Oorlogsverleden: de Aisne

Napoleon
8 minuten leestijd

Op 10 juli 2014 reden de renners van de Tour De France over de Chemin des Dames. Graan wiegt op de heuvels die vanaf Caesars tijd tot de Eerste Wereldoorlog een slagveld vormden. Het landschap in de Aisne ademt oorlog en vrede. Een vrij weekend voor de boeg? Trek dan naar deze tien bijzondere plekken tussen Arras en Reims en drink en route zeker een glaasje champagne, want ook dit is de Champagnestreek.

 

reportage
  • Uitstappen en vakanties

1. Saint-Quentin: Herrezen als een feniks

De Eerste Wereldoorlog heeft sporen nagelaten in Picardië. In het landschap, en in het collectieve geheugen. De Slag aan de Somme blijft het symbool van uitzichtloos soldatenleed. Saint-Quentin vertelt een ander, minder bekend oorlogsverhaal. De steden en dorpen in het departement Aisne werden voor tachtig procent verwoest. Maar zelfs in het zwaarst getroffen gebied van Frankrijk bleven ze niet bij de pakken zitten. Onmiddellijk na de oorlog herrees Saint-Quentin als een feniks uit de as. De stadsarchitecten zorgden voor een ware facelift.
Hun bedrijvige textielstad kreeg drieduizend art-decogevels en was meteen mee met de nieuwste mode in de architectuur. Huizen kijken kan vandaag met de gratis audiogids die je kunt downloaden of afhalen bij de toeristische dienst. Je volledig in de art deco verdiepen kan en mag, maar vergeet de andere bezienswaardigheden niet.
 

De basisiliek was ooit een stop op de pelgrimsroute naar Compostela.

Het stadhuis geeft de grote markt een Vlaamse uitstraling. De gevel van flamboyante gotiek wordt bevolkt door een hele collectie beelden.

De gigantische basiliek dateert uit de twaalfde tot de vijftiende eeuw en was een halte op de pelgrimsroute naar Compostela.

Ze leidt je van ver naar het stadscentrum en is ook zichtbaar vanuit Les Marais d’Isle, honderd hectaren natuurreservaat en recreatiegebied aan de Somme, ten zuiden van de stad.

2. Guise: Kasteel uit een kinderboek

Vraag Picardische kinderen om een kasteel te tekenen en ze tekenen het kasteel van Guise. De stoere, ronde donjon op de heuvel lijkt weggeplukt uit een sprookje en de heersers die hier eeuwen de plak zwaaiden, zijn niet weg te denken uit de geschiedenisles. Het middeleeuwse monument bleef tot de Eerste Wereldoorlog in gebruik. De machtige hertogen van Guise konden maar liefst drieduizend soldaten huisvesten in hun bolwerk.
Achter de dikke vestingmuren strekt zich een doolhof uit van kelders, trappen, onderaardse gangen, munitiedepots en galerijen met schietgaten. Gelukkig word je rondgeleid door een gids die de weg kent en weet waar de lichtschakelaars zitten.
 

Het fort van Guise heeft nog lang niet alle geheimen vrijgegeven.

In het fort waren echt alle denkbare voorzieningen aanwezig, zelfs een lepragalerij waar lepralijders in quarantaine gingen. De museumzalen tonen archeologische vondsten. Maar het duizendjarige fort heeft lang niet al zijn geheimen prijsgegeven.

De restauratie zal nog jaren duren en wordt gedeeltelijk uitgevoerd door jonge vrijwilligers. In augustus zorgen middeleeuwse spelen voor extra animatie op het groene binnenplein, aan de voet van de machtige donjon.

 

3. Guise: Versailles van de werkman

Bij de donjon kun je de Familistère al zien liggen, een reusachtig arbeiderspaleis. Noem het gerust een Versailles van baksteen, op maat van de gewone man en zijn gezin.
Jean-Baptiste Godin (1817-1888), een superrijke captain of industry zette zijn werknemers op een voetstuk.
Het personeel dat voor hem fornuizen en kachels maakte, verdiende een woning met de modernste voorzieningen.
Naast zijn fabriek bouwde hij in 1859 zijn utopie: een wooncomplex met appartementen waar arbeiders werk en gezin konden verzoenen en zich konden ontwikkelen.
Winkels, scholen, theater, zwembad, wasserij, gratis gezondheidszorg: het project was zowel qua opzet als qua architectuur buitengewoon vooruitstrevend. Sommige appartementen zijn nog bewoond.
In enkele woningen groeit een museum over de idealistische industrieel en zijn visionair levenswerk.
De rest van het gebouw staat in de steigers wegens restauratiewerken en omdat een vleugel wordt ingericht als hotel.

4. Chemin des Dames: Dochters en soldaten

De Chemin des Dames en het museum Caverne du Dragon zijn de publiekstrekkers bij uitstek in de Aisne. Het graan wiegt, de heuvels glooien zachtjes, in de diepte ligt een stil dorpje. Het standbeeld van Napoleon tuurt naar de horizon, de steek op het hoofd en de armen op de rug. De strategisch gelegen heuvelrug heeft veel oorlogsgeweld gezien. Caesar beet de spits af, Napoleon volgde in 1814 en een eeuw later sneuvelden de soldaten die begraven zijn op een dertigtal kerkhoven in de omgeving.
Ze streden allemaal om de dertig kilometer lange en soms tweehonderd meter hoge heuvelrug in handen te krijgen. Hij loopt van west naar oost, tussen de Aisne en de Ailette en vormt een natuurlijke barrière tussen Laon en Reims. Wie hier zijn troepen legert, overziet de hele streek. En de dames in het verhaal? De weg is in de achttiende eeuw verhard voor de dochters van Lodewijk de Vijftiende, zodat ze sneller per koets van Parijs naar hun gouvernante in Vauclair konden reizen.
 

5. Caverne du Dragon: Het hol van de draak

Tijdens de eerste jaren van WO I hadden de tegenstanders zich ingegraven in een stellingenoorlog: de Fransen in de valleien, de Duitsers op de heuvelkam. Pas in oktober 1918 konden Franse en Italiaanse troepen het plateau heroveren. Onder de Chemin des Dames strekte zich een oude kalkgroeve uit. De Duitsers namen ze in gebruik als rustoord voor zieke of vermoeide soldaten. Vanaf juni 1917 begonnen ook de Fransen de onderaardse ruimten te benutten.
Duizenden soldaten van beide partijen waren veroordeeld tot een traumatisch samenleven, elk aan hun kant van een muur die de Drachenhöhle scheidde van de Caverne du Dragon. Na een introfilm met authentieke beeldfragmenten neemt de gids je mee naar de ondergrond. Je wandelt door het schemerduister. Af en toe lichten voorwerpen en wegwijzers op. Het veldhospitaal was even kil, klam en onherbergzaam als de keuken.

6. Plateau de Californie: In het web van de dood

Even verderop langs deze historische route ligt een uitzichtpunt boven de donkergroene heuvels.
De helling erachter is het Plateau de Californie, waar de Franse opperbevelhebber Nivelle op 16 april 1917 het Duitse front probeerde te doorbreken.
Het offensief mislukte volledig. Frankrijk leed catastrofale verliezen, boekte nauwelijks terreinwinst en zou de Duitsers pas een jaar later kunnen verjagen.
Miljoenen obussen hebben de bodem zo sterk vervuild dat de natuur er nog steeds onder lijdt. Alleen de sterkste boomsoorten kunnen hier nog groeien.
Een sculptuur van Haim Kern toont soldaten verstrikt in het web van de dood.
Ze ploeterden hier door de zuigende, met bloed doordrenkte modder, wanhopig vechtend voor hun leven, en tegen hun onverschillige superieuren.
Het Arboretum du Vieux Craonne is een memoriaal voor een dorp dat in 1914 van de kaart werd geveegd. Het vredige, stille dorp in de diepte is het nieuwe Craonne.
 

7. Soissons: Op stap met een greeter

Laon, de hoofdstad van de Aisne, wordt gedomineerd door het oude centrum op de heuvel.
De stompe torens van de kathedraal zijn kilometers ver zichtbaar.
Het icoon van Soissons zijn de spitse torens van de gotische abdij Saint-Jean-des-Vignes, waarvan slechts het geraamte rest.
Soissons ken je misschien nog uit de geschiedenisles door de beroemde vaas van Clovis. We gaan er op verkenning met greeter Valérie Crosset.
Greeters zijn vrijwilligers die toeristen gratis rondleiden in hun stad, alsof het hun vrienden zouden zijn. Het is een leuke manier om deze rustige stad aan de Aisne te verkennen.
Starten doen we bij het stadhuis en de vroegere abdijkerk Saint-Léger, waar je nu tentoonstellingen kunt bekijken. Winkelstraten krijgen we met Valérie niet te zien, wel pleintjes, brede lanen met deftige burgerhuizen en bijna middeleeuwse, smalle straatjes.
We zijn onderweg naar het Arsenal, het stadsmuseum van Soissons, net als de andere musea en sites gratis te bezoeken. 
Kers op de taart in deze kunststad is de kathedraal (12de-14de eeuw), een staalkaart van gotische bouwstijlen, met fraaie glasramen en een echte Rubens.
 
 

8. Viels-Maisons: Geuren en kleuren in prachtige tuinen

In de zomer zijn de tuinen van Viels-Maisons indrukwekkend kleurrijk. In het uiterste zuidpunt van het departement kwam een gepassioneerde dame, Bertrande Deladoucette, op het idee om achter het romaanse dorpskerkje een tuin aan te leggen op het kasteeldomein van haar familie.

Je vindt er een witte en een wilde tuin, een vierseizoenentuin, hydrangea’s, rozen, de tuin van de pastoor, de romantische tuin en een Engels landschapspark. En ook een tuin van de kleinkinderen, met 23 bomen: fruitbomen voor de kleindochters, herfstbomen voor de kleinzoons.

9. Marcilly: Langs de champagneroute

Hoe meer we naar het zuiden rijden, hoe zachter het landschap in de Aisne wordt. Tot we ineens de Route Touristique du Champagne langs hellingen met wijngaarden volgen. In Picardië? Een bezoek aan champagnehuis Lévêque-Dehan in Marcilly, deelgemeente van Barzy-sur-Marne, brengt klaarheid. Deze regio ten westen van Reims hoort eigenlijk ook bij de Champagnestreek en mag daarom ook het label champagne voeren.
Het zuiden van Picardië is trouwens goed voor 10% van de Franse champagneproductie. Eric en Nadine Lévêque vertellen dat ook zij in hun 6 ha wijngaarden de traditionele champagnedruiven telen: pinot noir, pinot meunier en chardonnay. En ook hier gebeurt de pluk half september nog volledig met de hand.

10. Condé-en-Brie: Verborgen schatten in het kasteel van Condé

De champagneroute leidt ook naar het kasteel van Condé in Condé-en-Brie. Dit witte kasteel (16de-17de eeuw) was oorspronkelijk eigendom van de prinsen van Condé en heeft ontelbare banden met allerlei namen uit de Franse geschiedenis, zoals Mazarin, Richelin of Jean de La Fontaine, die in het naburige Château-Thierry zijn thuisbasis had. Het kasteel overleefde beide wereldoorlogen en wordt nu nog altijd door de eigenaars bewoond.
Zowel kinderen als volwassenen kunnen hier met een schattenjacht het terrein verkennen.

Ook het interieur van het kasteel is de moeite waard.

Het interieur is het bekijken waard, met rijk gedecoreerde zalen en salons, kamers, verborgen deuren en originele schilderijen achter spiegels.

De muren zijn vooral versierd met natuur- en jachttaferelen, trompe-l’oeilschilderingen van de Italiaanse kunstenaar Servandoni en zelfs werk van Watteau, die samen met zijn leerlingen een vleugel decoreerde.

Waarmee een weekendje Aisne in stijl afgerond is.

Tekst Viviane Bulthé - Foto’s Viviane Bulthé en toeristische diensten

Dit artikel is verschenen in het zomernummer (juli/augustus) van 2014.

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer