Boomgaarden & bokkenrijders

9 minuten leestijd

Vergeet even de Franse zon of de glooiende heuvels van Toscane. Soms hoef je niet ver te reizen om rust te vinden. Huur een elektrische fiets in de Bottelarij in Wellen en maak kennis met de geschiedenis van de bokkenrijders, bronzen donderklokken, boomgaarden en beemden.

reportage
  • Uitstappen en vakanties

We hebben nog maar net de steenweg verlaten en het voelt al alsof we in een tijdscapsule door de boomgaarden van Haspengouw rijden. De rijen fruitbomen flitsen voorbij. Hier en daar staan de houten kisten voor de oogst al opgestapeld in huizenhoge sculpturen.

Voor ‘slow tourism’ moet je in Limburgs Haspengouw zijn. Het is de Bottelarij net buiten het centrum van het kleine dorpje Wellen die de regio naar voren schuift. Bezielster Ann De Bock komt vrolijk met verse kaneelbroodjes en koffie aanzetten. ‘De Bottelarij is een sociaal-economisch project waar we inzetten op mensen die in de reguliere economie niet of nauwelijks aan de bak komen’, vertelt Ann. ‘In de Bottelarij worden ze gewaardeerd om wie ze zijn en vertrekken we vanuit hun sterktes.’ Ann kocht de ruïnes van de oude bottelarij op en is samen met de mensen aan de slag gegaan om er iets moois van te maken. Met respect voor wat ooit was. Met zorg voor wat het worden kan, staat met sierlijke letters op de muur van het binnenpleintje geschreven. ‘Het authentieke is belangrijk voor ons. Dat zie je in de restauratie van de oude bottelarij terugkomen, maar ook in ons aanbod’, gaat Ann verder. Wie slow toerisme in Limburg wil ervaren moet in de Bottelarij zijn. Hier kan je genieten van lekker eten, kunst en cultuur, en natuurlijk de prachtige natuur van Haspengouw.

Tijdens de lunch krijgt dat authentieke nog een verrassende wending. Voor ons staat een overheerlijke authentieke Irakese maaltijd, met zorg bereid door chef-kok Afra. Afra is gevlucht uit Irak en na enkele omzwervingen in Wellen terechtgekomen. Aanvankelijk begon ze als poetsvrouw te werken in de Bottelarij. ‘Dan begon ik mee te helpen in de keuken’, vertelt Afra, ‘en uiteindelijk ben ik chef-kok geworden.’ Die multiculturaliteit weerspiegelt zich echt op de kaart. Maar Afra heeft ook geleerd om echte Limburgse gerechten klaar te maken, hoewel het kookproces dan soms net iets anders verloopt. ‘Zo voegen we pas op het laatste moment het bier toe aan de stoverij, zodat ik tijdens het koken ook kan proeven, zonder alcohol’, lacht ze.

Vertraagtip 1: een tochtje op de e-bike

In de achttiende eeuw teisterde een vreemde roversbende de streek die we vandaag Nederlands Limburg noemen: de bokkenrijders. Volgens het volksgeloof vlogen de rovers door de lucht op een bok, het symbool van de duivel. Aan het einde van de achttiende eeuw doken er ook bendes op in Haspengouw. Van 1773 tot 1776 maakten ze Wellen en omstreken onveilig met overvallen en hun zogenaamde ‘brandbrieven’. Wij volgen de route van de bokkenrijders niet per vliegende bok, maar gewoon, zoemend op een elektrische fiets.

Vanuit Wellen loopt de fietsroute kronkelend door het oude landschap. Langs een holle weg rijden we naar boven. Tot boven op de eerste heuvelrug van droog Haspengouw. ‘Wellen ligt net op de grens tussen droog en nat Haspengouw’, vertelt onze gids. ‘Het woord “wellen” is trouwens oud-Nederlands voor “bronnen”.’ Het dorp zelf ligt langs de beek de Herk, geprangd tussen twee moerasgebieden, de Grote Beemd en de Broekbeemd. ‘Vroeger waren er op het centrale plein voor de Sint-Rochuskerk twee vijvers, maar die zijn al in de middeleeuwen drooggelegd.’ Toen men het verband legde tussen stilstaand water en de verspreiding van besmettelijke ziektes, stopten de mensen met het drinken van water uit de vijvers. Niet toevallig is de Sint-Rochuskerk genoemd naar de patroonheilige tegen besmettelijke ziektes. ‘Ieder dorp had sindsdien zijn eigen brouwerij waar licht alcoholisch bier werd gebrouwen’, weet onze gids. ‘De alcohol was een prima bewaarmiddel.’

Vanop de heuvel kijken we zo door tot de terril van Genk. Hoog boven de appelbomen hangt een torenvalk te bidden. Met nestkasten op lange palen proberen de boeren het de valken naar hun zin te maken; hoe meer torenvalken, hoe minder woelratten.

Vertraagtip 2: halt houden bij een kapel

De kleine Kapel van Oetersloven ligt wat verderop op een heuvel tussen Wellen en Berlingen. De eerste versie van de kapel dateert al uit de tijd voor 1187, toen gebouwd door de heer van Wellen voor hij aan de kruistochten deelnam.

Het is tijdens de winter van 1774 dat de familie Wouters een brandbrief krijgt van een bokkenrijder, zo gaat het verhaal. Een jaarloon aan zilverstukken, of hoeve Wouters gaat in vlammen op. Het geld moest verstopt worden aan de Kapel van Oetersloven. Radeloos gaat Jan Wouters met de brandbrief naar de pastoor. Die verbergt zich in de kapel in de hoop de afperser op heterdaad te kunnen betrappen. Aanvankelijk krijgt hij de bokkenrijder niet te zien, maar op die 2de januari heeft het ’s nachts flink gesneeuwd en het kost de pastoor niet veel moeite om de voetstappen van aan de kapel te volgen tot aan het huis van klompenmaker Jan van Muysen. Hij wordt als bokkenrijder aangehouden en later onthoofd in de Bonderkuil in Wellen. ‘Dit verhaal toont duidelijk aan dat de zogenaamde bokkenrijders meestal door armoede gedreven sukkelaars waren die geen uitweg meer zagen’, legt onze gids uit. ‘Door zich als bokkenrijder voor te doen, probeerden ze vooral hun slachtoffers extra angst aan te jagen.’ In totaal zijn er 31 Wellense bokkenrijders aangehouden. Negentien werden er in de Bonderkuil terechtgesteld, acht in Munsterbilzen, twee stierven in de gevangenis, één is vrijgelaten en één kon ontsnappen.

We fietsen verder door een oud en glooiend landschap. Vierkantshoeves en kleine huisjes wisselen elkaar af. Af en toe snort er een tractor voorbij, smalle modellen speciaal om tussen de fruitbomen te kunnen rijden. De zomer geurt heerlijk. De vrolijke pluisjes van de jonge mais wiegen zachtjes met ons mee als we voorbij fietsen.

Vertraagtip 3: luisteren naar een donderklok

We rijden tot het centrum van Wellen. Het lijkt wel of het bokkenrijdersdorp gehuld is in mysterie. Boven in de romaanse silexen kerktoren van de Sint-Janskerk hangt een donderklok gewijd aan de heilige Brigitta. In de klok staan de volgende woorden gebeiteld: ‘Brigita is mijne naeme. Mijn gheluyt is Gode bequaeme. Also verre me mij horen sal, Wilt God Welle over bewaeren al.’ In 1524 werd de 1.800 kg zware bronzen klok door Peter Wagenens gegoten. Telkens als er zwaar onweer dreigde, luidden de Wellenaars de klok zo hard ze konden om zo het onweer te verjagen en de oogst te beschermen. ‘Of het om bijgeloof gaat of niet, geen idee’, vertelt onze gids, ‘maar men vermoedt dat de geluidsgolven van de klok de onweerswolken uit elkaar konden laten spatten. Je kan het eigenlijk vergelijken met de hagelkanonnen van vandaag.’

De bokkenrijders lieten het niet altijd bij dreigementen. Langs de Grote Beemd fietsen we naar hoeve Corfs. Alleen het kleine bordje met de geschiedenis van de hoeve erop laat zien welk drama zich hier op 4 november 1773 afspeelde. Jan Corfs had enkele dagen voordien een brandbrief ontvangen waarin de bokkenrijders een bedrag van vierhonderd gulden – destijds ongeveer vier jaarlonen – eisten, of zijn hoeve zou branden. Waarschijnlijk om Corfs bang te maken staken de afpersers een hooimijt naast het huis in brand. De vlammen sloegen over op het strodak van de woning en de hele hoeve brandde af.

Vertraagtip 4: een biologisch fruitbedrijf bezoeken

Wie Haspengouw zegt, zegt fruit. Als biologische fruitteler moet Victor Henry het met zijn bedrijf Gallinero anders aanpakken dan de gangbare bedrijven in de omgeving. ‘Ik hoef geen insecten te verdelgen’, legt Victor uit als we langs de eerste rijen perenbomen wandelen. ‘Als je ervoor zorgt dat er een natuurlijk evenwicht ontstaat, reguleert de natuur zelf de schadelijke insecten en ziektes.’ Hij maait altijd maar de helft van het gras en de wilde bloemen, zodat er genoeg nuttige insecten de weg naar de boomgaard vinden. ‘Natuurlijk zitten er ook beestjes in de peren en appels, maar die moet je dan gewoon tijdig weghalen.’ Met een geoefende blik scant hij de bomen, haalt er behendig enkele minuscule appels uit en toont waar de beestjes zich hebben genesteld.

De hele boomgaard ligt beschermd achter een dikke haag van hazelaar. ‘De haag houdt de pesticiden van andere bedrijven tegen’, zegt Victor. Hij mag nog zo zijn best doen om biologisch te telen, als het goedje door de wind op zijn appelen terechtkomt, is hij zijn bio-certificaat kwijt. ‘En die dikke hagen lokken ook nog eens veel vogels, die de rupsen en slakken vakkundig uit de bomen halen’, weet hij.

Of hij soms niet gefrustreerd raakt? ‘Ach nee’, zucht Victor, ‘biologische landbouw zorgt voor een andere ingesteldheid. Je moet meegaan met het ritme van de natuur.’

Een grote storm zorgde er vorig jaar voor dat bijna de hele oogst mislukte, nu heeft een vriesnacht in het voorjaar veel bloesems kapot gemaakt en zal de oogst wellicht ook niet groot zijn. ‘Maar dat zijn problemen die alle fruitboeren hebben’, relativeert Victor als we terug wandelen in de richting van de boerderij.

Vertraagtip 5: te voet over het water

Een van de redenen waarom men de bokkenrijders ervan verdacht hulp van de duivel te krijgen, is dat ze na een overval altijd in rook opgingen. Niemand wist hoe zij zo snel konden ontsnappen, dus moesten ze wel op duivelse bokken door de lucht vliegen. Een wat meer wereldse verklaring is dat de bokkenrijders zich na een overval terugtrokken in de beemden rond Wellen: moerasgebieden vol met riet waarin je zo kan verdwalen. De bokkenrijders kenden de beemden als hun broekzak en konden zich makkelijk verstoppen. Vandaag is de Broekbeemd een natuurgebied vol fluitende vogels, zoemende insecten en loom grazende Schotse hooglanders.

Vanaf het centrum van Wellen, via de Molenstraat, wandel je zo de beemd binnen. We volgen de Herk, die dwars door de Broekbeemd kabbelt. In de zomermaanden staat er minder water in de beemd en kunnen de Schotse hooglanders tussen het riet komen grazen. Over een vlonderpaadje wandelen we over het water heen. Grote bladeren van wilde rabarberplanten hangen schuin tegen de grond. Op verschillende plaatsen groeit hier de moerasspirea, een geneeskrachtige plant waarvan de witte bloemetjes zouden helpen tegen nierziektes.

We zijn nog maar even aan het wandelen en we zitten al midden in het riet omgeven door hoge populieren. Overal zijn insecten druk in de weer. Ze laten de hele beemd zoemen.

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer