minho. Na een dag stappen wandel je vanaf de Portugese grensstad Valença de centrale route.  

4. Op de Caminho Português da Costa - Senda Litoral steek je de Rio Minho met een bootje over. Op Spaanse bodem volg je nog enkele dagen de grillige Galicische kust. Pas in Redondela sluit je aan op de Caminho Português Central, 80 km voor Compostela.

 Vier verschillende routes met dezelfde naam: het lijkt misschien verwarrend, maar goede reisgidsen, apps en bestaande verbindingsroutes geven je net de kans om je eigen Caminho Português samen te stellen in het aantal dagen en langs de bezienswaardigheden die jij kiest.  

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer