Wandelen in Berner Oberland

8 minuten leestijd

Kinderen, bergen en wandelen. Niet direct een cocktail die door de kroost op hoera-geroep onthaald wordt. Gelukkig is er Berner Oberland, even ten Zuiden van de Zwitserse hoofdstad Bern. In een relatief klein gebied is er alles te vinden wat de Alpen te bieden hebben: meren, kleine bergdorpen, gondelbanen, koeien en ja hoor, wandelpaden. Maar wees gerust, op de Triftbrug - een van de specta culairste hangbruggen van Europa - luisteren naar je eigen ‘hoeraaa’ die weergalmt tussen de gletsjers, maakt wandelen ook voor kinderen aanvaardbaar.

 

reportage
  • Wandelen

Jungfraujoch = een jonge, dure, mooie dame

De stemmen van de kinderen gaan van wild naar gedempt. Op het ritme van het tandrad verspreiden de ‘ooh’s’ en ‘aah’s’ zich vanuit de monden van de kinderen doorheen de trein. Om later in de buik van de gletsjer te verdampen naar zachte ijszuchten. Velen vragen zich af of de dure treinrit naar de top van de Jungfraujoch (3.471 meter), het laagste punt op de bergkam tussen de Mönch (4.107 meter) en de Jungfrau (4.158 meter), wel de moeite waard is.

Het twaalf kilometer lange wonder van techniek werd gebouwd in het begin van de twintigste eeuw. Het duurde ook twaalf jaar om de klus te klaren. Het eerste stuk van het traject voert je door ongerept natuurgebied. De alpenweiden worden aan je oog onttrokken als je even later de zeven kilometer lange tunnels induikt. Adembenemende uitzichten wisselen af met de in de rotswand gehakte littekens. Het station op het uitzichtpunt is het hoogste van Europa en ligt midden in het hooggebergte. Eeuwige sneeuw, een prachtig uitzicht en honderden Chinezen zijn er je deel. De treinreis ernaartoe is zo spectaculair dat de verwachting om boven het ultieme berglandschap te zien je doet ijlen.

Nadat we zijn uitgestapt, voelt de ijzige grond onder je schoenen in de buik van de gletsjer dan ook vreemd aan. Door voorzichtig te laveren tussen de vele ijssculpturen blijven we toch tot aan het einde met de voeten zachtjes op de grond. Dus ja, het dure ticket is een dagtrip waard. Tenminste, als je niet vergeet dat je in Zwitserland bent waar alles duur maar machtig is.

De goden van de bergen moeten je wel goed gezind zijn. Eenmaal boven stak de Jongedame zich weg achter haar wit bruidskleed. Mist was die dag onze spelbreker. Zelfs het trekken aan de vlag heeft daar niets aan verholpen. Als de Jungfrau en de zon je welgezind zijn, kan je tot voorbij de Zwitserse grens kijken tot aan het Zwarte Woud en de Vogezen. Maar het mooiste zicht is toch de Aletschgletsjer. 27 miljard ton ijs slinkt meedogenloos door de opwarming van de aarde. Ga kijken voor het te laat is.

Ballenberg = geschiedenis in alle talen

Stoppen met zeuren kinderen! Stapschoenen uit en geschiedenislaarzen aan! Het grootste openluchtmuseum van Zwitserland, Ballenberg, opende zijn deuren in 1978 met zestien Zwitserse huizen die steen voor steen afgebroken werden en weer opgebouwd.

Denk Bokrijk, maar dan groter en op z’n Zwitsers. Niet vlak, maar heuvelig omringd door bergen. Tegenwoordig zijn er honderd huizen en werkplaatsen te bezichtigen.

Absoluut geen stille, saaie boel. Het geheel wordt opgefleurd met de bijbehorende dieren en handwerklieden. Knorren, loeien (in het Frans, Duits, Italiaans en het retro-Romaans ), mekkeren, zoemen en zagen doen de kinderen er van plezier. Er valt heel wat te zien en te beleven, de moestuinen, de dieren en de gebouwen fluisteren je historische verhalen toe van het platteland in Zwitserland.

De gebouwen zijn zeer goed onderhouden en je krijgt op geen enkel moment het gevoel te slenteren in een museum. Tot grote vreugde van de kinderen, en ook een beetje van ons.

Triftbrug = zweven, roepen, wandelen

‘Is het nog ver?’ Waarschijnlijk de meest gehoorde zin in juni en augustus. Verveelde kinderen op een achterbank, wegsmeltend in de hitte. Niet één keer heb ik deze zeurzin gehoord, wandelend in de koelte van het hooggebergte.

De trip naar de Triftbrug begint al spannend aan de gondelbaan. Sportieve wandelaars kunnen kiezen om de volledige tocht naar boven te maken. Wij kozen echter voor het gemak en de ervaring alsof we zelf de Triftbrug gingen bouwen.

De compacte gondel werd vroeger gebruikt om werklui naar boven te brengen, wat ervoor zorgt dat het meteen een van de grappigste bakjes is waar we ooit ingezeten hebben. Maximum 8 personen raken er in geperst. Eens uit de gondel vraagt het wel enige moed om tot aan de brug te stappen. Je hoogtevrees en slappe benen laat je beter thuis.

De hangbrug, gebouwd naar Nepalees model, bengelt maar liefst 100 meter boven de grond en is 170 meter lang ( wat haar meteen de langste hangbrug van de Alpen maakt ) en het zicht op de gletsjers errond maken de wandeling tot een makkie. De kinderen wandelden trouwens niet.

Zodra de brug in zicht kwam, was de vermoeidheid verdwenen en ging het in lichte galop verder om te eindigen in naar jezelf terugkaatsende vreugdekreten tientallen meters zwevend boven de grond.

 

Berner Oberland = kinderwandelwonderland

Slierten mist, gezoem van treinen die koppig de bergen op rollen, duizenden Chinese stemmen bij het kopen van een uurwerk. De stilte en de weidsheid van de bergen. De levendigheid van Interlaken. 800 meren die smeken om verrimpeld te worden door een sprong in hun buik. Berner Oberland heeft het allemaal.

En dat op een relatief klein en gemakkelijk bereikbaar gebied. De reuzen van de Alpen die je er vindt, de Eiger, Mönch en Jungfrau, verdragen de aanwezigheid van kinderen goed. Een goede voorbereiding maakt het wandelplezier alleen maar groter. Indien je het traject aanpast aan je eigen kunnen en dat van de kinderen, vergeten ze de vermoeide voeten snel.

Bergwandelen lijkt voor kinderen, indien ze het niet kennen, idioot en totaal zinloos. Je gaat een berg op. Het is lastig, het duurt lang en het heeft geen nut. Immers, op het einde van de dag sta je weer waar je vertrokken bent. Moe, bezweet, nat als het regent, terug diezelfde berg afgelopen. Een berg waar bovendien soms ook een kabelbaan naar de top gaat. Dat is toch veel makkelijker?

Wanneer de eerste grimassen verdreven zijn door de schoonheid van de Zwitserse Alpen, de nog niet volgroeide longen gevuld met zuivere berglucht en de hersenen doorvoed met zuurstofrijk bloed, ontdekken de meesten het grote avontuur in bergwandelen. Voor wie het niet gelooft, je kan het ook nalezen in het logboek onder het kruis op de top van de Glogghüs (2.534 meter).

Berner Oberland is een van de meest bewandelbare gebieden van de Alpen. De wandelpaden zijn altijd makkelijk toegankelijk dankzij de vele kabelbanen, treinen, bussen en wegen. Gelukkig merk je van deze transportmogelijkheden niet veel, eens je echt aan het wandelen bent.

Het blijft een unieke ervaring om ’s morgens te vertrekken in de zon bij een aangename 30 °C en tegen de middag je voeten te planten in de eeuwige sneeuw op meer dan 3.000 meter. Mispak je er niet aan en neem gerust die extra trui mee naar boven.

En de Berner Oberlander heeft goed begrepen dat er naast wandelen ook andere activiteiten moeten zijn. Echte avonturiers kunnen in en rond Interlaken hun adrenaline kwijt. Je kan er bungeejumpen, raften, paragliden. In het centrum val je over de avonturiers. Een beetje vreemd want Interlaken is verder een zeer gemoedelijk stadje.

Te laat komen is er ook niet bij, de stad telt meer horlogewinkels dan de Jungfrau hoogtemeters. Het mondaine dat de stad ongetwijfeld vroeger had, wordt door het massatoerisme een beetje teniet gedaan. Als je verder dan de grote groepen rondtrekkende groepen-met-gids kijkt ontdek je een zeer aangename en vriendelijke stad.

Vaak vermijden mensen Zwitserland door de kostrpijs, maar je bepaalt als reiziger zelf hoe duur je het maakt.

De steeds weerkerende klaagzang over Zwitserland is de kostprijs. Ja, Zwitserland is duur. Daar staat tegenover dat dat Berner Oberland staat voor kwaliteit en dat heeft nu eenmaal zijn prijs. Reizen en wandelen maak je echter zo duur als je zelf wil. Een kleine rugzak, een fles water en goede moed doen wonderen, ook aan de prijs.

Ik moet weer even aan Albert Einstein denken. Volgens het genie zijn er slechts twee manieren om je leven te leven: doen alsof niets een wonder is en doen alsof alles een wonder is.

In Berner Oberland hoef je niet te doen alsof. De wonderen van de natuur en techniek kriebelen je zintuigen en doen je meer dan ooit, vanzelf, leven.

Tekst en Foto's Thomas De Boever

Dit artikels is verschenen in het zomernummer ( juli - augustus ) van 2016.

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer