Klein maar fijn Liechtenstein

9 minuten leestijd

Onbeduidender kan een land niet zijn. In oppervlakte tenminste. Het kleine Liechtenstein heeft variatie troef voor wie met de e-bike op pad trekt. Van de vlakke vallei bij de Rijn tot bergtoppen die tot 3.000 meter pieken. En alles daartussenin. ‘Na drie dagen zullen ze jullie ook kennen. Dit land is immers niet groter dan een dorp.’

Tekst Gunter Hauspie - Foto’s Dieter Telemans

reportage
  • Fietsen
  • Uitstappen en vakanties

Een postzegel! Dat is een van de topstukken van de Schatzkammer Liechtenstein. In de schatkamer passeren ook wel de vorstenkroon met edelstenen en goud bezet, een vreemde verzameling kunstige paaseieren en zelfs enkele kiezels van de maan. Maar de eerste postzegel die in Liechtenstein ooit op een brief geplakt en afgestempeld werd, dat is toch hét pronkstuk. Gids Nadine gniffelt om mijn verbazing: ‘Je moet weten dat zeldzame postzegels erg gewild zijn in Azië. Dagelijks houden hier toeristenbussen halt om vellen postzegels op de kop te tikken. En dan zijn ze weer weg. Dat is een lucratieve markt.’ Postzegels als exportproduct: waar kleine landen groot in zijn.

Geen massatoerisme

Exclusief postzegeltoerisme doet het ministaatje dat geprangd ligt tussen Zwitserland en Oostenrijk echter oneer aan. Hoe klein ook, het heeft meer te bieden. Hoge bergen bijvoorbeeld, prachtige panorama’s ook, groene oevers langs de Rijn, wandeltochten en uitstappen met de fiets. ‘Het toerisme is niet erg ontwikkeld in Liechtenstein. We hebben veel te bieden, maar we promoten het niet bijzonder.’ Eigenlijk twijfelen de Liechtensteiners of het wel een goed idee is om meer toeristen naar hun land te brengen. Er is geen directe economische nood. De bankensector en industrie floreren. Werkloosheid kent men er amper. Er is een dagelijkse influx van grensarbeiders die al voor voldoende verkeersdrukte zorgen. Zelfs veel van de mensen die in het toerisme actief zijn die wij ontmoeten, komen uit Zwitserland of Oostenrijk. Dus?

‘Het is eerder trots. En fierheid om te tonen wat ons kleine, door velen vergeten land in zijn mars heeft,’ zegt de gids. ‘We hoeven hier geen massatoerisme. We gaan hier nooit sensationele attracties bouwen. Maar we willen wel ons ongerepte land tonen aan bezoekers die bereid zijn zich te verdiepen in onze tradities. Liefst op een duurzame manier, te voet of per fiets bijvoorbeeld.’ We zijn mee. Nadine stuurt ons naar Gerald Bartel. Hij is zaakvoerder van Bikegarage, een fraaie fietsenwinkel. Wij willen een e-bike en hij verhuurt ze. Al is hij daar zelf eigenlijk niet zo zeker van. ‘Eigenlijk zijn dit testfietsen voor klanten die de aanschaf van een e-bike overwegen. Maar wie er eens een weekend mee op pad wil, kan ze net zo goed huren, denk ik dan.’ Dat is de Liechtensteinse manier om zaken te regelen, verduidelijkt Gerald. ‘Dit land is een dorp. Iedereen kent iedereen. Na drie dagen kennen ze jullie vast ook. Wil iemand een fiets huren, dan sturen ze die naar mij. Ik zal het wel oplossen. Het is een dorpsmentaliteit waarbij we voor elkaar zorgen. Met de bijbehorende achterklap van een dorp natuurlijk,’ lacht de man.  

Tocht langs vijf burchten

Met een volle batterij trappen we een halfuur later langs de Rijn, in de achterzak de brochure van de Fünf-Schlosser-Tour. Het is een fietsroute langs vijf kastelen. Drie ervan liggen in Zwitserland – er zijn simpelweg geen vijf kastelen in Liechtenstein. Bovendien kan je in Liechtenstein geen route van 45 kilometer uittekenen zonder een landsgrens te passeren. Het zegt wat over de mini-omvang van dit land. Liechtenstein is even groot als het Brussels Gewest, maar telt niet meer inwoners dan pakweg Waregem of Mol. Dus hebben de inwoners geleerd dat er vooral veel buitenland is. Aanvankelijk was dat Oostenrijk. Het vorstelijke geslacht van Liechtenstein is afkomstig uit de buurt van Wenen. Daar resideerden ze eeuwenlang. Hun landeigendommen in dit stukje uithoek van de Alpen verloor iedereen uit het oog, zijzelf incluis. Geen enkele monarch eiste de brok grond op, zodat het telkens weer door de dichttrekkende mazen van het nationalistische net viel. In de 19de eeuw begonnen de Liechtensteiners de voordelen van de onafhankelijkheid in te zien en ze uit te buiten. Na beide wereldoorlogen keert Liechtenstein Oostenrijk (het verliezende kamp) de rug toe en richt het zich economisch en monetair naar de Zwitserse grote broer. Een verstandige keuze, want het landje boert sindsdien niet slecht. Verre van.

De bekendste burcht is ook het beroemdste postkaartzicht van Liechtenstein. Hoog boven de hoofdstad – eigenlijk hoofddorp – Vaduz houden vorst Hans Adam en zijn zoon Aloïs vanuit een handvol stoere slottorens het land in de gaten. Dat doen zij en hun voorgangers al sinds 1936. In dat jaar ruilen ze hun paleis in Wenen in voor deze woonburcht. Tijdens de twee kilometer fietsen naar de burcht mogen we de powerknop op onze fiets meteen op maximum zetten. Flink klimmen dus. Daar heeft de dure sportwagen die ons onderweg passeert weinig last van. Prins Aloïs? In een dorp kan je je niet verstoppen, vorst of niet. ‘De vorstelijke familie mengt zich voortdurend onder de bevolking. De meeste inwoners hebben de vorst al eens persoonlijk gesproken. De familie is populair,’ horen we onderweg op een terras. Bij de poort van het Schloss Vaduz mogen we meteen weer naar beneden. Privat.

Zwitsers ommetje

Via de oever van de Rijn – autovrij smetteloos asfalt – fietsen we naar Balzers. Onderweg ligt de Alte Rheinbrücke. In 1871 was dit de eerste brug over de Rijn. Volledig in hout en volledig overdekt overspant ze de brede rivier. Ooit gebouwd voor man en paard, nu perfect voor fietsers.

Balzers ligt tegen de grens met Zwitserland. Burg Gutenberg doemt op een ferme rots op - plompverloren in de vlakke vallei. Indrukwekkend. Een aanblik die legers van veel grotere landen dan Liechtenstein – alle landen dus – angst moet hebben ingeboezemd.

Met de elektrische trapondersteuning vorderen we verbazend vlot. We besluiten een extra lus aan de uitgepijlde route te breien. Een helling voert ons Zwitserland binnen. Aan de Zwitserse zijde van de grens staan bunkers en betonnen palen rijen dik in de grond geheid. Duidelijk bedoeld om een blitzkrieg door tanks onschadelijk te maken. De hele heuvel is trouwens militair gebied met een grote kazerne. Welke vijand hebben die neutrale Zwitsers in gedachten misschien? Een zakdoekgroot land dat in 1838 zijn leger afschafte toch niet?  

Panorama over drie landen

Op Zwitserse bodem volgt onze vijfkastelentocht niet het dal. Hij golft door de dorpen die op de valleiflank zonnen. Prima als fietsland, zeker als je de steilste oprispingen van de weg kan uitvlakken met een ruk aan de gashendel van de e-bike. De burcht van Sargans zien we enkel van op een afstand als een silhouet in het zwerk. De burchtruïne van Wartau verschijnt eerst tussen wijngaarden op een heuveltop; dan passeren we langs de ingang en merken we het indrukwekkende panorama op de vallei. Derde en laatste Zwitserse burcht is die van Werdenberg.

Terug in Liechtenstein hebben we nog een flinke toemaat voor de boeg. We besluiten de avond en nacht door te brengen in de Gafadura Hütte. Dat betekent tien kilometer over een bos- en bergpad klimmen tot op ruim 1.400 meter. De Speisekarte is met kennis van keukenzaken samengesteld, ze serveren er Alpagold, het bier van de enige brouwerij van Liechtenstein, en de bedden zijn er zacht, zo laten we ons vertellen. Dat klinkt als de ideale berghut.

We ruilen onze lege batterij in voor een nieuwe en zetten ons aan de klim door het bos. Wie lang genoeg klimt, stijgt uiteindelijk boven de bomen uit. Vanavond is dat niet anders. Over een glooiende alpenweide naderen we steeds dichter de Gafadurahut. Het fantastische panorama reikt tot over de grens van drie landen. Zelfs de spiegel van de Duitse Bodensee glinstert aan de horizon in de avondzon. De locatie van de hut is de laatste vlek op de berg die door de zonnestralen verwarmd wordt. Puike inplanting. Op het terras smaakt het frisse bier heerlijk. De Käseknöpfli vullen onze leeggefietste magen zoals alleen dampende bergkost dat kan. En de bedden zijn zacht.

Hoogste berg van Liechtenstein

Berghutten als bestemming van een fietstocht, het werkt. Na het ontbijt in Gafadura gooien we ons in de afdaling naar de vallei. Het fietsnetwerk leidt ons via autovrije paden in de richting van Malbun. Dat is een bergdorp in de enige bewoonde vallei dieper in de bergen. We klimmen langs eenzame boerderijen waar nog actief vee wordt geteeld. Een nieuwe tunnel spuwt auto’s direct door de bergrug richting Malbun. Wij beleven het landschap intens met de fiets langs de oude kronkelende bergroute. Zwoegend bergop; genietend van de weldaden van de zwaartekracht bergaf. Op de top moeten we kort door een onverlichte tunnel uit 1867.

Malbun bereiken we niet. We slaan immers de vallei richting Valüna in. Langs een klaterende bergbeek hobbelen we geleidelijk steeds hoger. Links en rechts pieken hoge bergen. Is dat voor ons de top van de Grauspitz? Met 2.599 meter is dit de hoogste berg van Liechtenstein. Alleen wandelaars en mountainbikers dringen nog door in deze brok ongerepte natuur. Bij de Alp Valüna, een actieve zomerboerderij, stoppen we. Melk wordt er verwerkt tot ijs, yoghurt en kaas. Er wordt elke dag taart gebakken en soep gemaakt. Kiezen is er dus verliezen, tenzij je de Valüna Plättli kiest. Dan wordt voor jou van alles een beetje op een houten plank uitgespreid. Dat is zo fijn aan klein. Dan kies je toch gewoon alles? En Liechtenstein ís klein.  

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer