Fietsen: le Romain Pais

10 minuten leestijd

Le Roman Païs, het Romaanse Land, is de oude benaming van het vroegere Hertogdom Brabant. Het grensgebied van Waals-Brabant en Henegouwen is alsnog geen toeristische trekpleister. Ik ga er fietsen, door het golvende landschap en langs grauwe industriële sites. Le Roman Païs is een fascinerende regio vol contrasten.

 

reportage
  • Fietsen

Ik kom veel in Wallonië en bij elk bezoek maak ik dezelfde bedenking, namelijk dat je niet ver moet reizen voor een boeiende vakantie. Over de taalgrens, op pakweg twee uur rijden van Brussel of Antwerpen, liggen tal van interessante regio’s die veel Vlamingen niet eens kennen. Dat is zo met Le Roman Païs waarvan het meest noordelijke punt, de stad Tubize, slechts dertig kilometer ten zuiden van Brussel ligt.
Voor een korte break, een weekend, een verblijf van een paar dagen is Le Roman Païs een mooi reisdoel. De fiets gaat mee, ook al zijn er maar weinig bewegwijzerde paden in de regio. De vier circuits vélo die Le Roman Païs doorkruisen, zijn wellicht uitgetekend door mensen die nog nooit hebben gefietst. Dat moet ik al na enkele kilometers ervaren, langs doodlopende weggetjes en op hellingen met stijgingspercentages die voor de doorsnee recreatieve fietser niet haalbaar zijn.

Je stelt hier best je eigen fietsparcours samen.

‘Er is geen geld om te investeren in het fietstoerisme’, hoor ik op de toeristische dienst van Nivelles, hoofdstad van Le Roman Païs. En dus doe ik het op de ouderwetse - maar ook leuke - manier, met gids en kaart zelf een fietsparcours samenstellen, langs rustige wegen die de interessante plaatsen met elkaar verbinden.

Lastig is de fietsroute niet, want ik volg rivieren en kanalen. Als er dan toch geklommen moet worden, is het zelden langer dan een paar honderd meter, van de vallei naar het plateau met daarop de dorpen en de grote boerderijen.

Geografisch middelpunt

Het stadje Ittre, centraal in Le Païs Roman, is een goede uitvalsbasis voor fietstochten. Als Ittre enige bekendheid geniet, dan is het ongetwijfeld vanwege zijn grote gevangenis, in 2002 in gebruik genomen als ‘strafinrichting van het gesloten type’. Lang daarvoor was Ittre bekend om iets totaal anders.
Na deskundige berekeningen van het Geografisch Instituut van België werd Ittre als het geografisch centrum van het land aangeduid. Dat gebeurde net voor de Eerste Wereldoorlog en dus vóór de inlijving van de Oostkantons. Door de aanhechting van Eupen-Malmedy speelde Ittre zijn unieke ligging kwijt aan Nil-Saint-Vincent, een dertigtal kilometer verderop in oostelijke richting. Maar de oriëntatietafel, destijds gebouwd op het vroegere geografische middelpunt, staat er nog altijd.
 

Ittre heeft geen grote bezienswaardigheden, maar boeit desondanks.

Het kleine Ittre verwelkomt de bezoekers met een groot hart, als ‘oord vol natuurschoon en geschiedenis, in de voortuin van de Europese hoofdstad, waar klein en groot met vreugde en in alle gemoedsrust kunnen genieten van de wegen die door weiland, veld en bos kronkelen’. Zo staat het in een brochure van de Syndicat d’Initiative d’Ittre die een piepklein infokantoor heeft op de Grand’Place en waar ik bijzonder vriendelijk word onthaald.

Ittre staat symbool voor de hele regio die niet kan uitpakken met grote bezienswaardigheden, maar boeit met doodgewone, mooie dingen. Voor Ittre zijn dat La Forge-Musée, een authentieke smidse, het Folkloremuseum, de muurschilderingen in de Sint-Remigiuskerk en een kasteel, omringd door tuinen en een grote vijver.

Na al het groen: grauw

Van Ittre naar Braine-Le-Château is het zeven kilometer fietsen, maar het is niet evident om een fietsvriendelijke route te vinden. Met veel gissen en missen, de bekende trial-and-errormethode, lukt het mij enigszins, langs de Route de La Longue Semaine, de Vieux Chemin de Nivelles en de rue Notre Dame du Bois. Het opvallendste, maar zeker niet het mooiste monument in Braine-Le-Château is de schandpaal op de grote markt. De eigenaardige constructie, waaraan veroordeelden werden vastgeklonken en daarna bespot, dateert uit 1521 en overleefde de Franse Revolutie.
Het kasteel van Braine-Le-Château is een sierlijk gebouw en ligt midden in een park van zes hectaren. De Heren van Trazegnies hebben het gebouwd. Het is nu privébezit en ook al staat het onder monumentenzorg, het is - net als het park - niet open voor bezoek. Voor de inwoners van Braine-Le-Château, les Brainois, en voor de bezoekers zijn er wel wandelpaden in de bosrijke omgeving, onder meer in Bois-de-Samme.
 

Ik hou het bij fietsen en rijd de stad uit, langs de Moulin Banal met het Molenaarsmuseum. Het gaat bergaf richting Kanaal Brussel-Charleroi terwijl het landschap bruusk verandert. Gedaan met het groen…
In de verte zie ik de contouren van oude schoorstenen en verroeste fabrieken, de site van de Forges de Clabecq, eens de trots van de Belgische staalindustrie. 108 jaar lang werd hier staal geproduceerd en er werkten 6.000 mensen! Het was een werk vol risico’s, gevaarlijker dan in de mijnen, en er vielen jaarlijks honderden gewonden.
Dagelijks werd zeven ton stof in de lucht geblazen, wat stad en omgeving grauw maakte. Na grote financiële problemen en langdurige stakingen ging het bedrijf failliet in 1996. Op 4 september 2013, om 11u54, werd de gigantische oven gesloopt. Een doffe knal en een enorme stofwolk, meer dan enkele seconden was er niet nodig om de 110 meter hoge hoogoven neer te halen.
Het spektakel werd door honderden kijklustigen gadegeslagen en tal van ex-werknemers plengden een traan. De site ligt er nu verlaten bij en wordt stilaan veroverd door het groen dat blijkbaar goed gedijt op de sterk vervuilde bodem.

Op de westelijke oever van het Kanaal Brussel-Charleroi liggen Tubize en Oisquercq, in een van de meest troosteloze, chaotische woongebieden van ons land en dus niet aantrekkelijk om te fietsen.
Desondanks ga ik recht op de trappers voor de klim vanaf het kanaal naar de Markt van Tubize en tot bij het beeld van de Betchard, de mascotte van de gemeente.
De buik van deze grapjas aaien zou geluk brengen, dat beweren toch de Tubiziens. Betchard is ook de naam van het plaatselijk gebrouwen ambachtelijke bier waarvan ze zeggen dat je het altijd in gezelschap moet drinken.
De Brasserie de Tubize in de Rue de la Filature, meteen ook een restaurant, is hiervoor de beste plaats.
Betchard drink je voor de smaak en niet voor het alcoholgehalte. Toch voel ik mij bijna zweven als ik verder fiets door de bochtige Rue de Oisquercq naar het gelijknamige dorp.
Loop daar even binnen in het plattelandskerkje Saint-Martin, want er zijn tal van waardevolle kunstwerken te zien. Naast de kerk staat een authentieke, verweerde Bretoense calvarie, een beeldengroep met een kruis op een sokkel. Even buiten Oisquercq ligt een brug over het kanaal.
Het fietspad op de andere oever voert langs een schilderachtig sluizencomplex tot bij de Rue Virginal, naar een klim van achthonderd meter tot in mijn uitvalsbasis Ittre.

Van Ittre naar Seneffe

De mooiste fietstocht in Le Roman Païs volgt eerst de oevers van het Kanaal Brussel-Charleroi tot in Ronquières. Daarna gaat het langs de rechteroever van het minder bekende, maar schitterende oude kanaal dat buiten dienst werd gesteld toen in 1968 het Hellend vlak van Ronquières werd ingehuldigd. De fietsroute is volledig autovrij en is een afwisseling van stroken asfalt, kasseien, beton en verharde aarde. Fietsen gaat er ook probleemloos met een gewone fiets, een mountainbike is dus niet nodig.
Vanaf de sluizen in Verginal tot in Seneffe volg ik het traject van de RAVeL-route die deel uitmaakt van het netwerk van wandel- en fietspaden in Wallonië. Het net is ontworpen om alle zwakke of trage weggebruikers de kans te bieden zich te verplaatsen zonder te worden geconfronteerd met motorvoertuigen. De ‘trage wegen’ beslaan een totale lengte van 2.000 km, voormalige spoorweglijnen en jaagpaden langs kanalen.

Na 5 km langs de RAVeL60 sta ik op een platform onder aan het Hellend vlak van Ronquières. Je komt er alleen met de fiets, via een zandweg. Het is de beste plek om het verschepen van de boten te bekijken. Om een hoogteverschil van 67 meter te overbruggen worden de schepen vervoerd in met water gevulde bakken, 91 meter lang. Die zijn uitgerust met een tegengewicht van 5.200 ton en vervoeren de boten op 276 rollen, van het ene kanaalpand naar het andere.
Het is verbluffend om te zien hoe de bakken omhoog worden getrokken, langzaam voortglijden over de 1.430 meter lange helling. Het lijkt allemaal zo eenvoudig, maar dit is een sterk staaltje van waterbouwkunde. Om een idee te krijgen van het grote aantal sluizen dat door het hellend vlak werd vervangen, moet je langs het oude kanaaltracé rijden.
Alleen fietsers en wandelaars kunnen de schilderachtige route volgen, door een gebied dat de natuur langzaam maar zeker helemaal herovert. Het beginpunt van deze heerlijke tocht ligt aan het sluizencomplex naast La Tour Glacée. Dit restaurant heeft een mooi terras en je kunt er lekker en goedkoop eten. In de buurt van de sluizen, langs de eerste paar honderd meter van het oude kanaal, liggen tientallen woonboten. Het zijn spitsen en klippers, sommige met een tuintje op het dek, andere uitgeleefd en verlaten.
De dertien kleine oude sluizen zijn schilderachtige watertrappen. De scheepvaart is volledig stilgevallen en de langgerekte waterplassen tussen de sluizen zijn een paradijs voor natuurliefhebbers en vissers. Bij elke sluis staat het genummerde huis van de vroegere sluiswachter.
 

In Seneffe is er wel geïnvesteerd in fietstoerisme.

Na twintig kilometer fietsen kom ik in Seneffe, net als Ittre een goede uitvalsbasis voor wandelingen en fietstochten. De regio rond Seneffe is bezaaid met interessante bezienswaardigheden zoals het Kasteel van Feluy en de lindeboom van l’Espinette, geplant in 1762.

Bij de toeristische dienst van Seneffe word je overstelpt met informatie, met voorstellen voor balades in het groen, bewegwijzerde paden met namen als ‘La durablement rurale’, ‘L’Originale’ en ‘La Rocquese’.

Uiteraard staat ook een bezoek aan het Kasteel van Seneffe op het programma. Het is een ode aan de pracht en praal van de late achttiende eeuw, een mix van Romeinse elementen en Italiaanse renaissance, in een perfecte symmetrie.
Vooral de tuinen zijn schitterend, een romantisch parklandschap met een meer en drie aflopende terrassen. In het interieur van het kasteel is een museum gevestigd met de grote zilvercollectie van de Waalse Gemeenschap.
 

Kuieren door gezellig Nivelles

‘Een bekoorlijke stad met verborgen schatten’, zo promoot Nivelles zich op de toeristische markt. Het is de hoofdstad van het Roman Païs en inderdaad het bezoeken waard, vooral omwille van de gezelligheid en het kunsthistorisch patrimonium.
De grote markt van Nivelles is door de recente herinrichting nog meer dan vroeger een prettige ontmoetingsplaats. Er zijn leuke terrassen, zitbanken en verlichtingsbronnen met een vernieuwend design en dat allemaal rond de grootste bezienswaardigheid, La Collégiale SainteGertrude, een abdijkerk uit de zestiende eeuw.
Om in Nivelles te komen volg ik vanuit Ittre de groen gemarkeerde fietsroute van Roman Païs, langs het kasteel en door het bos van Baudemont. Komende vanuit de richting Arquennes, aan het Kanaal BrusselCharleroi, kun je op een afgedankte spoorlijn, een pre-RAVeL, tot in het centrum van Nivelles fietsen, zonder ook maar één klimmetje.
Het is leuk om in de namiddag aan te komen in Nivelles. De pleinen en straten zijn dan levendig, de terrasjes en winkelstraten eivol, de sfeer is supergezellig. Nivelles is een wandelstad en bij de toeristische dienst kun je de gratis Toeristische Wandelbrochure ophalen. Het is een goede leidraad om de mooiste hoekjes van de binnenstad en de leuke bijzonderheden van Nivelles te ontdekken. Er is bijvoorbeeld Jean de Nivelles, de vergulde figuur die al vijf eeuwen de klok slaat op het zuidelijke torentje van de collegiale kerk.
Na de wandeling ga je lekker genieten op een caféterras. Probeer een Gertrude Triple of een ander streekbier, als kers op de taart van een fietsverblijf in het verrassende Roman Païs.
Tekst Joris Verbeure – Foto’s Thomas De Boever
Dit artikel is verschenen in het zomernummer (juli/augustus) van 2014.
 

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer