Wandelen: Catalaanse Pyreneeën

9 minuten leestijd

El Cinquè Llac. Het Vijfde Meer. Het zou de titel van een thriller kunnen zijn, maar het is de naam van een prachtige meerdaagse trektocht in de uitlopers van de Catalaanse Pyreneeën. De plot van de tocht is er een van vele hartelijke ontmoetingen, in de geschiedenis gestolde dorpen, ongerepte natuur en tijdloze verhalen en legenden. Met als rode draad een queeste naar het mysterieuze Vijfde Meer.

reportage
  • Wandelen

Een stip verschijnt op de boomloze bergkam van de Serraspina. Hij houdt even halt om de hoogvlakte van Els Planells in zich op te nemen. Dat moet Joan Espanyol zijn. We hebben afgesproken om elkaar hier bij de bergpas te ontmoeten.

Ik ben vanmorgen vertrokken in Peramea, een bergdorp in de regio Pallars Sobirà. Joan komt vanuit Beranui geklommen, een dorp in Vall Fosca aan de andere kant van de Serraspina. Ik sta op van het rotsblok waar ik al een uur zit te wachten en wuif naar de stip.

Nu ja, wachten is veel gezegd. Op een kudde lummelende bruine bergkoeien na ontmoette ik geen levende ziel. Zelfs in het handvol piepkleine bergdorpen onderweg leek alle leven definitief naar de vallei verhuisd. Je kan je dan troosteloos verlaten voelen en wachten op die ene man die je uit je eenzaamheid komt verlossen. Of alle tijd vergeten en gewoon luisteren naar de stilte en kijken naar een ruw bergland dat al duizenden jaren onveranderd bleef.

Het is onspectaculair en indrukwekkend tegelijk. Maar het zou niet de eerste keer zijn dat zo’n ervaring zich blijvend in mijn hoofd nestelt. Je wordt van minder een beetje een ander mens. 

Van business naar de bergen

Joan weet dat beter dan wie ook. Hij runt in Beranui de Casa Macianet. Het is een pension in een prachtig gerenoveerd historisch pand, dat al eeuwen aan zijn familie toebehoort. Ook Joan groeide er op in primitieve leefomstandigheden.

Volgens de oude gebruiken die van generatie op generatie onder bergbewoners worden doorgegeven. ‘Ik was de eerste in mijn familie die aan de universiteit kon studeren. Zo behaalde ik een diploma in business administration en werkte jarenlang in Madrid,’ vertelt Joan, terwijl hij met een zakmes enkele eetbare planten afsnijdt en ze me laat proeven.

 

‘Ik dacht dat ik Beranui voorgoed achter me had gelaten. Maar het dorp liet me niet los. Steeds vaker bezocht ik tijdens het weekend mijn zus die hier nog woonde. Tot ik besliste het leven in Madrid de rug toe te keren en weer naar de bergen te komen.’ Hij renoveerde het huis tot een fraai pension en ontvangt er nu gasten.

Een verblijf in Macianet is een verrijking in vele opzichten. Op het vlak van cultuur, gastronomie, architectuur, geschiedenis of plaatselijke legenden is Joan immers een connaisseur. Alleen al tijdens onze gezamenlijke afdaling van de Serraspina naar Beranui leer ik meer dan na het lezen van een volledige reisgids over de regio

Spinazieflensjes en een kaasbom

De wandeltocht van Peramea naar Beranui is een van de vijf dagtochten van El Cinquè LLac.

Dat is een lusvormige meerdaagse wandelroute in het noordwesten van Catalonië, in de comarca’s (regio’s) Pallars en Ribagorça.

De bewegwijzerde route ontstond in 2012, als een privaat initiatief van vijf pensioneigenaars.

Hun doel was om duurzaam toerisme te ontwikkelen door mensen aan het wandelen te zetten en hen op een persoonlijke en enthousiaste manier te ontvangen.

Tijdens hun verblijf maken gasten kennis met streekproducten en vertelt de gastheer of ­vrouw honderduit over het leven in de bergen vroeger en nu. En daarbij worden details niet uit het oog verloren.

Vóór ik vanmorgen in Peramea vertrok, liep gastheer Jaume Montaner nog even met me mee het middeleeuwse dorp in.

Langs de poorten waarmee het dorp nog steeds kan afgesloten worden. Langs de kerk waarvan Jaume de sleutel blijkt te bezitten en waar hij me de relieken van de Onschuldige Kinderen toont, die kruisvaarders ooit meebrachten uit het Heilige Land.

Langs de eeuwenoude iep waarover vele legenden de ronde doen.

Als lunchpakket geeft hij me een portie panadons d’espinacs mee, een soort met spinazie gevulde flensjes, en het restje huisgemaakte tupí van het ontbijt. Plaatselijker en typischer kan je een kaas niet bedenken.

Of dacht je dat ze er nog ergens anders in slagen om van restjes oude kaas weer een lekkernij te maken door er een klad honing en een flinke scheut olijfolie en rujo ­ een kruidenlikeur ­ onder te mengen?

Geloof me, met zo’n bommetje haal je het avondmaal wel. Trouwens, de metalen gamel en het bestek krijg ik mee in een toegeknoopte handdoek en mag ik gewoon in de volgende casa achterlaten.

Plastic is immers níét duurzaam en hier dus gedegradeerd tot een rariteit.

Makkelijk middengebergte

Na twee dagen stappen voel ik me nog opvallend fris. De Pallars zijn dan ook niet het échte hooggebergte. De route trekt integendeel door dat interessante gebied dat de uitlopers van een bergketen altijd zijn.

De Pyreneeën zijn er afgevlakt tot hoogtes tussen 500 en 1500 meter. Daartussen doorkruis je erg diverse landschappen. Met vruchtbare valleien waar groenten geteeld worden en boomgaarden groeien.

Maar ook met bergpassen waar enkel kruiden en bergbloemen gedijen en waar je soms urenlang alleen bent. Een meevaller is dat je je hier op de zuidelijke flank van de Pyreneeën bevindt. Die is warmer, zonniger en minder nat dan de Franse zijde.

Dat scheelt voor wandelaars. Het traject maakt voornamelijk gebruik van eeuwenoude berg­ en herderspaden, vaak niet breder dan een enkel spoor.

Gelukkig worden op het einde van de lente – en dus net voor de meeste wandelaars arriveren – de paden door de gemeenten met een zeis vrijgemaakt.

Het groen is hier immers van het onstuimige soort. Maar nooit wordt het stappen echt zwaar, met steile of gevaarlijke passages.

Alleen de dagafstanden vragen toch een zekere ervaring met wandelen. Ze variëren van 14,6 tot 25,2 kilometer. Maar wie een hele dag tijd heeft ­ en degelijke stapschoenen ­ klaart dat wel.
 

Bar/pension/kruidenierszaak

Mijn laatste nacht breng ik door in Casa Leonardo in Senterada. Veel kruispunten zijn er niet in de Pallars, maar Leonardo was wel zo dwaas om zijn pension te bouwen op het drukste kruispunt van uren in de omtrek. Alle vijf de vrachtwagens die dagelijks door de streek rijden, passeren er. Ook alle bussen (één ’s morgens, één ’s avonds) hebben er een halte. Zo’n gedoe ben ik na vier dagen in de bergen niet meer gewoon.

Ik vrees een slapeloze nacht en bereid al mijn beklag voor in mijn beste Catalaans. Maar eens de deur opengeduwd, tackelt de realiteit mijn vooroordeel keihard tegen de vlakte. Ik beland er in een bar waar de postbode en een handvol landarbeiders hun dagtaak met een borrel aan het doorspoelen zijn. Aan de andere kant van de ruimte bevindt zich een kruidenierszaak, die mij vaag aan de tijd met mijn grootmoeder doet denken.

De kleindochter van Leonardo runt het pension, met eerbied voor het verleden.

Het zou me niet verbazen mocht de eigenaar ook nog de dorpskapper zijn. Maar er is vooral die lach en uitbundige verwelkoming van Mireia. Zij is de dochter (of kleindochter, of achterkleindochter, zo je wil) die Casa Leonardo nu runt. ‘Mijn grootvader opende de kruidenierszaak toen in de vallei een waterkrachtcentrale werd gebouwd. De werklui kochten er hun dagelijkse spullen. Algauw volgden de bar en het pension, omdat die arbeiders daar ook behoefte aan hadden,’ legt Mireia uit.

Vandaag is het pension bij de tijd gebracht. Maar overal ademt de zaak eerbied voor het verleden. ’s Avonds in de prachtige eetkamer smaakt de gireilla heerlijk. Het recept voor deze typische bloedworst van xisqueta­lamsvlees met rijst heeft Mireia van haar grootmoeder. En ja, ik héb goed geslapen in Casa Leonardo.

En dan: het Vijfde Meer

De volgende dag stapt Mireia mee langs mijn laatste etappe. De moeder van vier is de bedenker en bezieler van El Cinquè Llac. ‘We hebben hier alles om duurzaam toerisme aan te bieden. Alleen was er geen product waarmee we mensen konden overtuigen om naar hier te komen. Bij de gemeenten was er geen geld, dus heb ik met enkele andere pensioneigenaars de handen in elkaar geslagen. Zo is het idee gegroeid om een vijfdaagse wandelroute te ontwikkelen.'

'De opbrengsten worden weer geïnvesteerd in het restaureren van het historische patrimonium onderweg. Zo kan deze streek zich op een duurzame manier verder ontwikkelen.’ Mireia doopte de trektocht El Cinquè Llac. Dat vijfde meer bereik je tijdens de laatste etappe.

‘Door die naam te kiezen, willen we bezoekers aansporen om op een duurzame manier met de trein naar het vertrekpunt La Pobla de Segur te reizen. Het is niet alleen een prachtige rit vanuit Lleida, maar je ziet door het raampje ook vier grote meren passeren. En het vijfde meer, dat is El Llac de Montcortès. Het is de apotheose van de trektocht.’

Na twee uur stappen openbaart dat meer zich aan ons bij het verlaten van een bos. Het is een spiegelgladde watervlakte in een groene grasweide. Paarden grazen vrij rond. Een vis komt even lucht happen. Hij zorgt voor de enige rimpeling in het meer, die in steeds grotere cirkels uitdijt. Het is er muisstil. Uiteindelijk doorbreekt Mireia de stilte: ‘Ken je het verhaal van de heksensabbat die hier volgens de legende plaatsvond?

Tekst en foto’s Gunter Hauspie

Dit artikel is verschenen in december 2014.

 

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer