Gezelligheid troef in Gent

6 minuten leestijd

Een stad synoniem voor drukte? Neen hoor! Mark Dedapper leidt ons door de gezelligste wijken van ‘zijn’ Gent. Onbekende parels en oases van rust kruisen ons pad. Gekoesterd door de inwoners én bezocht door wie bereid is de platgelopen paden te verlaten.

reportage
  • Wandelen
Gent

Mark Dedapper begroet me aan het station Gent Dampoort. Dat deze geboren en getogen Gentenaar fier is op zijn stad, lees ik al snel in de fonkeling van zijn ogen. Bovendien is ontdekken  wellicht het belangrijkste woord in zijn woordenboek. ‘Kom, me goan tuupe goan wandelen!’.

1. De Sint-Baafssite

‘Het Sint-Baafs? Ja dat ken ik’, vertel ik vol enthousiasme aan Mark. Uiteraard heb ik het over de Sint-Baafskathedraal, één van de vele toeristische trekpleisters van de stad. Mark troont me echter mee naar de Sint-Baafsabdij, of beter gezegd: de ruïnes ervan. Het is een uniek stukje Gents verleden omringd door steegjes en arbeiderswoningen, in een oase van rust. De abdij, met wortels in de 7e eeuw, ruimde onder Keizer Karel plaats voor het ‘Spanjaardenkasteel’, een dwangburcht voor opstandige Gentenaren. Ook dat gebouw werd in de 19° eeuw gesloopt en nu zijn enkel de ruïnes nog te zien. ‘De Buren van de Abdij, een groep vrijwilligers, maakt de site toegankelijk. Een fijne plaats met in de tuin zo’n 150 wilde planten’, legt Mark uit. ‘Kom nog even mee naar de groene abdij’, zegt hij. Vol verwondering staar ik naar de vele haagbeuken die het patroon van een Romaanse abdijkerk vormen. ‘Prachtig in de lente en de zomer wanneer de haagbeuken hun groene blaadjes tonen. Je mag deze wijk, die de laatste 20 jaar enorm opgewaardeerd werd, tot één van de mijn lievelingsplekken rekenen’, voegt de gids nog toe. Het wit gebouwtje waar we onderdoor lopen om de site te verlaten is nog een restant het vroegere slachthuis. Tot begin jaren ’90 werd de wijk gedomineerd door veehandelaars en slachters.

www.burenvandeabdij.be. Abdijruïnes: te bezoeken op vrijdag, zaterdag en zondag van begin april tot eind oktober.

2. De omgeving van Portus Ganda

Voor ons doemt het water op. Het is hier aan de samenvloeiing van de Schelde en de Leie dat de stad is ontstaan. Naast ons ligt de Portus Ganda, de nieuwe jachthaven. ‘Ganda is het Keltisch woord voor samenvloeiing’, geeft Mark mee. Genieten van het zicht doen we op de zitbankjes op de mooi aangelegde boeg. Een rood beeld van een naakt meisje met koptelefoon trekt mijn aandacht: ‘Het beeld, ook wel de Gentse Lorelei genoemd, is het werk van kunstenaar Johan Meirlaen. Hij plaatste het beeld op een avond met een bootje stiekem op het houten staketsel. Enkele dagen bleef het een mysterie wie dit gedaan had’, vertelt Mark. De natuurlijke, meanderende loop van de Schelde en de Leie in Gent is zo goed als onherkenbaar in de stad. De Nederschelde, ooit gedempt om plaats te maken voor koning auto, wordt vandaag in zijn volle glorie hersteld. We zien bruggen en parkjes, gezellige terrasjes en het prachtig gerestaureerd art-decozwembad Van Eyck. Langs het water stappen we verder.

www.portusganda.be

3. Het Patershol

Het Patershol is een van de oudste wijken van Gent. In het weekend druk bezocht om een hapje te eten; tijdens de week een stille plek in het hart van de stad. We dwalen door de kleine steegjes. ‘De getuigen van het middeleeuws stratenpatroon’, vertelt Mark. Tot de 17e eeuw was dit de wijk van de leerbewerkers die onder meer werkten voor de Graaf van Vlaanderen in het Gravensteen. Nadien kwamen magistraten van de Raad van Vlaanderen zich hier vestigen. Toen het  Gravensteen omgevormd werd tot een fabriek werden de huizen van het Patershol opgedeeld in kleine arbeiderswoningen. Eind 19e eeuw, toen de fabrieken hier wegtrokken, ging de buurt snel achteruit en werd uiteindelijk met de sloop bedreigd. Door hevig protest van hippies, kunstenaars en studenten werd van dit plan afgezien. In de jaren ’80 herstelde de wijk zich en werden 100 woningen beschermd en gerestaureerd. De gids wijst me op een blauw poortje. Schattig, maar ik zou er zo voorbijlopen. Zonde zou het zijn, want het is de bakermat van de naam van het Patershol. ‘Het Patershol was vroeger een donkere doorgang die de paters gemaakt hadden om de bewoners toe te laten water te tappen in de Plotersgracht. Via dit blauwe poortje dus.’

https://gentdekuip.com/patershol

4. Het Prinsenhof

Langs de Lievekaai stappen we naar het Prinsenhof. Deze wijk was ooit een gigantisch groot kasteel, waarvan nu enkel nog de noordelijke toegangspoort rest. ‘Hier is ook de officiële geboorteplaats van Keizer Karel.’ We steken via een schilderachtig bruggetje het water over. Grote beeldhouwwerken sieren de hoeken. ‘De werken, van de hand van Walter de Buck, beelden de keizerlijke geneugten uit. In de volksmond worden ze ‘de krimbollen’, dus ijs op een horentje, genoemd’, legt Mark uit. Ik herken alvast eten, vrouwen en scheepstrekkers. Mark wijst naar een klein parkje voor ons. ‘De Rozanetuin, verwijzend naar het liedje van Wim De Craene. Het werd geschreven als ode aan zijn toenmalige partner, de actrice Chris Thys. Het zijn de buurtbewoners die deze naam gekozen hebben, weet Mark. Wanneer we aankomen op het grasveld aan Bachtenwalle, houden we halt aan het beeld van een Creeser, een Gentse stroppendrager. ‘Gentenaren worden ook stroppendragers genoemd. Het waren onder meer de Creesers die tegenstand boden aan Keizer Karel. Sommigen werden onthoofd, anderen moesten in een zwart of wit gewaad met een strop rond de hals door de stad lopen. Nog elk jaar, aan het eind van de Gentse Feesten, is er een optocht van de stroppendragers.’

www.prinsenhof-gent.be

5. De Begijnhofwijk

Het Oud Begijnhof Sint-Elisabeth is een woonwijk en beschermd stadsgezicht. Tot eind negentiende eeuw floreerde het als katholieke plaats. Op de deurtjes prijken nog de namen van heiligen aan wie de woning gewijd was. ‘Ook hier zijn het verenigingen zoals ‘de vrienden van Oud Gent’ en ‘de vrienden van het Oud-Begijnhof’ die konden voorkomen dat de site met de grond gelijk gemaakt werd’, vertelt Mark. Dit gezellige plekje in de stad bezorgt me een instant vakantiegevoel. Dat dit ooit een sacrale plaats was, blijkt ook uit de vier verschillende kerken die er gevestigd zijn: Rooms-katholiek, orthodox, Protestants en Anglicaans. Na deze wandeling is onze honger naar ontdekken grotendeels gestild. Toch wil Mark de meerwaardezoeker graag nog het Kleine Begijnhof of Begijnhof Ter Hoyen tippen. De huisjes in de ommuurde site doen nu hoofdzakelijk dienst als woonst. ‘Enkele staan ter beschikking van lokale kunstenaars. Onder andere het cabaret-duo Kommil Foo repeteerde hier’, geeft de gids nog mee. Heb je nog wat tijd? Loop dan even op de tragel, een smal padje aan de oever van de Benedenschelde. ‘Van hier heb je een prachtig zicht op dit begijnhof.’ Ja, santé mie ratse. Ook nu kan ik enkel maar beamen dat Mark overschotten van gelijk heeft.

elisabethbegijnhof.be

 

De wandeling van Gent Dampoort tot het Grote Begijnhof en terug is ongeveer 8km. Met het Klein Begijnhof erbij heb je 10 km in de benen. Geen zin om de grote toer te wandelen, maar toch interesse in het Klein Begijnhof? Neem tram 4 aan halte Gravensteen en stap af aan halte Vijfwindgatenstraat. 

Bekijk de route op Routeyou

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer